Wollige apen komen voor in de noordelijke landen van Zuid-Amerika (Bolivia, Brazilië, Colombia, Ecuador, Venezuela, en Peru). Zij houden zich gewoonlijk op in hooggelegen nevelwouden, regenwouden die door de seizoenen worden overstroomd, en bossen die zich in de oostelijke vlakten van Colombia bevinden, hoewel hun ideale habitat vochtige en volgroeide tropische wouden zijn.

De soort leeft in sociale groepen die variëren van 10 tot 45 individuen. Foerageergroepen bestaan echter meestal uit twee tot zes individuen die zich van de hoofdgroep afsplitsen, wat waarschijnlijk bedoeld is om de voedselconcurrentie tussen de individuen te verminderen. Het dieet van de wolaap bestaat uit fruit, aangevuld met bladeren, zaden, bloemen en ongewervelde dieren. Elke groep wordt bestuurd en geleid door een alfamannetje, en de sociale organisatie binnen een grotere groep is georganiseerd volgens leeftijd, geslacht en voortplantingsstatus van de wijfjes. De voortplanting in deze groepen wordt gekenmerkt door promiscuïteit; één mannetje (alfa of ondergeschikt) paart met meer dan één vrouwtje, net zoals vrouwtjes paren met meer dan één mannetje. Kort nadat de wijfjes volwassen zijn, verlaten zij hun geboortegroep om inteelt te voorkomen, terwijl de mannetjes de neiging hebben in hun geboortegroep te blijven.

Play dient niet alleen als bindingsproces om de relaties tussen de individuen te herstellen, maar is ook een manier waarop de soort een hiërarchie of sociale pikorde vaststelt, evenals passief voedsel delen, wat ook als een gebruikelijke routine bij de soort wordt beschouwd. Wollige apen hebben een uitgebreid systeem van vocalisatie en olfactorische, visuele en tactiele communicatie. Deze kunnen worden gebruikt om groepsactiviteiten te coördineren, agressie, genegenheid en markering aan te geven, en territoria af te bakenen.