Dit is SCIENCE IN THE NEWS, in VOA Special English. Ik ben Bob Doughty.

En ik ben Faith Lapidus. Deze week vertellen we over vitamines.
Vele klussen moeten met twee mensen worden gedaan. Eén persoon neemt de leiding. De ander helpt. Het is deze samenwerking die succes brengt.
Zo is het ook met het menselijk lichaam. Veel van onze goede gezondheid hangt af van de samenwerking tussen stoffen. Als ze samenwerken, verlopen chemische reacties soepel. Lichaamssystemen worden in balans gehouden.
Enkele van de belangrijkste helpers bij het werken aan een goede gezondheid zijn de stoffen die we vitamines noemen.
Het woord “vitamine” stamt uit de tijd van de Poolse wetenschapper Casimir Funk in 1912. Hij bestudeerde een stof in de schil die rijst bedekt. Deze stof werd verondersteld een aandoening te genezen die beriberi werd genoemd.
Funk geloofde dat de stof behoorde tot een groep chemische stoffen die bekend staan als aminen. Hij voegde het Latijnse woord “vita” toe, dat leven betekent. Dus noemde hij de stof een “vitamine” — een amine die noodzakelijk is voor het leven.
Funk was niet in staat de anti-beriberi stof te scheiden van de rijstschillen. Later werd aangetoond dat het thiamine was. Andere studies ontdekten dat niet alle vitamines amines waren. Dus werd de naam afgekort tot vitamine. Maar Funk onderkende terecht het belang ervan.
Wetenschappers hebben dertien soorten vitamines ontdekt. Ze staan bekend als vitamine A, de B-groep, C, D, E en K. Wetenschappers zeggen dat vitamines helpen bij het uitvoeren van chemische veranderingen in de cellen. Als we niet genoeg van de nodige vitamines in ons voedsel krijgen, lopen we het risico een aantal ziekten te ontwikkelen.
Dit brengt ons terug bij Casimir Funk. Zijn studie van rijst maakte deel uit van een lange zoektocht naar voedingsmiddelen die ziekten konden genezen.
Een van de eerste mensen die bij die zoektocht betrokken was, was James Lind uit Schotland. In de jaren 1740 was Lind arts bij de Britse marine. Hij onderzocht een probleem dat al vele jaren bij de marine bestond.
Het probleem was de ziekte scheurbuik. Zoveel matrozen hadden scheurbuik dat de gevechtskracht van de marine erg laag was. De matrozen waren zwak door bloedingen in hun lichaam. Zelfs het kleinste wondje wilde niet genezen. Dokter Lind dacht dat de matrozen ziek werden omdat ze bepaalde soorten voedsel niet aten toen ze vele maanden op zee waren.
Dokter Lind verdeelde 12 matrozen die scheurbuik hadden in twee groepen. Hij gaf elke groep verschillend voedsel te eten. De ene groep kreeg sinaasappels en citroenen. De andere groep niet. De mannen die het fruit aten, werden binnen zeven dagen beter. De andere mannen werden zwakker. Dokter Lind had gelijk. Het eten van citrusvruchten voorkomt scheurbuik.

Andere artsen zochten naar voedingsmiddelen om de ziekten rachitis en pellagra te genezen. Zij begrepen nog niet dat zij het probleem van de andere kant bekeken. Dat wil zeggen dat het beter is om vitaminerijk voedsel te eten om ziekten te voorkomen in plaats van ze te eten om een ziekte te genezen nadat die zich heeft ontwikkeld.
Welke voedingsmiddelen moeten worden gegeten om ons gezond te houden? Laten we eens kijken naar een aantal belangrijke vitamines voor deze antwoorden.
Vitamine A helpt voorkomen dat huid en andere weefsels droog worden. Het is ook nodig om een lichtgevoelige stof in de ogen aan te maken. Mensen die niet genoeg vitamine A krijgen, kunnen niet goed zien in het donker. Zij kunnen een aandoening ontwikkelen die de ogen uitdroogt. Dit kan leiden tot infecties en blindheid.
Vitamine A zit in visleverolie. Het zit ook in het gele gedeelte van eieren. Zoete aardappelen, wortelen en andere donkergekleurde vruchten en groenten bevatten stoffen die het lichaam kan omzetten in vitamine A.
Vitamine B-een wordt ook thiamine genoemd. Thiamine zet zetmeelrijk voedsel om in energie. Het helpt ook het hart en het zenuwstelsel soepel te werken. Zonder deze vitamine zouden we zwak zijn en niet groeien. We zouden ook beriberi kunnen ontwikkelen.
Thiamine zit niet alleen in volle granen zoals zilvervliesrijst, maar ook in andere voedingsmiddelen. Deze omvatten bonen en erwten, noten, en vlees en vis.
Een andere B-vitamine is niacine. Het helpt cellen energie uit voedsel te gebruiken. Het voorkomt ook pellagra — een ziekte die zwakte, een rode huid en maagproblemen veroorzaakt. Niacine zit in vlees, vis en groene groenten.
Vitamine B-12 is nodig zodat foliumzuur zijn werk kan doen. Samen helpen ze bij de aanmaak van rode bloedcellen. Vitamine B-12 komt van nature voor in voedingsmiddelen als eieren, vlees, vis en melkproducten. Het is aangetoond dat foliumzuur lichamelijke problemen bij baby’s voorkomt wanneer het tijdens de zwangerschap door de moeder wordt ingenomen.
Vitamine B-12 zit in groene bladgroenten en andere voedingsmiddelen, zoals peulvruchten en citrusvruchten. In sommige landen wordt het toegevoegd aan producten zoals brood.
In 2003 hebben Japanse onderzoekers een stof geïdentificeerd waarvan zij denken dat het een lid is van de B-vitaminengroep. Het wordt pyrroloquinoline quinone genoemd, of PQQ.
De onderzoekers ontdekten dat PQQ belangrijk is in het voortplantings- en afweersysteem van muizen. Ze zeiden dat de stof net zo belangrijk is voor mensen. PQQ wordt gevonden in gefermenteerde sojabonen en ook in peterselie, groene thee, groene pepers en kiwi fruit. Andere onderzoekers hebben de Japanse bevindingen betwist. Zij zeggen dat meer informatie nodig is om ze te bevestigen.

