Santa Claus: Where Did That Guy in the Red Suit Come From?
Copyright 2001, Michael McCann van The Business Cafe. Alle rechten voorbehouden.
http://www.globalbusinesscafe.com/
Alle commentaar moet worden gericht aan Michael McCann op > [email protected]
De oorsprong van de Kerstman hangt af van het verhaal van welk land je kiest. De Kerstman komt van de Nederlandse woorden “Sinter Klaas”, zoals zij hun favoriete heilige, Sinterklaas, noemen. Hij zou zijn gestorven op 6 december 342 na Christus. 6 december wordt gevierd als zijn feestdag, en in veel landen is dit de dag dat hij aankomt met zijn geschenken en straffen.
Nicolaas leefde in wat nu Turkije heet. Hij werd geboren rond 280 n.Chr. in de stad Patras. Zijn ouders waren welgesteld en hij was goed opgeleid. Nicholas schijnt een opmerkelijke jeugd gehad te hebben. Toen hij nog een jonge jongen was, werd hij bisschop van Myra, en daarom staat hij sindsdien bekend als de Jongen Bisschop. Hij stond bekend om zijn extreme vriendelijkheid en vrijgevigheid – vaak ging hij ’s nachts op pad en bracht cadeautjes naar de behoeftigen. Dat de Kerstman zo beroemd werd, is te danken aan twee legenden – de drie dochters en de kinderen in de herberg.
De drie dochters
Het eerste verhaal toont zijn vrijgevigheid. Er woonden drie ongetrouwde meisjes in Patras die uit een respectabele familie kwamen, maar zij konden niet trouwen omdat hun vader al zijn geld had verloren en geen bruidsschatten had voor de meisjes. Het enige wat de vader dacht te kunnen doen was hen te verkopen wanneer zij de leeftijd hadden bereikt om te trouwen. Toen hij van het naderende lot hoorde, bracht Nicolaas in het geheim een zak goud naar de oudste dochter, die de juiste leeftijd had om te trouwen, maar wanhoopte ooit een huwelijkskandidaat te vinden. Haar familie was dolgelukkig met haar geluk en zij ging gelukkig trouwen. Toen de volgende dochter meerderjarig werd, bezorgde Nicolaas ook haar goud.
Volgens het overgeleverde verhaal gooide Nicolaas de zak door het raam en belandde deze in de kous van de dochter, die zij bij het vuur te drogen had gehangen. Een andere versie beweert dat Nicolaas de zak met goud door de schoorsteen liet vallen.
Toen de jongste dochter oud genoeg was om te trouwen, was de vader vastbesloten de weldoener van zijn dochters dochter te ontdekken. Hij dacht natuurlijk dat zij ook wel eens een zak goud zou kunnen krijgen en besloot daarom de hele nacht de wacht te houden. Nicolaas, trouw aan zijn gebaar, kwam aan en werd gegrepen, en zijn identiteit en vrijgevigheid werden aan iedereen bekend gemaakt. Toen soortgelijke verhalen over de vrijgevigheid van de bisschop zich verspreidden, bedankte iedereen die een onverwacht geschenk ontving Sint Nicolaas.
Sint Nicolaas en kinderen
Een van de vele verhalen die over Sint Nicolaas de ronde doen, verklaart waarom hij tot patroonheilige van de kinderen werd benoemd. Op een reis naar Nicaea stopte hij onderweg voor de nacht in een herberg. Gedurende de nacht droomde hij dat er een verschrikkelijke misdaad was gepleegd in het gebouw. Zijn droom was afschuwelijk. Drie jonge zonen van een rijke Aziaat, die op weg waren om in Athene te gaan studeren, waren door de herbergier vermoord en beroofd. De volgende morgen confronteerde hij de herbergier en dwong hem te bekennen. Blijkbaar had de herbergier eerder andere gasten vermoord en hen gezouten voor varkensvlees of had hij hun lichamen in stukken gehakt en ingemaakt in vaten met pekel. De drie jongens zaten nog in hun vaten, en Nicolaas maakte het kruisteken over hen en zij werden weer tot leven gewekt.
