Articles

Middeleeuwen

Dit artikel is vertaald door Duolingo. Er is een discussie gaande over mogelijke auteursrechtelijke kwesties. Relevante discussie kan worden gevonden op Vikidia Talk:Translation.

naspelen van een boerderijleven in de Middeleeuwen.

De Middeleeuwen zijn een tijdsperiode in de Europese geschiedenis die zich uitstrekte van het einde van het West-Romeinse Rijk (in de 5e eeuw) tot het begin van de Renaissance en de tijd dat Christoffel Columbus in 1492 de Nieuwe Wereld ontdekte. (aan het eind van de 15e eeuw).

De ‘Middeleeuwen’ worden zo genoemd omdat het de tijd is tussen de val van het keizerlijke Rome en het begin van het vroegmoderne Europa. Deze periode staat ook bekend als de Middeleeuwen, de Donkere Middeleeuwen, of het Tijdperk van het Geloof (vanwege de opkomst van het Christendom). In enge zin verwijst de term “Donkere Middeleeuwen” alleen naar de zeer vroege periode, van 476 tot 800 (toen Karel de Grote koning werd).

In heel Europa werden door de val van het Romeinse Rijk, na de invallen van verschillende barbaarse stammen, steden en hun inwoners verwoest. De Donkere Middeleeuwen krijgen deze naam omdat Europa in deze periode in wanorde verkeerde, en het niet leuk was om er te leven en omdat slechts weinigen konden schrijven, is er weinig over bekend. Veel van de kennis die de Romeinen gebruikten (wetenschap, technologie, geneeskunde en literatuur) ging verloren. De periode van de Donkere Middeleeuwen werd gekenmerkt door massale volksverhuizingen, oorlogen en plagen. Dit duurde ongeveer 300 jaar totdat de ontwikkeling van het feodalisme het voortdurende geweld gedeeltelijk verminderde. Keizer Karel de Grote werd in 800 gekroond, en hij bevorderde orde, onderwijs en beschaving. Europa begon langzaam te herwinnen wat in die eeuwen verloren was gegaan.

Tijdens de Middeleeuwen veranderde Europa doordat de overblijfselen van een groot rijk (het West-Romeinse Rijk) langzaam onafhankelijke landen werden (Engeland, Frankrijk (De Franken), Duitsland (Germania), Hongarije, Spanje, Portugal, Polen, en Rusland.

Vroege Middeleeuwen

To improve Deze sectie is leeg of onvolledig. Uw hulp is welkom om het te verbeteren!

Maatschappij en economisch leven

Vazalhulde schept banden van trouw

De gotische kathedraal van Segovia in Castilië (Spanje)

Door invallen en een ongeorganiseerde samenleving was het koninklijk gezag, dat te zwak was, niet in staat om het volk naar behoren te beschermen. Het volk stelde zich dus onder de bescherming van een heer. In ruil daarvoor werkten zij voor hem, betaalden hem belastingen en gaven hem een deel van hun oogsten. Zo ontstond een maatschappij die verdeeld was tussen de eigenaars van land (toen de sleutel tot rijkdom) en degenen die het bewerkten. De mensen waren aan elkaar gebonden door banden van loyaliteit die min of meer vrijelijk werden toegekend. Vanaf de 11e eeuw heeft de ontwikkeling van de steden een nieuwe groep (burgerlijke ambachtslieden, kooplieden en rechterlijke en administratieve ambtenaren) aan belang doen winnen, maar tegelijkertijd werden de arbeiders in de ambachtelijke nijverheid talrijker.

De samenleving was christelijk en werd in West-Europa georganiseerd door de katholieke kerk, terwijl het in Oost-Europa, na het schisma van 1054, de orthodoxe kerken waren die toezicht hielden op de bevolking.

De poging tot politieke eenwording van Europa door de Karolingers mislukte na de desintegratie van het Frankische rijk in 843. Terwijl in de Germaanse landen het Heilige Roomse Rijk bleef bestaan, ontstonden in het westen geleidelijk aan zeer geïndividualiseerde landen zoals Frankrijk en Engeland. Dynastieke koninkrijken zouden verschillende eeuwen strijden om deze kwesties.

Economie

De economie bleef grotendeels gebonden aan de landbouwproductie. De landbouw onderging aanzienlijke veranderingen vanaf de 12e eeuw, en vrijwel geen in de 10e eeuw. De 14e eeuw was een periode van grote moeilijkheden in Europa; de landbouw ging achteruit maar bleef dominant in de 15e eeuw.

