Articles

Witi Ihimaera

Bijdragen aan de Nieuw-Zeelandse literatuur en cultuurEdit

Het meeste werk van Ihimaera bestaat uit korte verhalen of romans. Hij heeft een aanzienlijk aantal verhalen geschreven, waarvan de meest opmerkelijke werken zijn als Yellow Brick Road, Tangi, Pounamu, Pounamu, en The Whale Rider, die een film met dezelfde naam werd. Zijn verhalen portretteren over het algemeen de Māori cultuur in het moderne Nieuw Zeeland. Zijn werk richt zich vaak op problemen binnen de hedendaagse Māori samenleving.

In 1995 publiceerde Ihimaera Nachten in de Tuinen van Spanje, een semi-autobiografisch werk over een getrouwde vader van twee dochters die uit de kast komt. Het hoofdpersonage in het boek was Pākehā (Europeaan), Ihimaera’s manier om zijn persoonlijke ervaringen enigszins verborgen te houden. Hij was in 1984 voor zichzelf uit de kast gekomen en begon aan het werk, maar uit gevoeligheid voor zijn dochters heeft hij het toen niet afgemaakt of gepubliceerd. Nights in the Gardens of Spain werd in 2010 verfilmd (regisseur: KatieI Wolfe – speelduur 76 minuten met Calvin Tuteao in de centrale rol van ‘Kawa’) met veranderingen aan het boek, waardoor het centrale personage Māori werd in plaats van Pākehā, om beter aan te sluiten bij Ihimaera’s leven. In een artikel in The Sunday Star Times werd Ihimaera geciteerd toen hij zei dat de verandering “nogal een schok voor me was, omdat ik altijd geprobeerd had te verbergen dat dit een boek was dat over ‘alle mensen’ kon gaan, dit is geen specifiek verhaal. Dus het (de film) is eigenlijk dichter bij de waarheid dan ik zou willen toegeven.”

Ihimaera is ook een gelegenheidsdichter. Zijn gedicht “O numi tutelar” werd voorgedragen bij een bijzondere gelegenheid, namelijk de dageraad van de opening van de langverwachte ‘Maori’ tentoonstelling van het British Museum. Ihimaera zinspeelt hierop in het cursieve epigraaf van het gedicht: “In het British Museum, Londen, 25 juni 1998”. Hoewel het gedicht ingaat op de medeplichtigheid van het British Museum binnen de koloniale sfeer van Albions imperiumproject, verkondigt Ihimaera uiteindelijk de deugden van het museum als een medium voor culturele uitwisseling en revitalisering: “Wij zijn Magiërs, met geschenken / en onze dageraad is aangebroken”. De subtekst van het gedicht zinspeelt op de worsteling van de verteller om in het reine te komen met zijn homoseksualiteit. Het residu van het kolonialisme is hierbij betrokken, met “Britannia” geherconfigureerd als “Victoria Imperatrix”, wat een erfenis van imperiale overheersing impliceert. Dit handige taalgebruik, dat in het hele gedicht terug te vinden is, blijkt ook uit de titel. O numi tutelar’ is een knipoog naar ‘O nume tutelar’, een aria uit Spontini’s opera La vestale. Nume’ betekent ‘(een) god’ in het Italiaans, en ‘numi’ is de meervoudsvorm van het woord. Vandaar de aanroep laat in het gedicht “Neem acht, o goden van alle andere werelden, numi tutelar”. Numi’ is ook een Māori-woord, dat vertaald kan worden als ‘buigen’ of ‘vouwen’. Hier komen het Italiaans en het Māori samen, waarbij Ihimaera de pluraliteit van de taal toepast en naar zijn doel buigt. Het laatste woord van de titel van het gedicht, Tutelar, van het Latijnse tutelaris, verwijst naar een voogd of beschermer. Het gedicht laat verder zien dat taal, op de juiste manier gebruikt, onmisbaar kan zijn in een voogdijrol.

Literatuurwetenschapper en professor emeritus aan de Universiteit van Otago Alistair Fox in The Ship of Dreams: Masculinity in Contemporary New Zealand Fiction (2008) wijdt vier van de elf hoofdstukken in het boek aan de geschriften van Ihimaera, waaruit blijkt hoe belangrijk hij is binnen de context van de Nieuw-Zeelandse literatuur. Fox beschrijft zijn epische roman The Matriarch als “een van de belangrijkste en meest sprekende ‘monumenten’ van Nieuw-Zeelands culturele geschiedenis aan het eind van de twintigste eeuw voor wat betreft de situatie van de Māori in deze postkoloniale samenleving,” waarbij hij opmerkt dat Ihimaera “in ongekende mate in de voorhoede van de Māori kunsten en letteren is gebleven, met een indrukwekkende output in een scala van genres.”

Beschuldigingen van plagiaatEdit

In 2009 ontdekte boekrecensente Jolisa Gracewood korte passages van andere schrijvers, vooral uit historische bronnen, die zonder erkenning werden gebruikt in Ihimaera’s historische roman De Trowenna Zee, een werk over de vroege geschiedenis van Tasmanië. Toen het tijdschrift The Listener hem met dit bewijs confronteerde, verontschuldigde Ihimaera zich voor het niet vermelden van de passages, waarbij hij beweerde dat dit onopzettelijk en onzorgvuldig was gebeurd en wees op vele bladzijden met andere bronnen die hij wel had vermeld. De Universiteit van Auckland onderzocht het incident en oordeelde dat Ihimaera’s handelingen geen wangedrag bij onderzoek vormden, aangezien de handelingen niet opzettelijk leken te zijn en Ihimaera zijn verontschuldigingen had aangeboden. Ihimaera haalde het boek uit de openbare verkoop en kocht zelf de resterende voorraad aan. Een herziene editie, met uitgebreidere dankbetuigingen, oorspronkelijk gepland voor 2010, is sindsdien geannuleerd.