Waar kwam religie om de hoek kijken? …
In pas gekerstende gebieden waar de heidense Keltische en Germaanse cultussen sterk bleven, werden legendes van de god Wodan vermengd met die van verschillende christelijke heiligen; Sint Nicolaas was een van deze. Er waren christelijke gebieden waar Sint Nicolaas alleen regeerde; op andere plaatsen werd hij bijgestaan door de heidense Donkere Helper (de slaaf die hij had geërfd van de Germaanse god Wodan). In andere afgelegen streken, waar de Kerk weinig macht bezat, beheersten oude zakken van de Olde Religie de tradities. Hier regeerde de Duistere Helper alleen, soms op een zeer verwarrende manier, gebruik makend van de schuilnaam Sint Nicolaas of “Klaus,” zonder op enigerlei wijze zijn dreigende, Herne/Pan, met bont beklede verschijning te veranderen. (Dit was de figuur die later door de kunstenaar Nast werd gebruikt als model voor de vroege Amerikaanse Kerstman.)
De katholieke Sint Nicolaas had ook een verwarrend verleden. Hij was een compilatie van twee afzonderlijke heiligen (een uit Myra in Klein-Azië, de andere uit Pinora), die beiden – zoals de Kerk nu toegeeft – niets meer waren dan gekerstende watergoden (mogelijk verwant aan de Grieks-Romeinse god Poseidon/Neptunus.)
Toen de Vikingen het Middellandse Zeegebied binnenvielen, brachten zij de Christelijke Sint Nicolaas cultus van Italië naar Noord Europa, en bouwden daar Sint Nicolaas kerken voor de bescherming van hun zeelieden. Toen bijvoorbeeld de vloot van Willem de Veroveraar tijdens zijn invasie van Engeland door een storm werd getroffen, is het bekend dat hij Sint Nicolaas om bescherming riep. Hoewel in die dagen in de kerkdiensten alleen melding werd gemaakt van Sint Nicolaas als beschermer van de zeelieden, stonden zij aanvankelijk een vermenging toe van de mediterrane Nicolaas-mythen met enkele die verbonden waren geweest aan de heidense Germaanse god Wodan en aan die van de nog vroegere Herne/Pan-tradities.
Door dergelijke heidense feesten en tradities in zich op te nemen, kon de Christelijke Kerk op subtiele wijze haar eigen theologie inbrengen: in dit geval de vestiging van de goede Sint Nicolaas, brenger van liefde en geschenken, terwijl zij met tegenzin de aanwezigheid van de Herne/Pan van de Oude Religie toestond, maar alleen als een slaaf van Sint Nicolaas. Zo veranderde de Kerk, in delen van Europa, Herne in de gevangene van Sint Nicolaas, geketende Duistere Helper; niemand minder dan Satan, de Duistere, symbool van al het kwaad. Zijn enige overgebleven taken waren nu het dragen van de zak, het bang maken van maagden en kinderen tot vroom gedrag, en het wegslepen van zondaars en heidenen naar de christelijke hel. Maar ondanks deze karaktermoord bleven de arme massa’s in deze geknechte Duistere Helper een afspiegeling zien van hun eigen knechting. Hij bleef hun Herne, die zijn neus stak naar de Christelijke Kerk; een ondeugende, nostalgische herinnering aan de dagen van hun eigen vrije en wellustige heidense verleden.
In Nederland en verschillende andere Europese landen wordt de Sint Nicolaasfiguur nog steeds hooggeacht. Hij verschijnt als een lange waardige bebaarde witharige oude man gekleed als een katholieke bisschop compleet met mantel, mytre, en pastorale staf, een schijnbaar echte katholieke heilige, maar met een bizarre nogal onheilige gewoonte om door de lucht te rijden op een wit paard gevolgd door zijn Duistere Helper. Het schijnt dat onze katholieke heilige sommige van deze gewoonten geërfd heeft van de heidense Germaanse god Wodan, die ook een bebaarde, witharige oude man was, eveneens gekleed in een hoed en mantel, een staf (of speer) droeg, op een heilig wit paard reed en dezelfde duistere slaaf/helper aan een ketting meesleepte.
