Mary Shelley Biografie
Leven als weduwe
De Shelleys vestigden zich in 1822 in de buurt van Lenci, Italië, toen Percy Shelley tijdens een storm verdronk terwijl hij op weg was om Leigh Hunt en zijn vrouw te ontmoeten. Na een jaar in Italië keerde Mary met haar zoon voorgoed terug naar Engeland. Na de dood van Percy had Mary moeite om zichzelf en haar kind te onderhouden. Sir Timothy Shelley bood haar enige steun, maar hij beval haar de naam Shelley niet te drukken; al haar werken werden dus zonder haar naam gepubliceerd. Mary schreef een reeks biografische en kritische schetsen voor Chamber’s Cabinet Cyclopedia en publiceerde een aantal korte verhalen.
Mary Shelley produceerde ook nog vijf romans, die negatieve kritiek kregen omdat ze te breedsprakig waren en een onhandig plot hadden. The Last Man (1826) is haar bekendste werk na Frankenstein. Deze roman, waarin ze de ondergang van het menselijk ras in de eenentwintigste eeuw beschrijft, staat bekend als een inventieve beschrijving van de toekomst en een vroege vorm van sciencefiction. Valperga (1823) en The Fortunes of Perkin Warbeck (1830) zijn historische romans die weinig aandacht hebben gekregen van boekbesprekers, terwijl Lodore (1835) en Falkner (1837), waarvan velen denken dat ze autobiografisch zijn (gebaseerd op haar eigen leven), vaak worden onderzocht op aanwijzingen voor het leven van de Shelleys en hun kring.
De situatie van de Shelleys verbeterde toen Sir Timothy de toelage van Percy Florence verhoogde toen hij in 1840 meerderjarig werd, waardoor moeder en zoon in Italië en Duitsland konden reizen; hun reizen worden beschreven in Rambles in Germany and Italy in 1840, 1842, and 1843 (1844). Te ziek in haar laatste jaren om haar meest gekoesterde project, een biografie van haar man, te voltooien, stierf Mary Shelley op drieënvijftig jarige leeftijd.
Mary Shelley’s verhalen werden verzameld en gepubliceerd na haar dood, evenals Mathilda, een korte roman die voor het eerst verscheen in de jaren 1950. Het is een verhaal over de aantrekkingskracht van een vader en dochter, dat wordt gezien als een fictieve behandeling van haar relatie met Godwin. De versdrama’s Proserpine en Midas (1922) werden geschreven ter begeleiding van een van Percy Shelley’s werken en hebben milde lof geoogst voor hun poëzie. Critici hebben ook bewondering voor Mary Shelley’s non-fictie, waaronder de leesbare, hoewel nu gedateerde, reisverhalen; de krachtige essays voor Chamber’s Cabinet Cyclopedia; en haar aantekeningen bij de poëzie van haar man.