Dosisaanpassingen

Als een patiënt een ≥ Graad 3 toxiciteit of een onverdraaglijke bijwerking ervaart, houd de dosering dan een week in of totdat de symptomen verbeteren tot ≤ Graad 2, hervat de dosering dan in dezelfde of een verlaagde dosis (120 mg of 80 mg), indien gerechtvaardigd.

Gelijktijdige sterke CYP2C8-remmers

Het gelijktijdige gebruik van sterke CYP2C8-remmers dient indien mogelijk te worden vermeden. Als patiënten gelijktijdig een sterke CYP2C8-remmer toegediend moeten krijgen, verlaag dan de dosis XTANDI tot 80 mg eenmaal daags. Als de gelijktijdige toediening van de sterke remmer wordt gestaakt, moet de dosis XTANDI worden teruggebracht tot de dosis die werd gebruikt vóór de start van de sterke CYP2C8-remmer.

Gelijktijdige sterke CYP3A4-inductoren

Het gelijktijdige gebruik van sterke CYP3A4-inductoren moet indien mogelijk worden vermeden. Als patiënten gelijktijdig een sterke CYP3A4-inducer toegediend moeten krijgen, verhoog dan de dosis XTANDI van 160 mg naar 240 mg eenmaal daags. Als de gelijktijdige toediening van de sterke CYP3A4-inducer wordt gestaakt, moet de dosis XTANDI worden teruggebracht naar de dosis die werd gebruikt vóór de start van de sterke CYP3A4-inducer .