Schudden en scheuren
Hout is een natuurproduct dus natuurlijke variaties in nerf, kleur, scheuren, zijn te verwachten. Knoesten van verschillende grootte zijn ook te verwachten.
Ruitvorming is scheurvorming die zich ontwikkelt langs de straal van een stam. Het strekt zich zelden uit door de balk naar de andere kant, en wordt in aanmerking genomen in technische berekeningen bij het dimensioneren van houtsoorten. Meestal is het geen structureel probleem. FOHC (free of heart centre) hout heeft meestal minder controle dan hout met een kern. Het hart is het middelpunt van de bulls-eye op een stam voordat deze tot een houten balk wordt gekantrecht.
Geschil is een houtgebrek. Het treedt op rond de groeiringen van een houtsoort en wordt vaak aangetroffen bij oudere bomen die in natte gebieden groeien. Hemlock en Cyprus zijn bijzonder gevoelig voor schudden. Het kan al dan niet een structureel probleem zijn, afhankelijk van de diepte. Meestal is het slechts een esthetisch probleem, zoals het afbladderen van uienschillen. We kijken of er scheurvorming in de balken zit als we ze doorzagen, en gooien alle balken weg waarover we ons structureel zorgen maken of die er slecht uitzien. Helaas kan een balk soms pas een jaar na het uitdrogen gaan trillen en dan onzichtbaar zijn in de werkplaats als we aan het zagen zijn.
Wan is een hoek die ontbreekt aan de balk. Het is eigenlijk de ronde rand van de balk die te zien is als de balk kleiner is dan de balk. Zolang het hout goed is gesorteerd, is het geen structureel probleem. Het meeste van ons hout heeft wat bekend staat als “potlood wane”, een halve centimeter of minder. Soms heeft inheems materiaal, zoals grenen, eiken of hemlock een veel grotere wankeling. De regels voor de indeling van constructies staan toe dat 1/3 van de voorkant van een balk wankant is, wat zeer zeldzaam is.