Articles

Op zoek naar de echte Dracula

Lang voordat Bram Stokers literaire Dracula een eeuwenlange, wereldwijde obsessie voor vampieren – zowel de martelende als de gemartelde variant – ontketende, maakte een rijk besnorde Walachijse prins met de naam Vlad Dracula (r. 1448, 1456-1462 en 1476) naam door op heroïsche wijze opeenvolgende golven Ottomaanse indringers af te weren.

  • Aanverwant artikel: Roemenië’s top vijf werelderfgoederen

HoeVlad zijn reputatie verdiende
Dracula’s naam en prestaties gingen viral over het continent, vaak gepaard met liberale verfraaiing. In het bijzonder verfraaiden de verhalen zijn reeks van gevangene-executiemethoden, die varieerden van onthoofding tot koken tot levend begraven.

Hoe dan ook, Dracula kreeg de beroemde post-mortem bijnaam “Ţepeş” (spietser) door zijn favoriete vorm van executie: spiesen. Een houten staak werd voorzichtig door de billen van het slachtoffer gestoken en kwam net onder de schouders uit. Deze duivelse methode was ingenieus (dat wil zeggen, wreed) en spaarde alle vitale organen, wat betekende dat het nu kronkelende slachtoffer minstens 48 uur onvoorstelbaar lijden moest ondergaan voordat hij stierf.

Om eerlijk te zijn tegen de arme Dracula, het spiesen van verslagen vijanden was niet ongebruikelijk in het middeleeuwse Europa. Vlad’s neef, Ştefan cel Mare (Stefanus de Grote), zou in 1473 2.300 Turkse gevangenen “diagonaal door de navel hebben gespietst, de een boven de ander”. En zij hebben hem vervloekt! Dracula’s legende als sluwe Ottomaanse gesel en bloeddorstige strijder werd bezegeld in het voorjaar van 1462 toen, na herhaalde mislukte pogingen om de opstandige prins te veroveren, een steeds ongeduldiger Sultan Mehmed II een leger van 90.000 troepen oprichtte en persoonlijk naar Walachije leidde. De dynamiek en het moreel van deze indrukwekkende belegering kregen een flinke deuk toen ze stuitten op een stukje handwerk van Dracula: een letterlijk woud van brandstapels versierd met 20.000 man uit Mehmeds vorige Ottomaanse leger. Ţepeş’ troepen, gebruik makend van vermommingen en guerrilla tactieken, bestookten de gedemoraliseerde troepen van de Sultan, inclusief een gewaagde maar mislukte moordpoging op de Sultan zelf, maandenlang voordat ze zich uiteindelijk terugtrokken.

Op zoek naar Dracula’s ware thuis
Ţepeş wordt in Roemenië nog steeds als held vereerd, hoewel je zijn gezicht tegenwoordig eerder tegenkomt op T-shirts en koffiemokken met vampier-thema’s, waarmee de goede naam van de prins wordt vergald in het belang van de toeristeninkomsten. Dit enthousiasme heeft zich helaas vertaald in populaire “Dracula kasteeltours”, waarbij toeristen op een misleidende manier naar het onmiskenbaar vampierachtige Bran-kasteel in het zuiden van Transsylvanië worden gebracht. Vlad heeft daar echter nooit gewoond en – dat is omstreden – misschien heeft hij er zelfs nooit een voet gezet.

In feite is Dracula’s echte thuis, PoienariCitadel, een prachtige maar toegegeven lange reis naar het zuidwesten over de Karpatische Bergen in Walachije, zo ver van de toeristische gebaande paden en zonder openbaar vervoer dat alleen Dracula puristen, historici en de occasionele hopeloos verdwaalde chauffeur ooit een bezoek brengen.

Poienari, gebouwd op eerdere vestingruïnes door miserabele, spoedig ontzette Turkse gevangenen in 1459, was een massief verdedigingsfort, strategisch gelegen om de ingang van Walachije vanuit Transsylvanië door de Argeşvallei te bewaken. Hoewel het eeuwenlang werd gebruikt nadat Dracula moest vluchten voor weer een Ottomaanse aanval, werd het bouwwerk uiteindelijk verlaten. Een groot deel stortte in 1888 in en viel van de berg. Wat overblijft is een klein groepje halfgerestaureerde ruïnes op stahoogte, op zich niet erg indrukwekkend, maar verrijkt door de bergachtige omgeving en de 1.480 hartveroverende trappen die je moet nemen om er te komen.

Leif Pettersen doet onderzoek naar Roemenië en Moldavië voor de komende Oost-Europa Lonely Planet multi-landengids.