Buses, Streetcars, and Trolleys

Rijd niet door een veiligheidszone. Dit is een ruimte gereserveerd voor voetgangers, en gemarkeerd door verhoogde knoppen of markeringen op een rijweg.

Wanneer mensen in of uit een tram of trolley stappen waar er geen veiligheidszone is, stop dan achter de dichtstbijzijnde deur of voertuigplatform van het voertuig en wacht tot de mensen een veilige plaats hebben bereikt.

Wanneer een bus, tram of trolley stilstaat in een veiligheidszone of op een kruispunt waar het verkeer wordt geregeld door een politieagent of een verkeerslicht, mag u met niet meer dan 10 mph passeren.

Haal geen lightrailvoertuig of tram aan de linkerkant in en passeer het niet, of het nu rijdt of stilstaat.

Uitzonderingen:

• Wanneer u zich op een eenrichtingsweg bevindt.
• Wanneer de sporen zich zo dicht bij de rechterkant bevinden dat u er niet rechts langs kunt.
• Wanneer een verkeersofficier u opdraagt links te passeren.

Light Rail Voertuigen

Light Rail Voertuigen hebben dezelfde rechten en verantwoordelijkheden op de openbare weg als andere voertuigen. Hoewel iedereen zich aan dezelfde verkeersregels moet houden, vereisen light-rail voertuigen vanwege hun afmetingen een uitzonderlijke rijvaardigheid.

Deel veilig de weg met light-rail voertuigen door:

• Zich bewust te zijn van waar light-rail voertuigen rijden. Gebouwen, bomen, enz, veroorzaken dode hoeken voor de bestuurder van de trolley.
• Nooit afslaan voor een naderend light-railvoertuig.

Niet afslaan voor light-railvoertuigen

• Een veilige afstand bewaren tot het light-railvoertuig als dit een straat deelt met het autoverkeer.

Veiligheidszones zijn gemarkeerd met witte stippellijnen

• Kijk uit naar naderende light-railvoertuigen voordat u over het spoor afslaat. Maak uw bocht pas af als een sein aangeeft dat u verder mag rijden.

OPMERKING: Light-rail voertuigen kunnen verkeerssignalen onderbreken. Ga pas verder als het sein aangeeft dat u verder mag rijden.

Noodvoertuigen

U moet voorrang verlenen aan politievoertuigen, brandweerauto’s, ambulances of andere voertuigen van hulpdiensten die sirenes en rode lichten voeren. Rijd naar de rechterzijde van de weg en stop tot het (de) hulpverleningsvoertuig(en) gepasseerd is (zijn). Stop echter nooit op een kruispunt. Als u zich op een kruispunt bevindt wanneer u een hulpverleningsvoertuig ziet, moet u het kruispunt doorrijden en vervolgens, zodra het veilig is, naar rechts rijden en stoppen. Voertuigen van hulpdiensten gebruiken vaak de verkeerde kant van de straat om hun weg te vervolgen. Soms gebruiken ze een luidspreker om te praten met bestuurders die hun weg versperren.

Rijd voor voertuigen van hulpdiensten

U moet alle verkeersaanwijzingen, bevelen of signalen van een verkeers- of politieagent of een brandweerman opvolgen, zelfs als deze in strijd zijn met bestaande borden, signalen of wetten.

Het is tegen de wet om binnen 300 voet achter een brandweerwagen, politievoertuig, ambulance, of ander hulpverleningsvoertuig met een sirene of zwaailichten te rijden (CVC §21706).

Als u voor sight-seeing doeleinden naar de plaats van een brand, aanrijding, of andere ramp rijdt, kunt u worden gearresteerd. Toevallige waarnemers hinderen de essentiële diensten van politie, brandweer, ambulancepersoneel, of ander reddings- of noodpersoneel.