Articles

Vuurwapen Geschiedenis, Technologie & Ontwikkeling

Het Kentucky/Pennsylvania geweer en het Baker geweer zijn beide gebaseerd op het Jaeger geweer en delen dus veel van zijn kenmerken. De geweren waren allemaal muzzleloaders omdat die goedkoper te fabriceren waren. De kogels waren een maat kleiner dan de diameter van de loop, maar ze waren omwikkeld met veel watten om ze goed in de loop te laten passen. In de geweerlopen waren 7 tot 8 spiraalvormige groeven gesneden en de lopen waren tussen de 30-36 inch lang, afhankelijk van het model. Amerikaanse Kentucky geweren hadden langere lopen van 36 tot 48 inch of zo. De totale lengte van het geweer was ongeveer 45 tot 50 inch, behalve voor de Kentucky geweren, die 60-65 inch lang konden zijn. In het algemeen maakten de wapensmeden de geweren niet langer dan de hoogte van de kin van de klant, zodat deze bij het laden in de loop kon kijken. De kolf van het geweer werd gewoonlijk gemaakt van walnoot of krullende esdoorn, omdat deze houtsoorten de neiging hebben niet zo veel krom te trekken in verschillende weersomstandigheden, waardoor de nauwkeurigheid behouden blijft. Als extra bonus zien deze houtsoorten er ook nog eens prachtig uit en zijn ze behoorlijk duurzaam van aard. Een opvallend kenmerk van deze geweren was dat aan de zijkant van de houten kolf een ingebouwde metalen flardkast was bevestigd, soms voorzien van prachtig krulwerk. Het deksel van deze vakjeskast scharnierde gewoonlijk aan de achterkant en was ongeveer 6-7 inches lang. Daarin werden ingevette lappen opgeborgen om kogels in te wikkelen alvorens ze in het geweer te plaatsen. De flarddoos werd ook gebruikt om schoonmaakgereedschap voor het geweer in te bewaren. Andere opvallende kenmerken waren een messing trekkerbeugel met krullen voor een betere greep en een verhoogde metalen wangsteun op de houten kolf om het richten te vergemakkelijken. Het typische vuursteenmechanisme was een vuursteenslot, wat in die tijd state-of-the-art was. Omdat voor het maken van vuursteensloten zeer gespecialiseerde technische vaardigheden nodig waren (zoals het maken van veren en metallurgie) die aan de Amerikaanse grens meestal niet voorhanden waren, importeerden Amerikaanse wapensmeden de ontstekingsmechanismen vaak in bulk van Engelse wapensmeden en bevestigden die aan hun geweren. Deze wapens waren nauwkeurig tot op een afstand van 400-500 meter of zo, hoewel er gevallen zijn gedocumenteerd van ervaren schutters die hun doel op een afstand van 800 meter raakten.

(Klik op afbeelding om te vergroten)