Poolse Successie, Oorlog van de
Poolse Successie, Oorlog van de, 1733?35. Na de dood (1733) van Augustus II van Polen, probeerde Stanislaus I de Poolse troon te heroveren. Hij werd gesteund door zijn schoonzoon, Lodewijk XV van Frankrijk. De tegenkandidaat voor de troon was de zoon van Augustus II, de keurvorst van Saksen, die werd gesteund door de Heilige Roomse keizer Karel VI en door Anna van Rusland. Stanislaus werd door een meerderheid van de Poolse edelen gekozen, maar een minderheid riep de keurvorst van Saksen uit tot koning van Polen onder de naam Augustus III. Stanislaus, die geen troepen had, kon geen weerstand bieden aan de Russische troepen die in de plaats van zijn rivaal tussenbeide kwamen; na de val (1734) van Danzig vluchtte hij naar Frankrijk. De oorlog werd verder uitgevochten langs de Rijn en in Italië, waarbij Spanje en Sardinië zich bij Frankrijk aansloten tegen de keizer. Spanje probeerde Napels en Sicilië terug te krijgen, die het bij de Vrede van Utrecht aan Oostenrijk had afgestaan, en Sardinië probeerde de Oostenrijkers uit Lombardije te verdrijven. De geallieerden hadden succes in Italië, waar Spaanse troepen Sicilië en Napels in beslag namen. De gebieden van de hertog van Lotharingen (de schoonzoon van Karel VI, de latere keizer Frans I) waren intussen door de Fransen bezet. In 1735 werd bij het voorlopige Verdrag van Wenen vrede bereikt door een algemene dynastieke herschikking. Stanislaus I deed afstand van Polen, hoewel hij zijn koninklijke titel behield, en werd gecompenseerd met de hertogdommen Lotharingen en Bar, die bij zijn dood aan de Franse kroon zouden overgaan. De onteigende hertog van Lotharingen werd de opvolging van het groothertogdom Toscane beloofd na de dood van de laatste Medici heerser (die in 1737 plaatsvond). Spanje kreeg Napels en Sicilië en stond in ruil daarvoor zijn aanspraken op het hertogdom Parma af aan Oostenrijk. Oostenrijk behield Lombardije; bovendien kreeg de keizer van Frankrijk de garantie van de Pragmatische Sanctie. Sardinië won noch verloor iets. Na langdurige onderhandelingen werd in 1738 een definitief vredesverdrag getekend.