Wu-ti
Empire Witnessed Cultural Advance
Wu-ti’s militaire heldendaden zetten de toon voor een enorme groei in de Chinese cultuur. Door zich een groot deel van het Confucianisme toe te eigenen tot een allesomvattende staatsgodsdienst, werd Wu-ti’s regering de eerste die de filosofie van Confucius officieel erkende, ook al was die politiek gefilterd, om het morele gezag van de keizer verder te vestigen. “Wat de staatsgodsdienst in feite gemeen had met de Confuciaanse ideeën was respect voor de goede oude tijd en voor de oude waarden die naar verluidt werden onderschreven door de grondleggers van de Chinese beschaving. Maar de antiquiteit van veel van deze overtuigingen was vals,” schreef de Chinese historicus Edward Schafer.
Onder Wu-ti’s Han dynastie werd belangrijk intellectueel en wetenschappelijk werk verricht. De Han keizers hadden ontelbare schriftgeleerden in dienst die de oude mythen, legenden en rituelen moesten codificeren. Een van de werken die in die tijd werden voltooid was de I Tjing, of het Boek der Veranderingen, een verzameling van oude spreekwoorden en de eerste uitgebreide behandeling van de tweeledige concepten van yin en yang. Deze ideeën, die centraal staan in een groot deel van de Chinese filosofie, regelden de twee fundamentele krachten van het universum. Het yin (vertaald als “schaduwrijk”) regelde alles wat donker, koud, vrouwelijk en onderdanig was. Het winterseizoen werd beschouwd als het jaarlijkse hoogtepunt van yin, terwijl de zomer het dominante seizoen was voor yang. Alles wat warm, helder en mannelijk was, stond onder controle van yang (vertaald als “zonverlicht”). Onder de Han dynastie werd een uitgebreid systeem van categorisatie uitgewerkt waarbij bijna elk schepsel, gebied en substantie werd geclassificeerd als ofwel een kracht van yin of yang. De praktijk van de alchemie ontstond ook toen Li Shao-Chun voor het eerst beweerde cinnaber in goud te hebben veranderd rond 100 v. Chr., bijna duizend jaar voordat de middeleeuwse Europeanen werden gelokt door de belofte van rijkdom en eeuwig leven.
In de klassieke Chinese mythologie was de aarde verdeeld in “Negen Geesten”, die elk werden voorgesteld in een diagram dat door de Hemel was overgeleverd. Het diagram toonde een vierkant verdeeld in negen gelijke gebieden, elk met een enkel nummer, één tot en met negen. Wanneer de getallen van drie willekeurige vierkanten in een rij werden opgeteld, was de som 15. Deze eenheid van vorm werd geacht een van de meest goddelijke geheimen van de natuur te bevatten en het mystieke plan werd door latere keizers, waaronder de Han, gebruikt bij de bouw van de hoofdstad Chang’an. De Negen Herenhuizen, als de ultieme kaart van de wereld, wezen in de acht windrichtingen, waarbij de negende gereserveerd was voor de locatie van de “Zoon van de Hemel”, oftewel de keizer. In Wu-ti’s geval, was dit Herenhuis Chang’an. Hij bouwde een prachtig paleis in de stad, versierd met juwelen en schilderijen van het Chinese pantheon. De stad zelf had brede lanen omzoomd met fruitbomen en werd bewaakt door aarden wallen van meer dan 2 meter dik. Chang’an had ook weelderige tuinen die dienst deden als koninklijke jachtreservaten en talrijke tempels en kloosters die bewoond werden door taoïsten, boeddhisten en Perzische aanbidders van Zoroaster. De inwoners genoten ook van badhuizen, bibliotheken, en twee bloeiende marktplaatsen.