Wetenschappers vinden dat wolvenpups ook kunnen apporteren
WASHINGTON – Het is een spel dat de meeste mensen wel kennen: Je gooit een voorwerp over een korte afstand, en wacht als je vrolijke hond metgezel springt om het projectiel te onderscheppen en terug te sturen, aangemoedigd door woorden van lof of een klopje op het hoofd.
Zulke scènes hebben zich ongetwijfeld millennia lang afgespeeld, en symboliseren de onwrikbare vriendschapsband tussen de mensheid en onze “beste vrienden” sinds honden werden gedomesticeerd uit hun wolf voorouders ten minste 15.000 jaar geleden.
Maar een nieuwe studie in het tijdschrift iScience toont aan dat sommige wolfpuppy’s ook weten hoe ze moeten apporteren, waarmee de lang gekoesterde hypothese wordt ontkracht dat het vermogen om subtiele menselijke sociale signalen te interpreteren uniek is voor honden en is ontstaan als gevolg van selectief fokken.
De bevinding werd bij toeval gedaan toen onderzoekers in Zweden 13 wolfpuppy’s, geboren uit drie verschillende nesten, onderwierpen aan een reeks gedragstests.
Het team fokte wolf- en hondenpups vanaf de leeftijd van 10 dagen oud om fundamentele vragen te beantwoorden over hoe de twee soorten verschillen, en wat ze gemeen hebben.
Tot in het derde jaar van het programma merkte hoofdauteur Christina Hansen Wheat, een gedragsecologe aan de Universiteit van Stockholm, dat sommige acht weken oude wolfpups daadwerkelijk aandacht schonken aan een vreemde die een bal gooide en hen vroeg die terug te brengen — ondanks geen voorafgaande training.
“Toen ik de eerste wolfpup de bal zag apporteren, kreeg ik kippenvel — whoa, dat is onverwacht,” vertelde ze AFP. “Toen had ik er nog twee die hetzelfde deden, en dat was dus best spannend.”
De pups werden onderworpen aan opeenvolgende op video opgenomen proeven, waarbij in totaal drie van de 13 het vermogen toonden om het spel consequent te spelen, allemaal uit het derde nest.
– Nieuw stukje in puzzel –
Dit suggereert dat, hoewel zeldzaam, variatie onder wolven in zogenaamd “door de mens gestuurd gedrag” een sleutelfactor was in welke wolven door prehistorische mensen werden geselecteerd voor verdere fok.
Hansen Wheat gelooft dat de vondst een intrigerend “nieuw stukje aan de puzzel” toevoegt aan het verhaal van de domesticatie van honden, een van de oudste en meest significante inter-soortelijke samenwerkingsverbanden in de menselijke geschiedenis, maar toch een diep betwist studiegebied.
Wetenschappers zijn het oneens over alles, van wanneer het precies plaatsvond tot waar, welke omstandigheden ertoe leidden, en hoe het voor het eerst gebeurde: Kwam een verdwaalde grijze wolf naar een mensenkamp voor restjes? Of hebben onze jager-verzamelaar voorouders een groep pups ontvoerd?
De afgelopen jaren hebben onderzoekers zich geconcentreerd op de genetische verschillen tussen honden en wolven in een poging om uit te vinden welke markers verantwoordelijk zijn voor verschillende eigenschappen.
Maar Hansen Wheat zei dat haar studie aantoonde dat zeer grote aantallen wolven zouden moeten worden getest om het gen of de genen te identificeren die verantwoordelijk zijn voor gedragsverschillen, aangezien een bepaalde eigenschap afwezig kan zijn bij de meeste wolven, maar aanwezig bij een paar.