Articles

THIS DAY IN HISTORY

Roald Dahl, auteur van Charlie and the Chocolate Factory (1964) en James and the Giant Peach (1961), wordt op 13 september 1916 in Zuid-Wales geboren.

Dahl’s jeugd was gevuld met tragedie. Zijn vader en zusje stierven toen Dahl drie was, en later werd hij op zijn kostschool wreed mishandeld. Na de middelbare school reisde hij veel, ging mee met een expeditie naar Newfoundland en werkte later in Tanzania. In de Tweede Wereldoorlog ging hij bij de Royal Air Force en werd gevechtspiloot. Hij vloog missies in Libië, Griekenland en Syrië en werd neergeschoten in de Libische woestijn, waarbij hij ernstige verwondingen opliep. (Hij redde een stuk van zijn dijbeen, verwijderd tijdens een operatie na het ongeluk, en gebruikte het later als presse-papier in zijn kantoor.)

Nadat hij hersteld was, werd Dahl naar Washington, D.C., gestuurd als attaché. Daar stelde de schrijver C.S. Forester voor dat hij over zijn oorlogservaringen zou schrijven, en 10 dagen later had Dahl zijn eerste publicatie, in de Saturday Evening Post.

Dahl schreef zijn eerste boek, The Gremlins, voor Walt Disney, in 1943, en het verhaal werd later verfilmd door Disney. Hij schreef verschillende populaire boeken voor volwassenen, waaronder Someone Like You (1953) en Kiss Kiss (1959), en begon in 1960 verhalen voor zijn eigen vier kinderen te schrijven. James and the Giant Peach en Charlie and the Chocolate Factory werden bestsellers. Hij schreef ook het scenario voor Charlie (met een titelverandering – de film heette Willy Wonka en de Chocoladefabriek), Chitty Chitty Bang Bang (1968), en een James Bond-film, You Only Live Twice (1967).

Dahl schreef het grootste deel van zijn tijd op de familieboerderij, waar hij elke ochtend twee uur schreef en elke middag twee uur, en tussendoor voor de dieren zorgde. Hij scheidde van zijn vrouw, Oscar-winnende actrice Patricia Neal, in 1983, en hertrouwde. Hij stierf in 1990 op 74-jarige leeftijd.