De Nederlandse Sinterklaas brengt geschenken naar goede kinderen, terwijl slechte kinderen worden lastig gevallen door Zwarte Piet, de Duistere Helper, die – zwaaiend met zijn eigenaardige bezemachtige roede – dreigt brutale jonge vrouwen en stoute kinderen in de zak te stoppen waarin hij de geschenken heeft vervoerd, met het idee dat hij ze zal wegbrengen naar een of andere verschrikkelijke plaats in Spanje (waar Sinterklaas, zonder bekende historische reden, vandaan zou zijn gekomen). Dit gebeurt natuurlijk nooit, want de goede christelijke Sinterklaas komt altijd tussenbeide voor het stoute kind – op voorwaarde dat het kind belooft zijn leven te beteren. De slechte (heidense) Duistere Helper wordt dan door Sinterklaas vermaand en bevolen op te houden met het bedreigen van de kinderen.
Daarna deelt Sinterklaas geschenken uit aan allen “die braaf zijn geweest” (of tot in de twintigste eeuw, aan allen “die hun gebeden hebben gekend”). In ruil daarvoor worden de kinderen verondersteld voedseloffers voor het paard van de heilige achter te laten (meestal hooi en wortels), die in een schoen of kous worden gestopt. In sommige streken wordt ook een glas jenever achtergelaten als offer voor de goede heilige zelf. Wanneer bij het aanbreken van de dag de offers zijn verdwenen en vervangen door geschenken, bewijst dit dat Sinterklaas inderdaad ’s nachts op bezoek is geweest.
We kunnen in dit alles duidelijk de les herkennen die de christelijke kerk, hier vertegenwoordigd door Sint Nicolaas, de heidenen heeft geleerd: Jullie mogen genieten van jullie oude herfst-/winterfeesten, zolang jullie je gebeden maar hebben geleerd en goede christenen zijn geworden. U zult dan worden beloond, maar als u dat niet hebt gedaan, zult u worden meegesleurd naar de hel door uw eigen angstaanjagende, heidense verleden en zijn vertegenwoordiger, de duistere Herne/Pan – die niemand anders is dan Satan zelf – tenzij u berouw toont, hier en nu!
Sinterklaas met een Europese flair …
Nicolaas’ natuurlijke affiniteit met kinderen leidde ertoe dat hij werd aangenomen als hun patroonheilige, en zijn vrijgevigheid leidde tot de gewoonte om op zijn feestdag geschenken aan hen te geven. Dit gebruik werd vooral verbreid in de Lage Landen, waar de Nederlandse zeelieden berichten naar huis hadden gebracht over de vrijgevigheid van de heilige. Sint Nicolaas was echter overal een enorm populaire heilige. Zowel Rusland als Griekenland adopteerden hem als hun beschermheilige, en er zijn meer kerken in de wereld naar hem vernoemd dan naar welke van de apostelen ook (met name in Nederland).
In de Europese landen wordt Sint Nicolaas meestal afgebeeld als een bebaarde heilige, in kerkelijk gewaad en rijdend op een wit paard. Hij draagt een mand met geschenken voor de brave kinderen en een partij roeden voor de stoute.
In het oude Tsjechoslowakije werd Svaty Mikulas door een engel op een gouden koord uit de hemel naar beneden gebracht. Toen hij op eerste kerstdag aankwam, haastten de kinderen zich naar de tafel om hun gebeden op te zeggen. Als ze het goed deden, zei hij tegen de engel die met hem meekwam dat hij hen cadeautjes moest geven.