De ambachtelijke nijverheid stond aan het begin van de 11e eeuw in de steden in de kinderschoenen. Maar de stedelijke groei die in de 12e eeuw op gang kwam, ontwikkelde deze. Tegelijkertijd werd de grote handel in continentaal Europa en de mediterrane wereld hervat. Rijke kooplieden organiseerden deze.

De Europese samenleving in de Middeleeuwen

De samenleving was georganiseerd in categorieën: zij die werkten (arbeiders), zij die vochten (krijgers), en zij die baden (priesters). De arbeiders (boeren en ambachtslieden op het platteland) vertegenwoordigden meer dan 90% van de Europese bevolking. In de 10e eeuw waren zij onderworpen aan het gezag van de krijgers (de heren). Geleidelijk aan, door koop of met geweld, krijgen zij hun vrijheid (de vrijheid van de stedelijke immigratie van de dorpen naar de steden). De boerenwereld werd ongelijker: het grootste deel van de bevolking leefde van dag tot dag in moeilijkheden, terwijl een kleine minderheid, de boeren, in staat was een belangrijke rol te spelen in de veldtochten. De krijgers (het leger van de adel) hieven belastingen op de landbouwproductie en de individuele boeren kwamen in moeilijkheden door de eindeloze conflicten van de 14e eeuw en de 15e eeuw. Een nieuwe adel, bestaande uit koninklijke bestuurders, verscheen in de 15e eeuw.

Christendom

In de Middeleeuwen waren de Europeanen allemaal ware gelovigen. Voor het grootste deel waren zij christenen, maar na het schisma van 1054 verdeeld in katholieken in het westen, midden en zuiden van Europa, en orthodoxen in het oosten en zuidoosten.

Christenen streefden boven alles naar het heil van de ziel en vreesden het Laatste Oordeel dat sommigen naar de eeuwige kwelling van de hel zou leiden en anderen naar het eeuwige geluk in het Paradijs. Daartoe vertrouwden zij bij het leiden van hun vergankelijk aards leven op de aanbevelingen van de Kerk die plaatselijk werden verkondigd door priesters en pausen. Deze monniken waren de poortwachters voor een bevolking die niet kan lezen of schrijven (behalve een kleine minderheid), en geen toegang heeft tot heilige boeken.

De kerken waren verantwoordelijk voor het onderwijs, maar basaal voor de bevolking. Zij waren de enigen die de zieken en de armen konden helpen. De katholieke kerk legde de Vrede van God op om de schade van de oorlogen tussen de heren te beperken.

De pogingen om de katholieke kerk te hervormen op het Concilie van Konstanz (1414-1418) mislukten. Gelovigen stelden nieuwe manieren voor om de godsdienst te belijden, zoals John Wycliffe in Engeland en Jan Hus in Bohemen (die om deze reden werd terechtgesteld). De groeiende bezorgdheid over het heil leidde ertoe dat sommige katholieken de geldigheid van hun godsdienstige overtuigingen en praktijken in twijfel trokken, met name de grote afhankelijkheid van werken, van de verering van heiligen en van spectaculaire uitingen van boetedoening. In het begin van de 16e eeuw resulteerde dit in het ontstaan van de Lutherse en Calvinistische Kerken, die zich van Rome afscheidden.

Architectuur en kunst

Het intellectuele en artistieke leven, verzwakt door de invallen van de Germanen in de vijfde eeuw, begon opnieuw met de Karolingische Renaissance in de negende eeuw. De overdracht van kennis, grotendeels gecontroleerd door de katholieke kerk, werd voortgezet in kloosters en later in universiteiten. Na de Karolingische kunst ontwikkelde zich in heel Europa de Romaanse en Gotische kunst in monumenten die getuigden van het geloof van het volk.

Late Middeleeuwen

De Late Middeleeuwen waren de laatste twee eeuwen van de Middeleeuwen, van 1300 tot 1492. In deze periode veranderde het wapen van oorlog en werden aristocratie en feodalisme minder belangrijk. Staten stichtten staande legers. Voordien werden legers alleen gevormd als er oorlog was. Staten maakten alleen hun wetten, geld en identiteit hetzelfde in het hele land. Technologie, economie en wetenschap ontwikkelden zich. Steden werden gesticht en bestaande steden werden groter en rijker. Frankrijk en Engeland vochten de Honderdjarige Oorlog uit. Het Groothertogdom Moskou herwon zijn onafhankelijkheid van de Mongolen, net als de Chinezen, en werd onder de naam “Rusland” de belangrijkste staat in Oost-Europa.

