Papier en houtpulp
Inleiding
Papier is een van de meest veelzijdige producten van het dagelijks leven, met honderden verschillende gebruiksmogelijkheden. Het is van vitaal belang voor communicatie en onderwijs, maar ook voor sanitaire en huishoudelijke toepassingen en verpakkingen. Papier is in wezen een mat van vezels afkomstig van plantaardig materiaal, en het wordt meestal gemaakt van vezels afkomstig van hout. Het maken van papier uit hout is lange tijd een belangrijke industrie geweest in landen als Canada en Finland.
Papier is biologisch afbreekbaar, recycleerbaar, en een bron van energie als het wordt verbrand. Als het op een duurzame manier wordt geproduceerd, dan is papier een milieuvriendelijk product. De introductie van personal computers en elektronische post had wellicht kunnen leiden tot een papierloos kantoor, maar het omgekeerde is gebeurd: de vraag naar papier is de afgelopen jaren toegenomen. Dit hoeft geen probleem te zijn als papier waar mogelijk wordt gerecycled en hergebruikt.
Historische achtergrond en wetenschappelijke grondslagen
Papier ziet er met het blote oog glad uit, maar bij onderzoek onder een microscoop blijkt het een netwerk te zijn van plantenvezels die als een vel zijn neergelegd. Het wordt gemaakt door het grootste deel van het water te onttrekken aan een suspensie van deze vezels die pulp wordt genoemd. Tegenwoordig wordt het meeste papier gemaakt van houtpulp, maar het kan ook worden gemaakt van andere plantaardige bronnen zoals hennep, katoen en natuurlijk gerecycled papier.
De oude Egyptenaren maakten een papiersoort die zij papyrus noemden door de stroken van de grasachtige zegge Cyperus papyrus samen te persen. In de tweede eeuw na Christus begonnen de Chinezen papier te maken dat meer leek op het materiaal dat nu wordt gebruikt. Zij gebruikten een pulp van moerbeivezels en tilden die op in een zijden zeef om het water af te voeren, zodat een vel papier overbleef dat in de zon werd gedroogd. Dit papier was van hoge kwaliteit en ging lang mee. Er zijn zelfs nog exemplaren van bewaard gebleven in het British Museum in Londen. Pas in de negentiende eeuw werd houtpulp de belangrijkste papierbron en werd het papier machinaal in plaats van met de hand gemaakt. Voordien gebruikten papiermakers katoen en hennep als grondstof.
Hout bestaat uit cellulosevezels die bijeengehouden worden door een stof die lignine heet. Bij de productie van houtpulp wordt het hout van de boom gezaagd en wordt de schors verwijderd. Vervolgens worden de vezels door een mechanische of chemische behandeling gescheiden om pulp te verkrijgen, die vervolgens kan worden gebleekt, afhankelijk van de toepassing. Bomen die geschikt zijn voor de papierproductie zijn onder meer den, spar, berk en eucalyptus. De eigenschappen van het papier zijn afgestemd op het beoogde eindgebruik. Zo is duurzaamheid belangrijk voor bankbiljetten, die van katoen- en vlasvezels worden gemaakt. Tissues, toiletpapier en maandverband moeten goed absorberend zijn. Karton is een zware papiersoort, soms gelaagd, die veel wordt gebruikt in verpakkingen. Voor deze verschillende toepassingen worden verschillende soorten pulp gebruikt.
Impacts and Issues
Er worden jaarlijks ongeveer vier miljard bomen gekapt om papier te maken. Dit is ongeveer een derde van alle bomen die voor commerciële doeleinden worden gekapt. Het wereldverbruik van papier is in de afgelopen 40 jaar verviervoudigd en bedraagt nu ongeveer 300 miljoen ton per jaar. Ongeveer een derde hiervan is nu afkomstig van gerecycleerd papier. Door de verschillende papiersoorten en de verschillende toepassingen is het moeilijk te schatten hoeveel papier één boom oplevert. Maar volgens de Wisconsin Paper Council kan één enkele boom 250 exemplaren van een krant of 90.000 vellen schrijfpapier opleveren.
De papierindustrie wordt vaak afgeschilderd als verkwistend en schadelijk voor het milieu, maar men mag niet vergeten dat papierpulp niet wordt geoogst uit
tropische regenwouden. Bovendien kan papier een gunstig effect hebben op de koolstofkringloop. Als hout wordt verbrand, komt er onmiddellijk kooldioxide in de atmosfeer terecht, wat bijdraagt tot de opwarming van de aarde. Als er papier van wordt gemaakt, wordt de koolstof gevangen en komt hij over een langere periode vrij.
In tegenstelling tot fossiele brandstoffen is hout een hernieuwbare hulpbron en het aanplanten van meer bossen voor de houtproductie creëert een koolstofput, aangezien bomen koolstofdioxide uit de atmosfeer absorberen. De papierindustrie gebruikt echter verschillende schadelijke chemicaliën, zoals chloordioxide, bij de productie, en is verantwoordelijk voor verschillende verontreinigingsinci-
WOORDEN OM TE WETEN
BIODEGRADABEL: in staat om in het milieu te worden afgebroken door de werking van micro-organismen
Koolstofput: Een plaats zoals een bos waar netto koolstof wordt opgeslagen omdat de vastlegging groter is dan de afgifte.
RENEWABLE RESOURCE: Elke hulpbron die vrij snel wordt vernieuwd of vervangen (op menselijke historische tijdschalen) door natuurlijke of beheerde processen.
Duurzaam: In staat om voor onbepaalde tijd in stand te worden gehouden of voortgezet zonder de noodzakelijke hulpbronnen uit te putten of anderszins zichzelf te vernietigen: vaak toegepast op menselijke activiteiten zoals landbouw, energieopwekking, of de instandhouding van een samenleving als geheel.
HOUTPULP: een suspensie van houtweefsel in water die de bron is van de meeste papier
deeltjes. Duurzaam bosbeheer, emissiebeheersing en recycling van papierproducten waar mogelijk zijn de sleutel tot een milieuvriendelijke papierindustrie.
Zie ook bosbestanden; houtkap
BIBLIOGRAPHY
Websites
Confederation of European Paper Industries. “Paperonline.” http://www.paperonline.org/ (geraadpleegd op 19 maart 2008).
Ecology.com. “Paper Chase.” http://www.ecology.com/feature-stories/paper-chase/index.html (geraadpleegd op 20 maart 2008).
Royal Botanic Gardens Kew. “Informatieblad Papier.” http://www.kew.org/ksheets/paper.html (geraadpleegd op 19 maart 2008).
Wisconsin Paper Council. “Paper in Wisconsin.” http://www.wipapercouncil.org/fun3.htm (geraadpleegd op 20 maart 2008).