In delen van de Alpen maakten “geesten van het veld” de weg vrij voor Sint Nicolaas. Achter hen kwamen een man met een geitenkop, en een gemaskerde demon met een berkenmuts. In Duitsland dansten twaalf in stro geklede jongemannen met dierenmaskers achter Sinterklaas aan, met luidende koebellen. Bij elk huis dreven de gemaskerde mannen, nadat er geschenken waren gegeven, de jongelui naar buiten en deden alsof ze hen sloegen!
Voor de kinderen in Nederland is 6 december nog altijd spannender dan Eerste Kerstdag, want dan komt Sinterklaas aan. Zijn komst wordt gevierd en dit is de dag waarop kinderen hun cadeautjes krijgen. De spanning begint al op de laatste zondag van november, als overal te horen is: “Kijk daar komt de stoomboot ons Sinterklaas brengen!”
Sinterklaas komt traditiegetrouw over zee aan en gaat in Amsterdam van boord. Hij bestijgt dan een wit paard voor een processierit door de straten. Hij is gekleed in een scharlakenrode bisschopsmantel en mijter, draagt witte handschoenen en een enorme bisschopsring aan zijn linkerhand. Zwarte Piet vergezelt Sinterklaas. De aankomst van Sinterklaas wordt met gejuich begroet door de duizenden kinderen en volwassenen die langs de route staan. Vermoedelijk kwam de bisschop uit Spanje. Dit verhaal gaat terug tot de zestiende eeuw, toen de Spanjaarden de Lage Landen overheersten. De wambuis, de fluwelen broek, de pantalon en de gepluimde baret van zijn begeleiders – in het bijzonder zwarte piet – zijn een andere indringende herinnering aan die periode. Zwarte Piet draagt een grote zak waarin hij naar verluidt alle jongens en meisjes stopt die zich in de loop van de laatste 12 maanden hebben misdragen. Met de stoute kinderen in zijn zak neemt Zwarte Piet ze mee naar Spanje.
Immigranten naar de Nieuwe Wereld moeten iets bekends hebben herkend in de kleine figuur van St. Nick. Zijn bontkostuum deed denken aan Pelz-Nicol voor een Beier, en de kleine kabouterachtige figuur Jule-nissen aan een Scandinaviër. Zijn elfachtige kwaliteiten deden ook bij andere nationaliteiten een belletje rinkelen, bijvoorbeeld bij de Ieren met hun traditie van de “kleine mensen”. In veel opzichten was de Kerstman herkenbaar voor veel mensen, wat waarschijnlijk verklaart waarom hij zo snel werd geadopteerd – een nieuw, maar vertrouwd symbool voor een nieuw land.
Gift-Giving Comes of Age
Net als in veel andere Europese landen werden cadeaus in dit jaargetijde meestal op oudejaarsavond uitgewisseld, en dan eerder tussen volwassenen dan voor kinderen. In de jaren 1840 kwam er echter steeds meer nadruk te liggen op eerste kerstdag. Dit schijnt om verschillende redenen te zijn gebeurd. De pers – die nu een veel breder publiek bereikte – benadrukte het feit dat Kerstmis de viering van de geboorte van Jezus was. Verjaardagen waren altijd een dag geweest om geschenken te geven en het was een natuurlijke stap om de geboorte van Jezus te vieren door op die dag geschenken te geven.
Voordat Kerstmis van 1644 tot 1660 door Oliver Cromwell werd verboden, was er een oud gebruik geweest om snoep en kleine geschenken aan kinderen te geven op Eerste Kerstdag. Dit gebruik was vrijwel tot stilstand gekomen, maar beleefde nu een opleving, deels als gevolg van de vele artikelen die in de kerstedities van tijdschriften werden geschreven over de “oude tradities” van Kerstmis. Een ander element dat van invloed was, was dat kinderen, net als in Amerika, steeds meer aandacht kregen in de samenleving, en het leek gepast om deze tijd te gebruiken om hen meer nadruk te geven.
