Nieuw onderzoek maakt duidelijk waar Europeanen eigenlijk vandaan komen
De genetische oorsprong van de moderne Europeanen is wellicht gecompliceerder dan tot nu toe werd gedacht.
Oeroude mensen uit Siberië die verwant waren aan de eerste mensen die tijdens de ijstijd Amerika aandeden, mengden zich ook met prehistorische bevolkingsgroepen in Europa en drukten hun stempel op het DNA van de huidige Europeanen, zeiden wetenschappers woensdag.
Hun studie, gepubliceerd in het tijdschrift Nature, is de laatste waarbij geavanceerd genetisch onderzoek wordt gebruikt om de afstamming van moderne bevolkingsgroepen te verduidelijken.
Deskundigen dachten dat de huidige Europeanen van twee andere groepen mensen afstammen.
De eerste waren primitieve jager-verzamelaars uit West-Europa die op het continent hadden geleefd sinds het meer dan 40.000 jaar geleden voor het eerst door onze soort werd gekoloniseerd. De tweede groep bestond uit boeren die ongeveer 7.000 jaar geleden naar Europa migreerden vanuit een gebied dat zich uitstrekt over delen van Syrië, Turkije en Irak.
De nieuwe studie onthulde de rol van jager-verzamelaars uit de Siberische regio die de wetenschappers “oude Noord-Euraziaten” noemden.”
De wetenschappers sequenceten de genomen van een boer die ongeveer 7.000 jaar geleden in Duitsland had geleefd en van acht jager-verzamelaars die ongeveer 8.000 jaar geleden in Luxemburg en Zweden hadden gewoond. Vervolgens vergeleken ze die bevindingen met de genomen van 2.345 mensen die vandaag leven om de Europese voorouders te ontcijferen.
“Onze studie toont inderdaad aan dat de Europese oorsprong complexer was dan eerder werd gedacht,” zei Iosif Lazaridis, een postdoctoraal onderzoeker aan de Harvard Medical School.
“Het lijkt erop dat Europeanen – die vandaag de dag vaak als één groep worden beschouwd – in feite een complexe geschiedenis hebben met ten minste drie groepen die zich in verschillende verhoudingen in hun geschiedenis hebben vermengd,” voegde Lazaridis toe.
Nagenoeg alle Europeanen bleken voorouders te hebben van alle drie deze oude groepen. De oude Noord-Euraziërs droegen tot 20 procent bij aan de genetica van de Europeanen, hoewel dit het kleinste aandeel was onder de drie voorouderlijke groepen.
Mensen in Noord-Europa, met name de Baltische staten, hebben het hoogste aandeel West-Europese jager-verzamelaar voorouders, met tot 50 procent van het DNA van Litouwers afkomstig van deze groep.
Zuid-Europeanen hadden meer van hun genetische voorouders van de oude boeren, waarbij tot 90 procent van het DNA van Sardiniërs teruggaat op deze vroege Europese immigranten.
De boeren die uit het Nabije Oosten kwamen, brachten nieuwe mogelijkheden naar Europa, door het domesticeren van dieren zoals varkens en koeien, het verbouwen van gewassen waaronder soorten tarwe, gerst, erwten en linzen en het gebruik van obsidiaan sikkels voor de oogst.
Een andere van de onderzoekers, Johannes Krause, een geneticus aan de Universiteit van Tübingen en co-directeur van het Max Planck Instituut voor Geschiedenis en Wetenschappen in Duitsland, zei dat de oude Noord-Euraziërs “alle moderne Europeanen en inheemse Amerikanen met elkaar verbinden.”
De bevindingen tonen aan dat ze zich niet alleen vermengden met prehistorische Europeanen, maar ook verwant waren aan de mensen die meer dan 15.000 jaar geleden over de bevroren landbrug trokken die ooit Siberië met Alaska verbond en zich naar Amerika verspreidde.”
(Verslaggeving door Will Dunham; Redactie door Cynthia Osterman)