Gezien deze realiteit zijn degenen die het hele 16 hectare grote Trade Center-terrein in een gedenkteken willen veranderen, aantoonbaar niet trouw aan de leidende geest van de stad. Nu lijken de voorstanders van wederopbouw de overhand te hebben. Maar het kostte hen een tijdje. In de eerste maanden na de terroristische aanval waren er maar weinig mensen die het Trade Centre zagen als de geldmachine die het was. “Het was alsof je kwaad sprak over de doden,” zei Andrew A. Beveridge, een socioloog en demograaf aan het Queens College. Maar laten we reëel zijn. De advocaten en financiële types die de twin towers vulden, “werkten daar niet voor zelfverwezenlijking,” zei professor Beveridge. Ze waren daar om zoveel mogelijk geld te verdienen als ze konden.”

Analyserend census data van 2000, het laatste volledige jaar van het Trade Center, vond Professor Beveridge dat 31,149 mensen werkten in 10048, en een gemiddelde van $101,006 betaald kregen, veel meer dan het gemiddelde van $59,448 voor de hele stad. Geen enkele andere postcode in de stad registreerde een hoger inkomen per werknemer.

(Intrigerend is dat bij de volkstelling van 2000 55 mensen, waaronder 11 kleine kinderen, als wonend in het Trade Center Complex werden geregistreerd. ”De kans is groot dat we hier te maken hebben met een dakloze situatie,” zei Joseph J. Salvo, directeur van de bevolkingsafdeling van het Department of City Planning.)

MAIL blijft binnenkomen geadresseerd aan 10048, ongeveer 3.600 stuks per dag, zei Mr. Musso. Dat is een fractie van het volume van voor 9/11, maar het is genoeg om je af te vragen of sommige mensen daar nooit het nieuws hebben gehoord.

Deze brieven en pakketten gaan nu naar het hoofdpostkantoor op Eighth Avenue, tegenover Pennsylvania Station. Daar worden ze opgehaald door bedrijven die zijn verhuisd of worden ze gemarkeerd met ”retour afzender.’

Vóór de terreuraanslag werd 10048 post gesorteerd op 90 Church Street, maar dat gebouw, een ander slachtoffer van 11 september, blijft gesloten. Artefacten van het Church Street postkantoor – items zoals brief dragers zakken en sorteer dozen met duivengaten voor Windows on the World en Cantor Fitzgerald – werden verzonden naar het National Postal Museum in Washington, onderdeel van het Smithsonian Institution.