Veit Stoss in Krakau
De grootste kunstenaar van middeleeuws Krakau.
Veit Stoss alias Wit Stwosz, misschien wel de beste beeldhouwer van de Middeleeuwen, leefde en werkte in de Poolse stad Krakau van 1477 tot 1496. Hier creëerde hij zijn opperste meesterwerk – een enorm meerdelig altaar in de kerk van de Maagd Maria (Kosciol Mariacki) die uittorent boven de oude binnenstad van Krakau. Ook een aantal andere opmerkelijke werken van de kunstenaar sieren de voormalige hoofdstad van Polen en deze stad kan dan ook bogen op meer beeldhouwwerken van Veit Stoss dan enige andere plaats.
Centraal tafereel van het Maria-altaar in de kerk van de Maagd Maria in Krakau
bestaat uit drie meter hoge beelden van de apostelen.
Het leven van Veit Stoss: tussen Krakau en Neurenberg.
De kunstenaar ook bekend als Wit Stwosz, Veit Stvos, en Wit Stosz werd geboren in Horb am Neckar in Zuid-Zwaben, nu zuidwest Duitsland, in 1447 of mogelijk 1448. Hij stierf in de stad Neurenberg in Duits Franken op 20 september 1533 en werd begraven op het kerkhof van St. Johann.
Als jonge man ging Veit Stoss in de leer bij de Nederlandse beeldhouwer Nicolaas van Leyden, die in die tijd in Straatsburg, Konstanz en Wenen werkte. In 1468 bereikte Stoss de rang van meester-beeldhouwer. Hij reisde ook door Zwaben en Rijnland om zijn artistieke opleiding te verbeteren. Vervolgens verhuisde Veit Stoss in 1473 naar Neurenberg, waar hij trouwde met Barbara Hertz en een werkplaats opzette.
In 1477 kwam Veit Stoss naar Krakau in Polen om een zeer lucratieve opdracht aan te nemen voor het snijden van het grootste gotische altaarstuk ooit voor de grootste kerk van de stad. Vreemd genoeg, is het zijn vroegst bekende werk. In Krakau richtte Veit Stoss zijn eigen werkplaats op waar hij ook andere beeldhouwers in dienst had en hij nam de meer Poolse naam Wit Stwosz aan. Het kostte hem twaalf jaar om het Maria-altaar met zijn 200 beeldhouwwerken te voltooien. De latere werken van Veit Stoss in Krakau omvatten beelden, graven, bas-reliëfs en gravures.
Vanaf 1484 was Veit Stoss de stadsarchitect van Krakau. In 1486 vertrok hij naar Neurenberg en Passau voor een studie van een jaar. Volgens sommige historici resulteerde dit in de blauwdruk voor het in 1499 gebouwde barbican van Krakau, het grootste middeleeuwse vestingwerk van dit type in Europa.
In 1496 liet Veit Stoss het familiebedrijf in Krakau over aan zoon Stanislaw – een succesvol beeldhouwer, schilder en goudsmid op zichzelf – en verhuisde met vrouw en acht andere kinderen terug naar Neurenberg. Tot aan zijn dood 37 jaar later slaagde Veit Stoss erin om in heel Zuid-Duitsland vele uitstekende beeldhouwwerken te maken, maar geen enkel kan tippen aan het hoogaltaar in de St. Mary’s kerk in Krakau.
De autoriteiten van Neurenberg arresteerden de beeldhouwer voor vervalsing van een wisselbrief in 1503 en als straf werd hij op beide wangen gebrandmerkt met een spijker.
Note: de kunstenaar, in Polen bekend als Wit Stwosz en elders als Veit Stoss, signeerde zijn werken met ‘Eit Stvos’.
Veit Stoss’s werken in Krakau.
Het altaar van St. Mary’s. Voltooid in 1489, kalkhout. In het koor van de kerk van de Maagd Maria (Kosciol Mariacki) op het centrale plein Rynek Glowny /toegang voor toeristen op het plein Plac Mariacki/.
Crucifix van circa 1491, steen. In het oostelijke uiteinde van de zuidelijke zijbeuk van de kerk van de Maagd Maria (Kosciol Mariacki) op het centrale plein Rynek Glowny in de buurt van de ingang voor toeristen van het Plac Mariacki plein.
Sarcofaag van koning Casimir IV uit circa 1492, marmer. In de Wawel kathedraal naast het Koninklijk Kasteel.
Scène in de Hof van Gethsemane van circa 1485, bas-reliëf in zandsteen. Het origineel in het Nationaal Museum in Krakau, filiaal van het paleis van bisschop Ciolek aan de Kanonicza-straat 17. Kopie op de buitenmuur van een gebouw aan het Plac Mariacki plein tegenover de kerk van de Maagd Maria.
Plaquette ter nagedachtenis aan Filippo Buonaccorsi alias Kalimach van 1506, brons. In de kerk van de Zwarte Broeders (Kosciol OO. Dominikanow), Stolarska straat bij Dominikanska straat.
Tekening van een ontwerp voor het altaar in de Karmelietenkerk van Neurenberg in de collectie van het Museum van de Jagiellonian Universiteit (Collegium Maius), Jagiellonska straat 15 bij Sw. Anny straat. Het altaar zelf staat nu in de kathedraal van Bamberg.
Sculpturen in Krakau toegeschreven aan Veit Stoss.
Crucifix op het oksaal boven het schip van de kerk van de Maagd Maria (Kosciol Mariacki) in Rynek Glowny centraal. Sommige deskundigen denken dat Veit Stoss zelf dat prachtige reusachtige houten kruisbeeld heeft gesneden, anderen menen dat het het werk is van zijn zoon Stanislaw Stwosz, weer anderen beweren dat het beeld rond 1520 gewoon in hun werkplaats door andere houtsnijders is gemaakt.
St. Anna met St. Maria en het kindje Jezus in een kapel aan de noordelijke zijbeuk van de St. Bernarduskerk (Kosciol OO. Bernardynow) op 2 Bernardynska straat.
Scène in de Hof van Gethsemane bij de ingang van de kerk van St. Barbara (Kosciol Sw. Barbary) aan het Plac Mariacki plein. Deskundigen zijn het erover eens dat de beelden werden gemaakt in de werkplaats van Stoss, maar zij verschillen van mening over zijn betrokkenheid.
Twee figuren van ridders uit de jaren 1480, verguld hout. Beide beelden waren in het bezit van de Mariakerk, nu in de collectie van het Nationaal Museum in Krakau.