William Prynne, 1600-1669
Een catalogus van de werken van William Prynne, de puriteinse advocaat, werd gepubliceerd na de Restauratie. Als bijlage was een bijbelse tekst opgenomen: “Aan het maken van vele boeken komt geen einde, en veel studie (of lezen) is een verderf voor het vlees.” Over zijn eigen exemplaar heen voegde Anthony Wood er schalks aan toe: “En oren.”
De grap was gemeen en onwaardig. Twee keer, in 1634 en in 1637, was Prynne gestraft voor zijn pamfletten tegen aartsbisschop Laud door verminking van zijn oren. Bij de tweede keer was zijn oor zo dicht afgesneden dat ook een stuk van zijn wang was weggesneden, en hij had bijna zijn leven verloren. De zin die hij toen naar zijn vervolgers slingerde, vatte de veerkracht van het puritanisme prachtig samen: “Hoe meer ik wordt neergeslagen, hoe meer ik word opgeheven.”
Prynne verdient het te worden geëerd als een van de grote zeventiende-eeuwse martelaren, maar Woods reactie is veel typerender. Zowel zijn eigen als latere generaties hebben het moeilijk gevonden hem serieus te nemen: heel eenvoudig, hoe meer Prynne werd neergeslagen, hoe meer Prynne werd neergeslagen.