William Jay Smith, (geboren 22 april 1918, Winnfield, Louisiana, V.S.-overleden 18 augustus 2015, Pittsfield, Massachusetts), Amerikaans lyrisch dichter die bekend stond om zijn precisie en vakmanschap en om zijn verscheidenheid aan onderwerpen en stijlen.

De zoon van een legerofficier, bracht Smith een groot deel van zijn vroege leven door op een Amerikaanse legerpost, een periode waaraan hij terugdacht in Army Brat: A Memoir (1980; heruitgegeven 1991). Na zijn studie aan de Washington University in St. Louis, Missouri (B.A., 1939; M.A., 1941), diende hij van 1941 tot 1945 bij de Amerikaanse marine. Daarna studeerde hij af aan Columbia University en aan de universiteiten van Oxford en Florence. Hij gaf les aan verschillende hogescholen en universiteiten, zat van 1960 tot 1962 in het Huis van Afgevaardigden van Vermont, en was in 1968-70 adviseur poëzie van de U.S. Library of Congress (nu adviseur poëzie van de poet laureate).

Smiths eerste gepubliceerde bundels, Poems (1947) en Celebration at Dark (1950), onthullen de breedte van zijn narratieve bereik en zijn verrassende trouw aan gedoseerde en rijmende verzen. Hij begon te experimenteren met vrije verzen in The Tin Can, and Other Poems (1966). Andere werken van Smith zijn Plain Talk: Epigrams, Epitaphs, Satires, Nonsense, Occasional, Concrete, and Quotidian Poems (1988), The World Below the Window: Poems, 1937-1997 (1998), The Cherokee Lottery: A Sequence of Poems (2000), en The Girl in Glass: Love Poems (2002).

Smith begon met het verzamelen van zijn grillige en nonsens gedichten voor kinderen in Laughing Time (1955) en Boy Blue’s Book of Beasts (1957). Zijn latere bundels kinderpoëzie omvatten Puptents and Pebbles: A Nonsense ABC (1959), Typewriter Town (1960), Ho for a Hat! (1964; herz. ed., 1989), Laughing Time: Collected Nonsense (1990), en Around My Room (2000). Hij redigeerde ook verschillende poëziebundels voor kinderen.

Smith maakte naam als vertaler met versies van Poems of a Multimillionaire van Valéry Larbaud (1955) en Selected Writings of Jules Laforgue (1956), en hij bewerkte en vertaalde andere poëzie uit verschillende talen, waaronder Songs of Childhood (1994) van Federico García Lorca. Zijn The Spectra House (1961) is een studie van bekende literaire hoaxes en lampoons.