Vitamine C is nodig voor sterke botten en tanden, en voor gezonde bloedvaten. Het helpt ook wonden snel te genezen. Het lichaam slaat weinig vitamine C op. We moeten het dus elke dag binnenkrijgen in voedingsmiddelen als citrusvruchten, tomaten en ongekookte kool.
Vitamine D verhoogt het gehalte van het element calcium in het bloed. Calcium is nodig om zenuw- en spiercellen normaal te laten werken. Het is ook nodig voor de opbouw van sterke botten.
Vitamine D voorkomt de botziekte rachitis bij kinderen. Ultraviolet licht van de zon verandert een stof in de huid in vitamine D. Visleverolie bevat ook vitamine D. In sommige landen voegen melkproducenten vitamine D toe aan melk, zodat kinderen genoeg binnenkrijgen.
Vitamine K is nodig voor gezond bloed. Het verdikt het bloed rond een snijwond om het bloeden te stoppen. Bacteriën in de darmen produceren normaal vitamine K. Het zit ook in varkensvleesproducten, lever en in groenten als kool, boerenkool en spinazie.
Deskundigen zijn het erover eens dat iedereen vitamines nodig heeft om zijn lichaam normaal te laten functioneren. In het algemeen zou een compleet dieet alle vitaminen moeten leveren die een lichaam nodig heeft in hun natuurlijke vorm. Bovendien worden tegenwoordig aan veel voedingsmiddelen en voedingsproducten extra vitaminen en mineralen toegevoegd.
Sommige mensen vrezen dat ze niet genoeg vitaminen binnenkrijgen uit het voedsel dat ze eten. Daarom nemen ze producten met grote hoeveelheden vitaminen. Zij denken dat deze producten, vitaminesupplementen genoemd, hun gezondheid zullen verbeteren en bescherming zullen bieden tegen ziekten. Veel volwassenen nemen nu elke dag vitaminesupplementen.
In 2006 kwamen medische deskundigen bijeen in de buurt van Washington, D.C. om studies over vitaminesupplementen te bespreken. De deskundigen meldden weinig bewijs te vinden dat de meeste supplementen iets doen om de gezondheid te verbeteren. Maar ze merkten op dat sommige wel helpen om ziekten te voorkomen.
De deskundigen zeiden dat vrouwen die moeder willen worden foliumzuur moeten nemen om problemen bij hun baby’s te voorkomen. En, zeiden ze, vitamine D-supplementen en calcium kunnen de botten van oudere vrouwen beschermen.
De medische deskundigen waren het eens met artsen die zeggen dat mensen die weten dat ze een vitamine tekort hebben, vitaminesupplementen moeten nemen. Sommige oudere volwassenen, bijvoorbeeld, hebben misschien niet genoeg vitamine B-twaalf. Dat komt omdat, naarmate mensen ouder worden, het lichaam zijn vermogen verliest om het uit voedsel op te nemen.
De deskundigen merkten ook op dat het nemen van te veel van sommige vitaminen schadelijk kan zijn. Ze zeiden dat mensen er zeker van moeten zijn dat ze met hun artsen bespreken welke vitamines ze nemen.
Verschillende studies hebben niet kunnen aantonen dat het nemen van vitaminesupplementen naast een evenwichtige voeding helpt om ziekten te voorkomen. Eén studie wees uit dat oudere Amerikanen niet genoeg vitamine C en de vereiste mineralen binnenkrijgen. Bij de studie waren meer dan zesduizend personen betrokken. Meer dan de helft van hen nam vitaminesupplementen.
Vitamines zijn belangrijk voor onze gezondheid. Een gebrek aan de nodige vitaminen kan leiden tot gezondheidsproblemen.
Verschillende vitaminen zitten in verschillende voedingsmiddelen — granen, groenten en fruit, vis en vlees, eieren en melkproducten. En zelfs voedingsmiddelen die dezelfde vitaminen bevatten, kunnen deze in verschillende hoeveelheden bevatten. Deskundigen zeggen dat het daarom belangrijk is om elke dag een mix van voedingsmiddelen te eten, om genoeg vitaminen binnen te krijgen die ons lichaam nodig heeft.
Dit programma SCIENCE IN THE NEWS is geschreven door Brianna Blake. Ik ben Faith Lapidus.
En ik ben Bob Doughty. Volg ons volgende week weer voor meer nieuws over wetenschap in speciaal Engels op de Voice of America.