Living Stream Ministry
III. DE GOD VAN DE AARDE
God wordt geopenbaard als de God van de aarde, in Zijn tweede verschijning met Zijn derde spreken, in de belofte aan Abraham dat Hij het land Kanaän aan zijn zaad zou geven (Gen. 12:6-7). In Zijn eerste verschijning riep God Abraham. In Zijn tweede verschijning beloofde Hij Abraham dat Hij het land Kanaän aan zijn zaad zou geven. Abrahams zaad verwijst, in het algemeen, naar zijn aardse nakomelingen, de Joden, Israël. Maar in engere zin verwijst het zaad naar Christus (Gal. 3:16).
Zelfs tot op de dag van vandaag hebben de Joden het land niet volledig geërfd. Zij zullen het niet volledig beërven tot de tijd van herstel, wanneer Christus wederkomt. Christus zal terugkeren als het unieke zaad van Abraham en zal het goede land beërven van de Grote Zee, de Middellandse Zee, tot aan de Grote Rivier, de Eufraat. Er zijn jarenlang geschillen en conferenties geweest over de grenzen van de natie Israël, maar wanneer Jezus terugkomt als het unieke zaad van Abraham, zal Hij de situatie ophelderen en het goede land beërven.
God gaf dit land aan Abrahams zaad, omdat God de God van het land is, de God, de Eigenaar, van de aarde. De aardse regeringen denken misschien dat hun respectievelijke gebieden aan hen toebehoren, maar in werkelijkheid behoort de hele aarde aan Jehovah God (Psa. 24:1). De God van Abraham is de God van het land. Als de Bezitter en Eigenaar van het land heeft Hij het recht het te geven aan de nakomelingen van Zijn vriend.
IV. DE GOD VAN GEHEIME ZORG VOOR ZIJN UITGENODIGDEN
De God van Abraham wordt gezien als de God van geheime zorg voor Zijn uitverkorenen in het redden van Abraham van Farao’s belediging van zijn vrouw (Gen. 12:10-20). God oefende Zijn verborgen zorg uit, Zijn geheime zorg, om Zijn vriend Abraham en zijn vrouw te redden. Hij is de God van geheime zorg voor Zijn uitverkorenen om Zijn uitverkorenen uit hun moeilijkheden te redden.
V. DE GOD VAN COMFORT EN AANMOEDING
God wordt gezien als de God van troost en aanmoediging in Zijn vierde spreken tot Abraham nadat Lot hem verlaten had. In Zijn spreken beloofde God aan Abraham en aan zijn zaad het land Kanaän te geven zover hij in vier richtingen kon zien en zijn zaad zo talrijk te maken als het stof der aarde (Gen. 13:14-17). Abraham en Lot werden beiden rijk. Zij hadden vele kudden, kudden en tenten, en het land was te klein voor hen om samen te wonen. Toen vroeg Abraham aan Lot het deel van het land te kiezen dat hij begeerde, en Lot verliet hem.
Abraham bleef in een eenzame toestand achter. Zijn vader was dood, en zijn neef Lot was vertrokken. Toen kwam God om hem te troosten en te bemoedigen met de belofte hem en zijn zaad het land Kanaän te geven, zover hij kon zien, en zijn zaad zo talrijk te maken als het stof der aarde. Niemand kan tellen hoeveel nakomelingen God aan Abraham heeft gegeven, want het zijn er ontelbaar veel. Velen van zijn nakomelingen werden gedood door de vier soorten sprinkhanen in Joël 1:4, waarmee de heidense regeringen met hun binnenvallende legers werden aangeduid. Deze sprinkhanen waren als de golven van de Middellandse Zee, die kwamen om Israël te schuren als het stof. Maar hoezeer het water ook het stof wegspoelde, er bleef toch nog wat zand over. Daarom worden Abrahams nakomelingen in Genesis 22:17 niet vergeleken met het stof, maar met het zand aan de zeekust. Sommige van Abrahams nakomelingen zijn in de hemelen als de sterren. Sommigen zijn het stof, maar velen van hen werden weggeschuurd. Degenen die overblijven na het wegspoelen zijn als het zand aan de kust van de Middellandse Zee. Door onze gemeenschap hoop ik dat we kunnen beseffen dat Abraham in Gods ogen en in Gods hart een bijzonder mens was.
(De geschiedenis van God in Zijn vereniging met de mens, hoofdstuk 7, door Witness Lee)