De invoer van de kerstboom uit Duitsland, en de bijbehorende rituelen van het geven van geschenken op kerstavond, gaven een verdere impuls aan het idee van geschenken. De Kerstman zorgde voor de laatste invloed. Tegen het einde van de eeuw was Kerstdag – althans in Engeland – vast verankerd als een kinderfeest en de dag waarop cadeautjes werden gegeven.
De Kerstman, of “Father Christmas”, kwam terug in de Engelse kerstfestiviteiten toen de mensen vanuit Amerika aan hem werden herinnerd. Dit blies het Engelse kerstfeest nieuw leven in en was het antwoord op degenen die baden dat de kerstman en zijn gebruiken mochten worden hersteld “in een deel van hun oude eer”.
Vieringen rond de midwinterzonnewende werden al sinds de Romeinse tijd gebruikt voor het geven van geschenken. Bij het Romeinse winterfeest – de Saturnalia genoemd omdat zij Saturnus vereerden als de god van alles wat groeide – hielden de Romeinen een feestdag die een week duurde. Iedereen nam deel aan de feesten en spelen. Zelfs de slaven werden voor een dag vrijgelaten en mochten zeggen en doen wat zij wilden. Men wisselde geschenken uit, een gebruik dat Strenae heette, als symbool van goede wil. Aanvankelijk waren deze geschenken groene takken uit het bos van de godin Strenia. Later werden geschenken gegeven van zoet gebak om een prettig jaar te verzekeren, edelstenen, gouden of zilveren munten om rijkdom te symboliseren, en, het meest populaire van allemaal, kaarsen als symbool van warmte en licht. Naarmate het Romeinse Rijk zich uitbreidde, verspreidde deze gewoonte om geschenken te geven zich ook naar andere delen van de wereld. Aangezien de Saturnalia het begin van een nieuw jaar markeerde, werden in de meeste landen de geschenken op Nieuwjaarsdag gegeven en niet op Kerstdag. Door de komst en de verspreiding van het christendom werd het geven van geschenken verplaatst naar andere tijden van het jaar.
In Duitsland werden de pakketten met kerstgeschenken “Christus-bundels” genoemd en kwamen vaak in bundels van drie. Er zat iets bij wat de moeite waard was, iets nuttigs en iets voor de discipline. In de zeventiende eeuw bevatte een typische bundel snoep, suikerpruimen, gebak, appels, noten, poppen en speelgoed. De nuttige dingen waren kleren, mutsen, wanten, kousen, schoenen en pantoffels. De geschenken “die behoren tot onderwijs, gehoorzaamheid en tucht” waren voorwerpen als ABC-tafeltjes, papier, potloden, boeken en de “Christus-roede”. Deze roede, bevestigd aan de bundel, was een puntig geheugensteuntje voor goed gedrag. Een andere manier om geschenken te geven was het oude Duitse gebruik van het “kerstschip”, waarin bundels voor kinderen werden opgeborgen. Tot op zekere hoogte werd dit gebruik ook in Engeland overgenomen, maar nooit met dezelfde mate van populariteit.
In de eeuwen voordat de Kerstman algemeen bekend was, en ook nu nog in vele landen waar hij niet algemeen is ingevoerd, is het kind Jezus de geschenkenbrenger. Hij komt ’s nachts met de engelen mee, trimt de boom en legt de cadeautjes eronder.
In Spanje en Spaanssprekende landen brengt het kind Jezus (el Nino Jesus) tijdens de Heilige Nacht de kerstcadeautjes voor de kinderen. Hij wordt ’s morgens gevonden in de tot dan toe lege kribbe, en alle cadeautjes worden ervoor neergelegd.
De Duitse naam van het Christuskind is Christkind, gewoonlijk gebruikt in zijn verkleinvorm Christkindel. Zijn boodschapper, een jong meisje met een gouden kroon dat een kleine “Boom van Licht” vasthoudt, brengt de geschenken van het Christuskind. Ook vandaag nog wordt in Amerika “Kriss Kringle” – afgeleid van het Duitse Christkindel – gebruikt als naam voor de Kerstman.
