Hoofdstuk 30 Stemprocedures
De stemprocedures die worden gebruikt om kandidaten te kiezen, bepalen voor een groot deel of verkiezingen als eerlijk worden beschouwd. Het hoofdstuk richt zich op de strategieën die kiezers gebruiken om te proberen een betere uitkomst te bewerkstelligen, voor zover de regels van een stemprocedure dat toestaan. Stemprocedures hebben niet alleen invloed op campagnestrategieën en verkiezingsuitslagen, maar ook op strategieën en uitkomsten in wetgevende lichamen, raden en andere stemorganen, waar de alternatieven waarover gestemd wordt geen kandidaten zijn, maar wetsvoorstellen en resoluties. Het hoofdstuk bespreekt hoe beslissingstheorie, en in mindere mate speltheorie, kan worden gebruikt om de keuze van betere en slechtere strategieën onder verschillende stemprocedures te belichten. De strategische berekeningen die kiezers maken, resulteren in uitkomsten die volgens verschillende normatieve criteria kunnen worden beoordeeld. Dit hoofdstuk beschrijft enkele van de belangrijkste criteria die zijn gebruikt om de kwaliteit van uitkomsten in stemorganen te beoordelen. Op basis van deze criteria kunnen uitspraken worden gedaan over betere en slechtere stemprocedures. Preferentieel stemmen en evenredige vertegenwoordiging worden beschreven in het hoofdstuk dat het Hare-systeem van één overdraagbare stem (STV), de Borda-telling, cumulatief stemmen, en extra-leden systemen omvat.