Articles

Röntgenstralen of niet?

Veiligheidscampagne vermindert medische stralingsrisico’s in Afrika

Miss Elizabeth Nabunya Kawooy

Wanneer dr. Michael Kawooya, radioloog in het Mengo-ziekenhuis in Kampala (Uganda), een echografie uitvoert bij zwangere patiënten, krijgt hij vaak de vraag: “Dokter, is dit gevaarlijk?”

Zijn antwoord is altijd “Nee”.

“Bij echografieën wordt geen ioniserende straling gebruikt, dus ze zijn niet gevaarlijk”, zegt dr. Kawooya, die ook directeur is van het Ernest Cook Ultrasound Research and Education Institute in Kampala.

Bij veel van de procedures die zijn patiënten ondergaan of waar ze om vragen, zoals röntgenfoto’s, CT-scans en ingrepen onder geleide van fluoroscopie, wordt wel ioniserende straling gebruikt. Deze kunnen kanker en huidletsels veroorzaken, vooral bij kinderen. Veel verwijzers, patiënten en verzorgers zijn zich niet van deze risico’s bewust.

“Vaak denken patiënten dat een röntgenfoto deel uitmaakt van een behandeling zonder enige kennis van de risico’s”, legt Dr. Kawooya uit. “Dit is onze kans om hen voor te lichten.”

Verbeterde stralingsveiligheid

Wereldwijd worden er jaarlijks naar schatting 3,6 miljard diagnostische medische onderzoeken, zoals röntgenfoto’s, uitgevoerd. Dit aantal blijft stijgen naarmate meer mensen toegang krijgen tot medische zorg. Ongeveer 350 miljoen van deze onderzoeken worden uitgevoerd bij kinderen onder de 15 jaar.

“Als patiënten en gezinnen niet goed worden voorgelicht over de risico’s en voordelen van een beeldvormingsprocedure, kunnen zij keuzes maken die eerder schadelijk dan gunstig zijn voor hun gezondheid, zoals het weigeren van een CT die nodig is of het eisen van een CT die niet gerechtvaardigd is,”

Dr Maria del Rosario Perez, wetenschapper bij het Department of Public Health van de WHO

Het gebruik van straling bij medische beeldvorming kan levens redden en de noodzaak van meer invasieve procedures voorkomen, maar oneigenlijk gebruik kan leiden tot onnodige en onbedoelde stralingsdoses voor patiënten. Omdat kinderen kleiner zijn en een langere levensduur hebben dan volwassenen, is hun risico op het ontwikkelen van stralingsgeïnduceerde effecten groter.

“Als patiënten en gezinnen niet goed zijn geïnformeerd over de risico’s en voordelen van een beeldvormingsprocedure, kunnen zij keuzes maken die eerder schadelijk dan gunstig zijn voor hun gezondheid, zoals het weigeren van een CT die nodig is of het eisen van een CT die niet gerechtvaardigd is,” zegt Dr Maria del Rosario Perez, een wetenschapper bij het Department of Public Health van de WHO.

Om de veiligheid te verbeteren, lanceerde de WHO in 2008 een wereldwijd initiatief voor stralingsveiligheid in gezondheidszorginstellingen, met als doel de gezondheidssector te mobiliseren voor een veilig en effectief gebruik van straling in de geneeskunde.

Eén belangrijke prioriteit is het verbeteren van de communicatie over stralingsrisico’s bij beeldvorming bij kinderen om te zorgen voor een effectieve en evenwichtige baten-risicodialoog tussen zorgverleners, gezinnen en patiënten.

Een nieuwe WHO-publicatie, “Communicating radiation risks in paediatric imaging”, helpt zorgverleners bij het communiceren van bekende of potentiële stralingsrisico’s in verband met pediatrische beeldvormingsprocedures. Het document biedt verschillende benaderingen om medische professionals te helpen vragen te beantwoorden, zoals “Hoeveel straling zal mijn kind ontvangen?” en “Hoeveel medische straling is te veel?”

Communicatie van stralingsrisico’s bij pediatrische beeldvorming

In Oeganda gebruiken dr. Kawooya en andere medische professionals de nieuwe publicatie als onderdeel van een regionale campagne om de stralingsveiligheid te verbeteren en het bewustzijn te vergroten om nationaal stralingsbeleid en regelgeving te ontwikkelen.

Een campagne voor Afrika

In veel delen van Afrika kan het beschermen van patiënten tegen stralingsrisico’s een uitdaging zijn. Stralingsrichtlijnen zijn vaak ontoereikend en worden zelden nageleefd. De opleiding van medisch personeel is niet gereglementeerd, en de procedures voor het onderhoud, de buitengebruikstelling en de verwijdering van radiologische apparatuur worden niet altijd gevolgd.

In februari 2015 lanceerde het Pan African Congress of Radiology and Imaging AFROSAFE, een campagne om ervoor te zorgen dat alle op straling gebaseerde medische procedures in Afrika noodzakelijk zijn en veilig worden uitgevoerd. Als onderdeel van de campagne leren medische professionals om risico-batengesprekken te voeren over pediatrische beeldvorming met patiënten en families met behulp van de nieuwe risicocommunicatietool van de WHO.

“AFROSAFE brengt de Afrikaanse medische gemeenschap samen in de strijd om stralingsveiligheid te waarborgen”, zegt Dr. Kawooya. “De nieuwe tool van de WHO zal ons helpen meer bewustzijn te creëren over de risico’s van blootstelling aan straling, en het gebruik helpen bij het ontwikkelen van communicatievaardigheden die nodig zijn om de boodschappen door te geven.”

Door AFROSAFE Uganda onderwijst Dr. Kawooya artsen en technici in zijn land om de veiligheid en kwaliteit van radiologie te verbeteren. In november 2015 hielp hij de eerste trainingssessie organiseren, die werd bijgewoond door meer dan 100 Oegandese medische professionals en patiëntenverdedigers.

Een van de trainingssessies, “To X-ray or not to X-ray,” presenteerde verschillende patiëntscenario’s en vroeg de deelnemers om te bespreken of ze de patiënt zouden doorverwijzen naar medische beeldvorming of niet. Dit scenario herinnerde medische professionals aan de richtlijnen die zij moeten volgen om alle patiënten te beschermen.

“We moedigen radiologen in ziekenhuizen in heel Oeganda aan om verwijzingsrichtlijnen te gebruiken bij het nemen van beslissingen over het gebruik van straling bij kinderen en hun families,” zegt Dr. Kawooya. “Het is onze verantwoordelijkheid om onze patiënten te helpen weloverwogen beslissingen te nemen en hen tegelijkertijd veilig te houden.”

Het nieuwe communicatie-instrument zal als basis dienen voor de verdere ontwikkeling van opleidingspakketten ter verbetering van de communicatievaardigheden van gezondheidswerkers, alsmede van pleitbezorgings- en voorlichtingsmateriaal gericht op patiënten, ouders, familieleden en de gemeenschap.