Over weerwormen
Privacy & Cookies
Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Lees meer, inclusief hoe u cookies kunt beheren.
Op jacht naar het ongrijpbare schepsel
U pakt een exemplaar van De Hobbit en begint het eerste hoofdstuk te lezen.
Halverwege kom je de volgende uitspraak van Bilbo Balings tegen:
“Zeg me wat je gedaan wilt hebben, en ik zal het proberen, al moet ik van hier naar het Oosten lopen en vechten tegen de wilde Weerwormen in de Laatste Woestijn.”
Het boek neerleggend, doe je een snelle mentale zoekactie naar “Weerwormen” en de resultaten leveren niets op. Geïntrigeerd leg je het boek opzij en pakt J.E.A. Tyler’s The Complete Tolkien Companion. Onder ‘W’ zoek je naar het trefwoord zonder succes.
Ontmoedigd pak je vervolgens een exemplaar van Robert Foster’s The Complete Guide to Middle-Earth en probeert informatie te vinden over het ongrijpbare “Weerworm” schepsel. Al bladerend door de pagina’s kom je het woord tegen en vind je de volgende tekst:
“Waarschijnlijk mythische monsters van het Verre Oosten van Midden-Aarde.”
Okee, dus we hebben een klein stukje informatie gevonden waar we op hadden kunnen komen door de oorspronkelijke passage te beredeneren.
Dat is nog niet het einde van onze zoektocht. Bilbo noemt de Laatste Woestijn als de locatie voor deze wezens. Dus laten we teruggaan naar de bibliotheek en alle naslagwerken uitzoeken die ons kunnen helpen. Tyler’s Companion levert niets op. Misschien kan Foster’s Gids ons een beetje verlichten. Onder de “L” categorie vinden we wat we zoeken:
“Een waarschijnlijk denkbeeldige plaats genoemd door Bilbo. Volgens hem was het zeer ver in het oosten en bevatte het wilde Weerwormen.”
Wat kunnen we vinden in het verre oosten van Tolkiens fantasiewereld? De kaarten die ons ter beschikking staan reiken niet zo ver.
Op de vermoedelijk uitgestrekte duinvlakten van Rhûn ligt een onbekend land dat alleen kan worden afgelezen van een enkele kaart die door de auteur is getekend. We moeten verwijzen naar het vierde deel in The History of Middle-Earth series, The Shaping of Middle-earth, om zoiets te zien:
Dit is echter slechts een weergave van Arda voor en tijdens het Eerste Tijdperk, met de binnenzee van Helcar in het midden.
Om ervoor te zorgen dat Rhûn een goede kanshebber is voor de “Laatste Woestijn”, en na alle mogelijke verwijzingen uit The Lord of the Rings te hebben uitgeput, moeten we kijken naar wat The Silmarillion ons te bieden heeft in termen van een tastbare geografische beschrijving:
En op een gegeven moment gebeurde het dat Oromë oostwaarts reed in zijn jacht, en hij draaide naar het noorden langs de kusten van Helcar en passeerde onder de schaduwen van de Orocarni, de Bergen van het Oosten. – Hoofdstuk 3, Over de komst van de Elfen en de gevangenschap van Melkor
Het lijkt er dus op dat het Orocarni-gebergte een natuurlijke grens vormt aan het oosten van Midden-aarde. Het land daartussen lijkt geheel uit Rhûn te bestaan, waarbij de overblijfselen van de zee van Helcar hoogstwaarschijnlijk de zeeën van Rhûn en Nurnen vormen. Het concept van een laatste woestijn ver in het oosten lijkt vrijwel zeker verbonden met Rhûn, het Sindarijnse woord voor oosten.
Laten we nu eens terugkijken naar de structuur van de term “were-worm” en de twee woorden afzonderlijk analyseren.
Were is de Oud-Engelse variant van man, terwijl de Angelsaksische vorm van worm wyrm is, wat ook zou kunnen verwijzen naar een slang. Iedereen met kennis van Tolkiens legendarium zal zich realiseren dat zowel “worm” als “slang” door elkaar zijn gebruikt om draken aan te duiden: zowel gevleugelde als looploze.
Het gebruik van de term were zou suggereren dat het om een gedaanteverwisselend wezen van mens naar draak gaat. Gedaanteverwisselaars zijn niet ongewoon in Midden-aarde: Beorn en Draugluin, de eerste van de weerwolven, zijn duidelijke voorbeelden.
De belangrijkste vraag blijft of Bilbo’s verwijzing er een was die gebaseerd was op bewijs van hun werkelijke bestaan of een mythisch wezen dat door de Hobbits was verzonnen als onderdeel van hun sprookjestraditie. Het gebrek aan bewijs lijkt op het laatste te wijzen, maar men moet Gandalf’s opmerking in The Fellowship of the Ring niet vergeten dat:
“There are older and fouer things than orcs in the deep places of the world.”
Welke wezens naar het oosten zijn gevlucht na de tumultueuze gebeurtenissen aan het eind van het Eerste Tijdperk is niet zeker, maar de mogelijkheid dat onder hen de ongrijpbare weerwormen waren is aannemelijk.
Aternatief kun je altijd kijken naar Peter Jacksons The Hobbit: The Battle of the Five Armies, en je verbazen over de manier waarop de regisseur Tolkiens eenvoudige zin heeft gebruikt en geïnterpreteerd tot iets dat misschien niet zo ver van de waarheid ligt.