Lifesaving Poems: C. P. Cavafy’s ‘Waiting for the Barbarians’
Waiting for the Barbarians
What are we waiting for, assembled in the forum?
The barbarians are due here today.
Why isn’t going on in the senate?
Waarom zitten de senatoren daar zonder wetten te maken?
Omdat de barbaren vandaag komen.
Waarom maken de senatoren nu wetten?
Zodra de barbaren hier zijn, zullen zij de wetten maken.
Waarom is onze keizer zo vroeg opgestaan,
en waarom zit hij op zijn troon bij de stadspoort,
in staatsiekledij, de kroon dragend?
Omdat de barbaren vandaag komen
en de keizer wacht om hun leider te ontvangen.
Hij heeft hem zelfs een rol te overhandigen,
laden met titels, met imposante namen.
Waarom zijn onze twee consuls en praetors vandaag naar buiten gekomen
met hun geborduurde, hun scharlaken toga’s?
Waarom hebben ze armbanden met zoveel amethisten omgedaan,
ringen met schitterende smaragden?
Waarom dragen ze elegante wandelstokken
mooi bewerkt in zilver en goud?
Omdat de barbaren vandaag komen
en dat soort dingen verblinden de barbaren.
Waarom komen onze eminente redenaars niet zoals gewoonlijk
hun toespraken houden en zeggen wat ze te zeggen hebben?
Omdat de barbaren vandaag komen
en ze zijn verveeld door retoriek en spreken in het openbaar.
Waarom deze plotselinge verbijstering, deze verwarring?
(Hoe ernstig zijn de gezichten van de mensen geworden.)
Waarom lopen de straten en pleinen zo snel leeg,
iedereen gaat verloren in gedachten naar huis?
Omdat de nacht is gevallen en de barbaren niet zijn gekomen.
En sommige van onze mannen die net van de grens komen, zeggen
dat er geen barbaren meer zijn.
Wat gaat er nu met ons gebeuren zonder barbaren?
Die mensen waren een soort van oplossing.
C. P. Kavafis, uit C.P. Kavafis: Collected Poems, vertaald door Edmund Keeley en Philip Sherrard.
Soms een gedicht waar je wel van gehoord hebt, maar nog nooit gelezen. (Soms een gedicht dat begint met een regel van een andere dichter.) Soms precies sprekend wat je moet horen in woorden die geen nieuws zijn maar absoluut deel uitmaken van het gebied, emotioneel, politiek en psychologisch, dat je elke dag beleeft en doorloopt.
Soms eenvoudig en duidelijk sprekend in woorden die een kind zou kunnen begrijpen. Soms met de kracht van een raadsel, schuin, zodat alleen degenen met oren het zullen horen. Soms zo onder de radar dat er niet openlijk over gesproken wordt, behalve door een zeer klein aantal mensen, en dan nog alleen op gedempte toon, een geheim op een vodje papier dat in de voering van een schoen naar buiten wordt gesmokkeld.
Soms buiten tijd en plaats, hoewel er door ingegeven. Soms voortgekomen uit ‘verbijstering’, ‘verwarring’, de stilte van ‘zo snel leeglopende pleinen’. Soms door niets van dit alles, louter de kracht van de geschiedenis, gebeurtenissen zowel in het openbaar als in de privésfeer, verraad bij het ochtendgloren, toewijzingen te middernacht, slaap die uit de ogen van de rechtvaardigen valt als het plotseling te laat is.
Soms een kreet die in zijn kinderjaren wordt gewurgd. Soms een lange, zachte zucht, een kreun. Soms een eenzame doedelzakspeler op de vestingmuren van het kasteel, nieuws brengend voor de rest van ons. Soms een lied rond een vuur in het midden van de woestijn, de vonken sterven onder de ontelbare sterren. Soms een verhaal dat je al eerder hebt gehoord en waarvan je nooit had durven dromen dat je het zou meemaken.
Soms per ongeluk wanneer je het het hardst nodig hebt.