Santa kan verschijnen onder verschillende namen en in verschillende gedaanten. Franse kinderen laten bijvoorbeeld op kerstavond hun schoenen bij het haardvuur staan, zodat Pere Noel ze met geschenken kan vullen. s Morgens ontdekken ze dat de schoenen gevuld zijn en dat er ook snoep, fruit, noten en klein speelgoed aan de takken van de boom is gehangen.
In Zweden wachten de kinderen vol spanning op Jultomten, wiens arrenslee wordt getrokken door de Julbocker, de geiten van de dondergod Thor. Met zijn rode pak en muts, en een uitpuilende zak op zijn rug, lijkt hij veel op de Kerstman zoals wij hem kennen. Ook in Denemarken draagt de geschenkbrenger Julemanden een zak en wordt hij gebracht door rendieren. Elfjes, bekend als Juul Nisse, komen van zolder, waar ze wonen, om te helpen met de klusjes tijdens de Yuletide. De kinderen zetten een schoteltje melk of rijstpudding voor hen op zolder en zijn blij dat het ’s morgens leeg is.
De kinderen in Polen krijgen hun geschenken van de sterren, terwijl in Hongarije de engelen ze brengen. De kinderen van Syrië ontvangen hun geschenken van de Jongste Kameel op 6 januari, de dag van Drie Koningen. De kinderen van Spanje, Mexico, Puerto Rico, de Filippijnen en Zuid-Amerikaanse landen ontvangen hun geschenken ook op deze tijd en op Heilige Nacht, maar dan van de Drie Koningen.
In Italië is een ongewone figuur de geschenkenbrenger voor kinderen. Het is de “Vrouwe Befana” of “Bufana” (La Befana), de tijdloze zwerver. Naar verluidt weigerde La Befana met de wijzen mee te gaan naar Bethlehem toen zij haar deur passeerden, en is zij sindsdien op zoek naar het Christuskind. Op de avond van Drie Koningen (Driekoningen) zwerft zij van huis tot huis, gluurt in de gezichten van de kinderen en laat geschenken achter. Op die dag zwerven de kinderen door de straten, blazen op hun papieren trompetten en nemen de geschenken in ontvangst die La Befana hun heeft gegeven. Haar naam komt van het woord “Driekoningen”.
In Rusland is Kolyada de naam voor Kerstmis. Het woord is afgeleid van het oude Romeinse Kalends, de viering van het nieuwe jaar op 1 januari. Kolyada is ook de naam van de witgeklede vrouw die op kerstavond op een slee, getrokken door één wit paard, van huis naar huis rijdt om de kinderen geschenken te brengen. Kolya (Nicolaas), die tarwekoeken op de vensterbanken achterlaat, gaat met haar mee. De geschenkenbrenger in Rusland is ook een legendarische vrouw, Baboesjka (Grootmoeder) genaamd. Zij zou de Wijzen op het verkeerde been hebben gezet toen zij hun weg naar Bethlehem zochten. Volgens een andere versie weigerde zij gastvrijheid aan de Heilige Familie op weg naar Egypte. Wat ook haar fout was, zij had berouw van haar onvriendelijkheid en om haar zonde te herstellen, gaat zij nu op Kerstavond de wereld rond op zoek naar het Christuskind en deelt zij geschenken uit aan de kinderen.
Santa Invades New York
In Europa werden, na de Reformatie van de zeventiende eeuw, het feest en de verering van Sint Nicolaas op veel plaatsen afgeschaft, ook in Engeland, waar een figuur die bekend staat als Father Christmas daarvoor in de plaats kwam. De kerstman is een wintergodheid, met wit haar en baard, die een kroon van hulst draagt. De Duitse kolonisten brachten hun geloof en verhalen over Sint Nicolaas mee naar dit land tijdens de twee grote immigratiegolven, in de vroege jaren 1700 en het midden van de jaren 1800, en Hollanders brachten hun Sinter Klaas mee naar hun nederzetting Nieuw Amsterdam. Toen de Engelsen New York koloniseerden, namen zij hun Vader Kerstmis, die geen geschenken meebracht, over naar deze tradities, en de Kerstman zoals wij hem vandaag de dag kennen was geboren.
