Articles

Wat gebeurde er met Jezus’ aardse lichaam?

Aangezien Jezus de ‘eerste was die opstond uit de dood’ (Hand. 26), en hij ‘ons nederige lichaam zal veranderen om gelijk te worden aan zijn glorierijk lichaam’ (Fil. 3) – is het alleen maar logisch om te onderzoeken wat er met Jezus’ aardse lichaam gebeurde? Werd het achtergelaten in het graf om te rotten en te vergaan? Kreeg Jezus onsterfelijkheid bij zijn opstanding, of bezat hij al een onsterfelijke geest voordat hij werd gekruisigd? Maakt dat wat uit? En is de belofte van opstanding cruciaal voor de hoop op een eeuwig leven?

Was Jezus’ lichaam aan het rotten en vergaan?

Toen Maria kwam om Jezus’ lichaam met specerijen te omwikkelen – was de graftombe leeg! Het lichaam was verdwenen! (Johannes 20) De linnen doeken die zijn lichaam hadden gebonden, lagen op zichzelf – het lichaam van Jezus was uitgepakt. Terwijl de discipelen verbijsterd waren dat ze zijn lichaam niet konden vinden, legden de engelen uit: “Waarom zoeken jullie de levende te midden van de doden? Hij is niet hier, maar is opgestaan.” (Lucas 24:5-6 ESV)

Later werden de bewakers omgekocht om te zeggen dat de discipelen Jezus’ lichaam hadden weggenomen terwijl ze sliepen. (Matteüs 28:11-15) Petrus zet echter duidelijk de waarheid van de zaak uiteen in Handelingen 2.

Hierbij verwijzend naar een oudtestamentische profetie aan David, zegt Petrus: “… deze Jezus… God heeft Hem opgewekt, de smarten des doods loslatend, omdat het niet mogelijk was, dat Hij daardoor vastgehouden zou worden. Want David zegt over Hem: “Ook mijn vlees zal in hoop wonen. Want Gij zult mijn ziel niet aan de Hades overlaten, noch uw Heilige verderf laten zien…’ Broeders, ik kan u met vertrouwen zeggen over de aartsvader David dat hij zowel gestorven als begraven is, en dat zijn graf tot op de dag van vandaag bij ons is. Daar hij dus een profeet was en wist, dat God hem met een eed gezworen had, dat Hij een van zijn nakomelingen op zijn troon zou zetten, voorzag hij en sprak hij over de opstanding van de Christus, dat Hij niet aan de Hades werd overgelaten, noch zijn vlees bederf zag. Deze Jezus heeft God opgewekt, en daarvan zijn wij allen getuigen.” (Handelingen 2:22-32 – Citaat uit Psalm 16:9-10)

“Ook mijn vlees zal in hoop wonen”

Palm 16:9-10, de hierboven geciteerde passage, is een ‘Messiaanse’ profetie. Na zijn opstanding legde Jezus aan zijn discipelen uit dat alles over Hem duidelijk geprofeteerd was “in de Wet van Mozes en de Profeten en de Psalmen.” (Lucas 24:25-27, 44-46) God had in het Oude Testament duidelijk voorspeld wat er met Jezus’ lichaam zou gebeuren. Zoals Petrus opmerkt, zegt de Psalm: “Ook mijn vlees zal in hoop wonen. Want Gij zult mijn ziel niet aan Hades overlaten, noch uw Heilige verderf laten zien…”

Het enige deel van ons dat kan vergaan is ons sterfelijk lichaam – ons ‘vlees’. Jezus’ ‘vlees’ zou gaan rusten in hoop – hoop op wat? Hoop om weer levend gemaakt te worden! Hij zou geen ‘verderf’ zien. Het woord ‘bederf’ heeft in de Concordantie van Strong de betekenis ‘bederf’. Strong’s persoonlijke definitie is ‘door en door verrotten’! Alleen een sterfelijk lichaam kan verrotten. Jezus’ sterfelijke lichaam deed dat niet! Als u dit onderwerp nader wilt onderzoeken – klik dan hier voor onze ontdekkingsles over opstanding

“Heeft het bederf niet gezien”

De apostel Paulus hield een soortgelijk betoog in Handelingen 13, zeggende: “En wij brengen u het goede nieuws, dat wat God aan de vaderen beloofd heeft, dit Hij aan ons, hun kinderen, heeft vervuld door Jezus op te wekken, gelijk ook geschreven staat in de tweede Psalm:”‘Gij zijt mijn Zoon, heden heb Ik u verwekt.’ En wat betreft het feit dat Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, om niet meer tot verderf te vervallen, heeft Hij zo gesproken: “Ik zal u de heilige en zekere zegeningen van David geven. Daarom zegt hij ook in een andere Psalm: ”Gij zult uw Heilige geen verderf laten zien.” Want David is, nadat hij in zijn eigen geslacht het doel Gods gediend had, ontslapen en bij zijn vaderen gelegd en heeft verderf gezien, maar hij, die God heeft opgewekt, heeft het verderf niet gezien.”

