Zoals bekend, kent het Fick-principe vele beperkingen. De belangrijkste is het meten van het zuurstofverbruik (VO2) voor de Fick-berekening. Directe meting van VO2 is echter moeilijk en duur. Daarom is algemeen aanvaard dat voorspelde VO2-waarden in de praktijk kunnen worden gebruikt (1).

Er is een tabel gepubliceerd in de richtlijn van de European Society of Cardiology (ESC) waarin wordt gewezen op operabiliteit, inoperabiliteit en controversiële waarden voor zowel pulmonale vasculaire weerstand (PVR) als PVR-index (PVRI) bij patiënten met pulmonale arteriële hypertensie (PAH) (2). Bovendien is eind 2015 een nieuwe richtlijn voor kinderen uitgebracht door de American Heart Association (AHA) (1). PVRI en PVR naar systemische vasculaire weerstand (SVR) ratio was gewezen op operabiliteit in die richtlijn. Zowel de ESC- als de AHA-richtlijnen gebruiken Wood Units.m2 (WU.m2) als eenheid voor PVRI.

In sommige gepubliceerde artikelen is echter Wood Units/m2 gegeven in plaats van WU.m2 (3, 4). Een corrigerende tekst met betrekking tot de eenheden werd gepubliceerd na de publicatie van het artikel dat is geschreven door Simonneau et al. (3). Wij zijn echter van mening dat de nieuwe eenheid die in de corrigerende tekst wordt gegeven als Wood Units index = mm Hg/L/min/m2, in plaats van WU.m2 tot verwarring zal leiden.

Een belangrijk detail is de eenheid van VO2. Als de eenheid van VO2 (mL/min)/m2 is, zal de verkregen waarde cardiale index zijn, niet cardiale output. In dit geval zal de berekende waarde de PVRI zijn, niet de PVR.

Omwille van dit soort problemen hebben we wat meer speciale definities nodig voor de chirurgische behandeling van pediatrische PAH patiënten. De gedefinieerde operabiliteitsgrenzen zijn controversieel voor pediatrische patiënten in de ESC-richtlijn (2). Voor een kind met een PVRI-waarde van 3 WU.m2, met een lichaamsoppervlak van 0,5 zal de PVR-waarde 6 Wood units (WU) bedragen. In dit geval valt het bij controle als PVRI binnen de operabiliteitsgrenzen (<4 WU.m2), maar bij controle als PVR is het inoperabel (>4,6 WU). Als gevolg hiervan is de PVR-PVRI correlatie in de tabel in de ESC-richtlijn niet geldig voor pediatrische patiënten. Herstel van aangeboren hartziekte bij patiënten met PAH aanbevolen indien PVRI <6 WU.m2 of PVR/SVR <0.3 volgens de AHA-richtlijn (1). Deze definitie lijkt acceptabeler, zoals we in het voorbeeld hierboven bespreken. Er is echter enige verwarring in de AHA-richtlijn over de afkortingen PVR en PVRI. In die tekst wordt in de definitie van 6 WU.m2 zowel PVR als PVRI gebruikt in verschillende secties (1).

We moeten in gedachten houden dat de eenheid van VO2 tabellen (mL/min)/m2 is (5). Hierbij moeten we niet vergeten dat, de berekeningen met behulp van die VO2 tabellen resulteerde als PVRI niet PVR. Deze voorwaarde is belangrijk bij het overwegen van het resultaat als WU.m2 of WU.

Vanwege deze mogelijke risico’s voor de berekening van PVRI zijn wij het eens met de AHA-richtlijn. De AHA-richtlijn wijst op het belang van PVR / SVR verhouding in plaats van PVRI waarde (1). Dus, wij raden ten zeerste aan dat kindercardiologen de PVR / SVR ratio gebruiken in plaats van PVRI voor de beslissing van operabiliteit.