Articles

Radiofrequente ablatie van accessoire banen bij patiënten met het Wolff-Parkinson-White syndroom: lange termijn risico op mortaliteit en coronaire events

Doelstellingen: De lange termijn resultaten van radiofrequente katheter ablatie (RFCA) bij patiënten met het Wolff-Parkinson-White syndroom (WPW) blijven onduidelijk. Wij onderzochten de impact van RFCA op het lange termijn risico van coronaire events en mortaliteit bij WPW patiënten.

Methoden en resultaten: We voerden een prospectieve cohortstudie uit met behulp van de Taiwan National Health Insurance Research Database. Tussen 2000 en 2003 werden WPW patiënten geïdentificeerd zonder voorgeschiedenis van coronaire hartziekte (CAD), ouder dan 18 jaar, die RFCA ondergingen. WPW patiënten zonder RFCA werden gematched met propensity-score 1:4 matching voor verwarrende coronaire risicofactoren. De uitkomsten van de studie waren totale mortaliteit en coronaire events. In totaal werden 1524 gematchte niet-geablateerde WPW-patiënten (groep 1) en 381 geablate WPW-patiënten (groep 2) geïncludeerd. Na een gemiddelde follow-up van respectievelijk 9,6 ± 2,9 en 10,3 ± 1,9 jaar, vertoonde de ablatiegroep een lagere incidentie van mortaliteit in vergelijking met de niet-ablatiegroep (17 vs. 26/1000 persoonsjaren, P < 0,001; aangepaste HR: 0,57, 95% CI: 0,44-0,7). De ablatiegroep had echter een hogere incidentie van coronaire events in vergelijking met de non-ablatiegroep (47 vs. 82/1000 persoonsjaren, P < 0,001; aangepaste HR: 1,69, 95% CI: 1,4-2,04).

Conclusie: De ablatie-behandelde WPW-patiënten hadden een lager risico op totale mortaliteit, maar een hoger risico op coronaire gebeurtenissen dan niet-geablateerde WPW-patiënten tijdens de follow-up op lange termijn. Coronaire arteriële schade veroorzaakt door RFCA kan verantwoordelijk zijn voor het verhoogde risico op coronaire gebeurtenissen. Daarom moeten ablatiestrategieën worden toegepast om coronaire schade te voorkomen.