Articles

Vladimir Kosma Zworykin

De wedloop om de televisie

Zworykin was een van de vroegste pioniers bij de ontwikkeling van de televisie. Voordat hij in 1919 het St. Petersburgse laboratorium van Boris Rosing verliet, had hij de kiem van een idee voor een verbeterd televisiesysteem. Toen hij in 1920 bij Westinghouse in dienst trad, hoopte hij zijn werk te kunnen voortzetten, maar ontdekte al snel dat de firma alleen geïnteresseerd was in radio-onderzoek. Hij verliet Pittsburgh om bij een klein ontwikkelingsbedrijf in Kansas te gaan werken, maar keerde in 1923 terug naar Westinghouse, ditmaal met de afspraak dat hij het werk aan de televisie kon voortzetten. Volgens een interview dat op 4 juli 1975 werd afgenomen voor de RCA Engineers Collection, beschrijft Zworykin vroege ontwikkelingen met primitieve geometrische beelden die al in 1923 werden gegenereerd. In dat jaar vroeg hij octrooi aan op zijn “Iconoscoop”, een apparaat dat televisiebeelden snel en scherp kon overbrengen. Het was misschien wel de belangrijkste doorbraak in de geschiedenis van de televisie-ontwikkeling. Toen Westinghouse in 1930 het grootste deel van zijn radio-onderzoek aan RCA overdroeg, verhuisde hij ook en zette de ontwikkeling voort. Een PBS documentaire serie, The American Experience getiteld “Who is Philo T. Farnsworth?” (onderzocht door Alison Trinkl en David Dugan en deels gebaseerd op het boek Tube: The Invention of Television door David E. Fisher en Marshal John Fisher) beschrijft in detail de race om een werkende televisie te maken. Volgens de documentaire ontmoette Zworykin bij zijn overplaatsing naar RCA mede-televisiepionier Philo T. Farnsworth. Onder het mom van een mede-onderzoeker, bracht Zworykin drie dagen door in Farnsworths lab, en kreeg bijna volledige toegang tot Farnsworths technologie. Na zijn terugkeer in New York verwerkte Zworykin veel van de innovaties die hij in Farnsworths lab had gezien in zijn werk. Zworykin en Farnsworth voerden vele jaren strijd in de rechtszaal voordat in de jaren 1930 patenten werden toegekend aan beide mannen. Maar RCA had de marketingkracht en het geld om te zegevieren. In 1929 vroeg David Sarnoff, voorzitter van RCA, Zworykin hoeveel hij dacht dat het zou kosten om een werkbaar systeem te ontwikkelen, en Zworykin schatte “100.000 dollar”. Uiteindelijk kostte het RCA 40.000.000 dollar voordat ze winst begonnen te maken. Televisie-uitzendingen waren beschikbaar in beperkte gebieden, op beperkte tijdstippen in Berlijn, Londen, Rusland en de VS vóór de Tweede Wereldoorlog. Commerciële televisie werd in 1940 in de Verenigde Staten toegestaan, maar de groei ervan werd vertraagd door de Tweede Wereldoorlog. Ironisch genoeg was Zworykin niet onder de indruk van de beschikbare televisieprogramma’s, die hij in een interview uit 1981 “afschuwelijk” noemde.