Wat gebeurt er dus als een mierenkolonie met slechts één koningin door natuurlijke of onnatuurlijke oorzaak sterft? De koningin produceert verschillende feromonen die de werksters aanwijzingen geven. Een van de feromonen onderdrukt de ontwikkeling van de eierstokken van de werksters, zodat zij geen eieren leggen. Het voornaamste doel van de koningin is eieren te leggen en de activiteiten van de kolonie te regelen. De werksters verzorgen de nakomelingen, foerageren en beschermen de kolonie. De koningin legt twee soorten eieren; die onbevrucht zijn ontwikkelen zich tot mannetjes en de bevruchte eieren die zich ontwikkelen tot werksters of potentiële nieuwe koninginnen. In dit geval, wanneer de koningin sterft, kunnen de werksters beginnen met het leggen van eieren. Maar omdat de werksters niet bevrucht zijn, zullen deze eitjes uitgroeien tot mannetjes. Deze mannetjes zullen, eenmaal volgroeid, uitvliegen om te paren. Daarom kan dit type kolonie van één koningin gewoonlijk niet in stand worden gehouden. Er zijn echter verschillende mierensoorten waarbij de werksters klonaal zijn en eitjes leggen die uitgroeien tot vrouwtjes. De hoogstgeplaatste werkster legt eieren terwijl de anderen de kolonie in stand houden. Als bij toeval deze nieuwe eierlegger sterft, zal een andere werkster reproductief worden.