WISCONSIN AND THE WORKS PROGRESS ADMINISTRATION

Hoewel het niet het eerste overheidsinitiatief was om financiering te verstrekken aan kunstenaars na de beurskrach van 1929 (de Civil Work Administration en Public Works of Art programma’s werden beide opgericht in 1933 en werden het jaar daarop ontbonden, terwijl de Sectie voor Schilder- en Beeldhouwkunst, opgericht in 1934, de WPA zou overleven), was de Works Progress Administration (later omgedoopt tot “Work Projects Administration”) een van de eerste grote overheidsprogramma’s die financiering voor openbare kunsten in haar toepassingsgebied opnam. Het belangrijkste doel van de WPA was werkgelegenheid te scheppen voor Amerikanen die getroffen waren door de economische crisis door middel van projecten om de infrastructuur van het land te verbeteren. De WPA omvatte echter ook een kleiner project, Federal Project Number One genaamd, dat zich richtte op de ondersteuning van de kunsten en was onderverdeeld in vijf divisies: het Federal Arts Project (FAP), Federal Music Project (FMP), Federal Theatre Project (FTP), Federal Writers’ Project (FWP), en het Historical Records Survey (HRS). Voor het project werd 27 miljoen dollar uitgetrokken en het had afdelingen in staten over het hele land.

In Wisconsin had het FAP ongeveer 75 kunstenaars in dienst (van de ongeveer 10.000 in het hele land) wier werken vervolgens werden toegewezen aan door belastingen gesteunde openbare instellingen. Een van de doelstellingen van het project was om de sympathie van het publiek te wekken door patriottische openbare kunstprojecten te financieren. Voorbeelden van mooie kunstwerken konden vervolgens worden gezien in de plaatselijke gemeenschappen en in faciliteiten die door de FAP werden gebruikt, zoals de Federal Art Gallery in Milwaukee, en waren ook beschikbaar voor andere plaatselijke groepen om te gebruiken. Hierdoor konden plaatselijke organisaties en andere takken van de WPA in wisselwerking treden met en profiteren van de publiciteit die door het FAP werd gecreëerd. Kunstcentra, tentoonstellingen, en klassen stimuleerden opkomende kunstenaars en creëerden een waardering voor de beeldende kunsten die een blijvende invloed heeft gehad op de Amerikaanse samenleving. De FAP werd in Wisconsin van 1935-1939 door de federale overheid gefinancierd. Daarna werd het door de staat gefinancierd en werd het omgedoopt tot het Wisconsin WPA Art Program. Lees meer