Articles

Wolin

Een van de vier in Wolin gevonden Svetovidische houten figuren uit de 9e of 10e eeuw, gebruikt bij de huisverering

De doorwaadbare plaats over de rivier de Dzwina waaraan Wolin ligt, werd al in de steentijd gebruikt. Archeologische opgravingen van bodemlagen wijzen erop dat er in het gebied een nederzetting was tijdens de migratieperiode, rond de wisseling van de 5e en 6e eeuw. Daarna werd de plaats gedurende ongeveer honderd jaar verlaten. Aan het einde van de 8e of het begin van de 9e eeuw werd het gebied geëgaliseerd en werd er een nieuwe nederzetting gebouwd. De vroegste bewijzen van versterkingen dateren uit de eerste helft van de 9e eeuw. In de tweede helft van de 9e eeuw was er een centrale versterkte zone en twee voorsteden, ten noorden en ten zuiden van het centrum. Deze werden tussen het einde van de 9e en de 10e eeuw omsloten en versterkt.

In een middeleeuws document uit het midden van de 9e eeuw, de Beierse geograaf genoemd naar de anonieme schepper, wordt melding gemaakt van de Slavische stam der Woliniërs die op dat moment 70 bolwerken had (Uelunzani civitates LXX). De stad Wolin werd voor het eerst vermeld in 965, door Ibrahim ibn Jakub, die de plaats aanduidde als Weltaba.

De periode van de grootste ontwikkeling tijdens de middeleeuwen vond plaats tussen de 9e en de 11e eeuw. Rond 896 na Chr. werd een nieuwe haven aangelegd en kreeg het belangrijkste deel van de stad nieuwe, sterkere vestingwerken, waaronder een houten palissade van gehalveerde boomstammen van 50 cm breed, een wal en een keermuur.

Archeologen menen dat Wolin in de Vroege Middeleeuwen een groot handelsimporium was, dat zich over een lengte van vier kilometer langs de kust uitstrekte en in belangrijkheid kon wedijveren met Birka en Hedeby.

Nationaal park Wolin op het eiland

In 967 kwam het eiland in handen van Polen, onder de eerste historische heerser van het land, hertog Mieszko I. Het is echter niet vastgesteld of Wolin direct deel ging uitmaken van Polen, of dat het een leengoed was. Mieszko I omringde de stad Wolin met verdedigingswallen. De Poolse invloeden waren niet stevig en zij eindigden rond 1007. In de daaropvolgende jaren werd Wolin beroemd om zijn piraten, die schepen plunderden die op de Oostzee voeren. Als represaille werd het in 1043 aangevallen door de Noorse koning Magnus de Goede.

In het begin van de 12e eeuw werd het eiland, als deel van het Pommerse hertogdom, veroverd door de Poolse vorst Boleslaw III Wrymouth. Kort daarna aanvaardden de inwoners van Wolin het christendom, en in 1140 stichtte paus Innocentius II er een bisdom, met als hoofdstad de stad Wolin. In 1185 werden de hertogen van Pommeren vazallen van Denemarken, en in 1227 vielen ze onder de suzereiniteit van het Heilige Roomse Rijk om tot het midden van de 20e eeuw bij verschillende Duitse staten te blijven.

In 1535 aanvaardde Wolin het protestantse lutheranisme. In 1630 werd het eiland veroverd door Zweden. Het ging in 1720 over naar het Koninkrijk Pruisen als gevolg van het Verdrag van Stockholm. Na de nederlaag van Duitsland in de Tweede Wereldoorlog werd het door Polen geannexeerd.

Verbinding met Jomsborg en VinetaEdit

Archeologische vondsten op het eiland zijn niet erg rijk, maar ze beslaan een gebied van 20 hectare, waardoor het na Hedeby de grootste Baltische marktplaats uit de Vikingtijd is. Sommige geleerden hebben gespeculeerd dat Wolin de basis kan zijn geweest voor de semi-legendarische nederzettingen Jomsborg en Vineta. Anderen hebben echter de identificatie of zelfs het historische bestaan van Jomsborg en Vineta verworpen (bijvoorbeeld Gerard Labuda).

Gwyn Jones merkt op dat de grootte van de stad in contemporaine bronnen werd overdreven, bijvoorbeeld door Adam van Bremen die beweerde dat Wolin/Jomsborg “de grootste stad van Europa” was. Archeologische opgravingen hebben echter geen bewijs gevonden van een haven die groot genoeg was voor 360 oorlogsschepen (zoals Adam beweerde) of van een grote citadel. De stad werd bewoond door zowel Slaven als Scandinaviërs.

Curmsun Schijf – voorzijde

Een gouden schijf met de naam van Harald Bluetooth en Jomsborg dook in het najaar van 2014 op in Zweden. De schijf, ook wel de Curmsun Disc genoemd, is gemaakt van een hoog goudgehalte en heeft een gewicht van 25,23 gram. Op de voorzijde staat een Latijnse inscriptie en op de keerzijde staat een Latijns kruis met vier stippen omgeven door een achthoekige rand. De inscriptie luidt: “+ARALD CVRMSVN+REX AD TANER+SCON+JVMN+CIV ALDIN+” en wordt vertaald als “Harald Gormsson koning der Denen, Scania, Jomsborg, stad Aldinburg”.

Aangenomen wordt dat de schijf deel uitmaakte van een Vikingschat die in 1840 in het Poolse dorp Wiejkowo bij de stad Wolin werd gevonden door Heinrich Boldt, de betovergrootvader van moederszijde van Hollywood-acteurs en -producenten Ben Affleck en Casey Affleck.

De schijf werd in 2014 herontdekt door een elfjarig schoolmeisje dat hem vond in een oude kist en hem vervolgens naar school bracht.