William F. Friedman en Elizebeth S. Friedman
William F. Friedman en Elizebeth S. Friedman, voluit respectievelijk William Frederick Friedman en Elizebeth Smith Friedman, née Elizebeth Smith, (respectievelijk, geboren 24 september 1891, Chisinau, Rusland -gestorven 2 november 1969, Washington, D.C., U.S.; geboren 1892, Huntington, Indiana, U.S.-gestorven 31 oktober 1980, Plainfield, New Jersey), Amerikaanse cryptologen die hebben geholpen bij het ontcijferen van vijandelijke codes van de Eerste tot de Tweede Wereldoorlog.
William Friedman was nog een peuter toen zijn familie naar de Verenigde Staten emigreerde; hij studeerde genetica aan de Cornell University (B.S., 1914). Elizebeth Smith studeerde Engels aan het Hillsdale (Michigan) College (B.A., 1915). Zij ontmoetten elkaar in de Riverbank Laboratories (Geneva, Illinois), waar zij uiteindelijk beiden betrokken raakten bij cryptologie en vaak voor de regering werkten bij het decoderen van diplomatieke berichten. In 1917-18 diende William in het Amerikaanse leger, deels in Frankrijk, waar hij Duitse codeboeken analyseerde.
Na de oorlog, in 1921, verhuisden de Friedmans (ze waren in mei 1917 getrouwd) naar Washington, D.C., waar Elizebeth Friedman in de loop der jaren voor verschillende regeringsdepartementen werkte, met name aan het kraken van de codes die werden gebruikt door rumrunners en andere smokkelaars, en waar William Friedman, in het Ministerie van Oorlog, hoofd cryptoanalist werd in de Signal Intelligence Service, met name aan het hoofd van de teams die verschillende Japanse codes braken, waaronder uiteindelijk het Purple machine cijfer dat door Japan in 1939 werd ingesteld. Na de Tweede Wereldoorlog werkte William Friedman tijdelijk voor de National Security Agency, en Elizebeth Friedman voor het Internationaal Monetair Fonds.
William Friedman schreef The Index of Coincidence and Its Applications in Cryptography (1922), een van de standaardwerken in de nomenclatuur en classificatie van cijfers. Samen schreven de Friedmans The Shakespearean Ciphers Examined (1957), waarin ze Francis Bacon’s vermeende auteurschap van de toneelstukken en sonnetten van William Shakespeare ontkenden.