Work avoidance goals have been relatively neglected in the literature with most research focusing on mastery and performance goals. Het centrale doel van deze studie was om de structuur, de antecedenten en de gevolgen van het werkvermijdingsdoel construct te onderzoeken. Vier studies werden uitgevoerd. Studie 1 onderzocht de constructvaliditeit van werkvermijding, terwijl studie 2 zich richtte op de antecedenten ervan. Gebruikmakend van een longitudinaal panel design, onderzocht studie 3 de impact van werkvermijding – naast mastery en performance doelen – op bevlogenheid en prestatie, terwijl studie 4 de relatie met bredere welzijnsuitkomsten onderzocht. De resultaten toonden aan dat werkvermijding verschillend was van mastery en prestatiedoelen. De entiteitstheorie van intelligentie voorspelde het nastreven van werkvermijdingsdoelen positief, terwijl steun van leerkrachten en medeleerlingen dit tegenwerkten. Het nastreven van werkvermijdingsdoelen bleek samen te hangen met minder betrokkenheid, lagere cijfers, en meer negatief affect. De impact van werkvermijding op prestatie- en welzijnsuitkomsten lijkt groter te zijn dan de vaak onderzochte mastery- en prestatiedoelen. Implicaties worden besproken.