Washington Irving beschreef voor het eerst dat de Kerstman met zijn slee vloog. De slee zou worden voortgetrokken door rendieren, waardoor de kerstman een exotische band kreeg met het hoge noorden – een land van kou en sneeuw waar weinig of geen mensen reisden en dat daarom mysterieus en afgelegen was. De rendieren werden echter niet voor het eerst verteld door Irving. In een publicatie genaamd The Children’s Friend, had een schrijver in 1821 “Old Sante Claus with much delight, His reindeer drives this frosty night” beschreven. Washington Irving, in A History of New York, gepubliceerd in 1809, hielp bij het creëren van de veramerikaniseerde versie van deze mythische figuur toen hij de heilige beschreef als “een vinger naast zijn neus leggend” en geschenken door schoorstenen laten vallen.
Clement Moore’s “An Account of a Visit from St. Nicholas” (in de volksmond bekend als “The Night Before Christmas”} werd gepubliceerd op 23 december 1823. Clement C. Moore vertelde over acht rendieren en gaf hun namen. Sommige geleerden denken dat dit gedicht eigenlijk geschreven is door Henry Livingston, Jr., en er is overtuigend bewijs om dit standpunt te ondersteunen. Misschien had Livingston een gedicht geschreven dat Moore bewerkte. Hoe dan ook, in het nu beroemde gedicht wordt de Kerstman beschreven als een “vrolijke oude elf,” met een team van acht rendieren, die naar de kinderen komt op Kerstavond, in plaats van op 6 december of Nieuwjaarsdag. Eén verhaal vertelt dat Dr. Clement Moore geïnspireerd werd om de huidige Kerstman te tekenen door een kleine, mollige Nederlandse vriend van hem, die bij het vuur verhalen over Sinterklaas had zitten vertellen.
Thomas Nast is een andere bijdrager aan de Amerikaanse ontwikkeling van de Kerstman. Hoewel hij in de jaren 1840 in Beieren werd geboren, kwam hij naar de Verenigde Staten toen hij zes jaar oud was. Hij groeide op tot een redactioneel cartoonist en illustrator met flair; hij wordt gecrediteerd voor het creëren en populariseren van de Republikeinse olifant en de Democratische ezel, de symbolen van de twee grootste politieke partijen. Hij wordt ook beschouwd als de belangrijkste bron voor de manier waarop wij ons de Kerstman voorstellen, vanwege een serie tekeningen die hij tussen 1863 en 1886 maakte voor Harper’s Weekly. De in Beieren geboren Nast had geen flauw idee hoe de Kerstman er uit moest zien en tekende de Kerstman als de winterfiguur die hij zich herinnerde uit de bergdorpen in zijn Beierse Alpen; een nogal enge, minder dan vriendelijke kabouter, gekleed in dierenhuiden en met een korte bezemachtige stok waarmee hij meisjes en jongens bedreigde.
In de loop der jaren werd Nast’s Kerstman steeds vriendelijker, totdat in 1931 de Coca-Cola Company besloot dat zij hun verkoop aan kinderen wilde vergroten. De wet van die tijd stond niet toe dat in advertenties kinderen te zien waren die Coca-Cola dronken, dus wat dacht je van een vriendelijker kerstman, ontspannen met een cola die hem door kinderen werd geserveerd? De kunstenaar Haddon Sundblom kreeg de opdracht een nieuwe, meer commerciële Kerstman te ontwerpen. In plaats van Moore’s elfje of Nast’s knorrige kabouter, bedacht Sundblom een grote, vrolijke kerel in het bekende, felrode pak met witte bontrand (de Coca-Cola kleuren).
De Irving, Moore, Nast en Sundblom zijn samen grotendeels verantwoordelijk voor de manier waarop wij in Amerika de Kerstman zien.