De apostel Paulus wijst er duidelijk op dat deze Psalm niet over David kon gaan; zij wisten allen dat David ‘ontslapen’ was en ‘verderf gezien’ had. Maar Jezus, heeft ‘geen verderf gezien’. Zijn sterfelijk lichaam werd weer tot leven gewekt! Hij is de ‘eerstgeborene uit de doden’. (Kolossenzen 1:18)

De afstamming van Jezus Christus

Waarom is het belangrijk dat Jezus’ sterfelijke lichaam wordt opgewekt? Het is heel belangrijk om de profetieën van het Oude Testament over Jezus in vervulling te laten gaan. Jezus werd werkelijk op wonderbaarlijke wijze verwekt door de kracht van Gods Heilige Geest, waardoor een eitje in Maria’s schoot een kind werd zonder dat er een mens aan te pas kwam, (Lucas 1:34-35) en was daarom Gods Zoon. Toch was de menselijke afstamming van Jezus ook het onderwerp van verschillende profetieën uit het Oude Testament en commentaren uit het Nieuwe Testament. Bijvoorbeeld de belofte aan David: “Wanneer uw dagen vervuld zullen zijn en gij nederliggen zult bij uw vaderen, zal Ik na u uw nakomelingen verwekken, die uit uw lichaam voortkomen, en Ik zal zijn koninkrijk oprichten. Hij zal een huis bouwen voor mijn naam, en ik zal de troon van zijn koninkrijk voor altijd oprichten. Ik zal voor hem een vader zijn, en hij zal voor mij een zoon zijn.” (2 Samuël 7:12-14)

Gabriëls boodschap

De belofte aan David werd herhaald in Gabriëls boodschap aan Maria: “En de engel zeide tot haar: Wees niet bevreesd, Maria, want gij hebt de gunst van God gevonden. En zie, gij zult zwanger worden in uw schoot en een zoon baren, en gij zult zijn naam Jezus noemen. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. En de Here God zal hem de troon van zijn vader David geven, en hij zal voor altijd heersen over het huis van Jakob, en aan zijn koninkrijk zal geen einde komen.” (Lucas 1:30-33)

De nieuwtestamentische genealogie van Jezus Christus gaat via David, Abraham en Adam en Eva – belangrijke personen aan wie een zoon was beloofd die de mensheid zou verlossen en Gods zegeningen naar de aarde zou brengen. (Lucas 3; Genesis 3:15; 12:1-2; 22:15-18; 2 Samuël 7:12-14)

“Afstammend van David”

Nadat Jezus Christus naar de hemel is gegaan, maakt Paulus nog steeds melding van Jezus’ aardse afkomst:

“Gedenk Jezus Christus, opgestaan uit de doden, de nakomeling van David, zoals in mijn evangelie verkondigd is,” (2 Timoteüs 2:8) en: “Paulus, een dienaar van Christus Jezus, geroepen om apostel te zijn, afgezonderd voor het evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd heeft door zijn profeten in de heilige Schriften, aangaande zijn Zoon, die naar het vlees van David afstamde en verklaard werd de Zoon van God te zijn in kracht, naar de Geest der heiligheid, door zijn opstanding uit de doden, Jezus Christus, onze Heer” (Romeinen 1:1-3) De aardse afstamming van Jezus Christus is zeer belangrijk, omdat deze de persoonlijke beloften vervulde die God aan de voorvaderen had gedaan.

“Dit sterfelijke lichaam moet onsterfelijkheid aandoen”

Uit de passages in Handelingen zien we heel duidelijk dat Jezus’ sterfelijke lichaam uit de dood werd opgewekt voordat de corruptie intrad (zoals op de 4e dag zou gebeuren) en dat Hij onsterfelijkheid werd geschonken. Wij vinden in de Bijbel geen beloften dat onze sterfelijke lichamen aan verderf zullen ontkomen! Maar Paulus zegt in 1 Korintiërs 15:53 dat “dit vergankelijke lichaam het onvergankelijke moet aantrekken en dit sterfelijke lichaam de onsterfelijkheid moet aantrekken”. Ons lichaam zal worden opgewekt en dan krijgen wij onsterfelijkheid – als het God behaagt ons dit ongelooflijke geschenk te geven. “Want het loon der zonde is de dood, maar de vrije gave Gods is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here.” (Romeinen 6:23)

Verloren??

In ons onderzoek naar de oorspronkelijke hoop van het Evangelie, ontdekten wij dat opstanding de consistente hoop was van gelovigen in het Oude en Nieuwe Testament. Zozeer zelfs, dat de apostel Paulus in 1 Korintiërs 15 zegt, dat als Jezus niet uit de doden was opgestaan, “dan zijn ook zij, die in Christus ontslapen zijn, verloren gegaan.”

VERGAAN? Een ware uitspraak, als alle oudtestamentische gelovigen in hun graf liggen, ‘vast in slaap’ in afwachting van de hoop op opstanding. Een zeer verwarrende uitspraak als die oudtestamentische gelovigen nooit echt gestorven zijn en nu gelukkig van het paradijs genieten.

Een Griekse fabel

Ons volgende blog zal een Griekse fabel beschouwen die het vroege christendom binnensloop nadat Jezus ten hemel was gevaren en die nu zo’n gevestigd en gekoesterd geloof is dat weinigen beseffen dat gemakkelijk kan worden aangetoond dat hij vals is. Sommigen zouden zeggen: “Een valse hoop is beter dan helemaal geen hoop” – maar is dat zo? En als we vasthouden aan een valse hoop, welke andere aspecten van de ware boodschap van het Evangelie zullen dan vervormd raken? Als God het wil, zullen we deze zaak in de eerste plaats vanuit de Schrift bekijken, maar ook met verwijzing naar de historische ontwikkeling van deze leer.