In de 15e eeuw veroverden de Ottomaanse Turken het Byzantijnse Rijk. Daardoor werd de zijderoute afgesneden, en moesten de Europeanen nieuwe handelsroutes vinden. Op hun beurt werden de moslims uit Spanje verdreven. Deze gebeurtenis leidde tot de periode die de Grote Expedities worden genoemd.

In de late Middeleeuwen kwamen de Friezen van 1515 tot 1523 in opstand tegen de Habsburgers. Zij werden in de strijd geleid door de legendarische krijgers en krijgsheren Donia en Jelckama. Ze werden uiteindelijk verslagen en onthoofd in Leeuwarden.

Byzantium: De andere kant van Rome

Val van Constantinopel.

Tussen waren de overblijfselen van Oost-Rome uitgegroeid tot het Byzantijnse Rijk, dat in 330 door de Romeinse keizer Constantijn was gesticht, en eveneens een hoofdstad had, Constantinopel genaamd. Het Byzantijnse rijk beheerste Klein-Azië, Zuid-Spanje, Noord-Afrika en soms Zuid-Italië, maar zijn gebieden werden langzaam weggevreten door vijanden als de Turken en de Franken. Als ommuurde stad op een schiereiland was de stad Constantinopel uiterst moeilijk aan te vallen. De Byzantijnen werden uiteindelijk vernietigd door de Ottomaanse Turken, die Constantinopel in 1453 veroverden. Zij noemden de stad bij zijn huidige naam, Istanboel. Deze gebeurtenis wordt ook wel het einde van de Middeleeuwen genoemd.

De islam en zijn gouden eeuw

De islam werd in het begin van de 7e eeuw gesticht door de profeet Mohammed. Moslims geloven dat de Koran de ultieme openbaring van God aan de mensheid is. De islam verspreidde zich snel langs de grote handelsroutes van de oude wereld en vond aantrekkingskracht bij handelaars en reizigers. De islamitische godsdienst splitste zich al snel; tussen de Soennitische moslims en de Sji’a. De soennitische godsdienst is de meerderheid (ruwweg 85% van de moslims behoort tot deze sekte), terwijl de meeste sjiieten in het huidige Iran en Irak wonen. De soenni-sji’a-splitsing is wel vergeleken met de katholiek-oosters-orthodoxe splitsing van de christelijke kerk veel later in 1054.

De moslims veroverden al snel de christelijke landen Irak, Syrië, Egypte, Noord-Afrika en Spanje. De christenen konden Frankrijk en andere Europese landen behouden. Later namen de moslims andere landen in, zoals Perzië en India, waar zij het Mughal-rijk opbouwden. Het islamitische Ottomaanse Rijk veroverde uiteindelijk delen van Oost-Europa. De moslims veroverden uitgestrekte gebieden en werden zo een supermacht in de Middeleeuwen.

Het christendom in Europa stond tegenover de islam in het Midden-Oosten tijdens de kruistochten, op het Iberisch schiereiland tijdens de Reconquista. Vanaf de vijftiende eeuw kreeg het christendom te maken met de veroverende Ottomaanse Turken die oprukten naar Europa en de Centrale Balkan.

Tijdens de Vroege Middeleeuwen bereikten de Moslims wat wordt herinnerd als een gouden eeuw van kennis. In deze tijden van strijd in Europa verzamelden Moslim kaliefen de oude teksten van de grote rijken (Rome, Griekenland, Egypte) en probeerden die kennis te re-integreren. In deze tijd hielp een Perzische moslim de vooruitgang in de algebra te ontwikkelen. De gouden eeuw van de islam eindigde met de Turkomaanse invasies in de 11e eeuw.

  1. “Middeleeuwen”, The History Channel website, http://www.history.com/topics/middle-ages (geraadpleegd 4 jan 2014)

Andere websites

  • Student resources
  • History.com – Middeleeuwen Artikelen, Video, Foto’s en Feiten
  • Middeleeuwen Citizendium

Pgrey history.png Geschiedenisportaal – Alle artikelen over geschiedenis.