Articles

Hoe vaak moet ik mijn peuter op het potje zetten? Er zijn een paar richtlijnen

Ik weet niet hoe het met jou zit, maar ik ben persoonlijk superenthousiast over die perfecte dag in de weliswaar verre toekomst waarop ik die laatste luier weggooi – en dan een feestje voor mezelf geef. Als je op dit moment midden in de zindelijkheidstraining zit, groet ik je, en ik weet ook dat je een hoop vragen hebt. Of het nu goed gaat of niet, je vraagt je waarschijnlijk dingen af als: “Hoe vaak moet ik mijn peuter naar het potje brengen?”

Volgens een artikel in Pediatrics, het officiële tijdschrift van de American Academy of Pediatrics (AAP), is zelfstandig toiletgebruik een belangrijke mijlpaal voor uw kind, waarbij nieuwe fysieke mogelijkheden worden gecombineerd met een begrip van sociale verwachtingen, en hun eigen motivatie om zelfstandiger te worden. In het artikel wordt opgemerkt dat zindelijkheidstraining ook een van de moeilijkste mijlpalen is voor kinderen en hun ouders, en dat het zeer emotioneel kan worden. Het gevoel van eigenwaarde kan in deze periode kwetsbaar zijn, dus het is belangrijk om de zindelijkheidstraining voorzichtig uit te voeren en je kind de weg te laten wijzen. Bovendien is het onverstandig om met zindelijkheidstraining te beginnen als je kind er niet echt klaar voor is. Doe deze zindelijkheidstraining-quiz uit het artikel Parents voordat je begint.

Elizabeth Pantley, auteur van The No-Cry Potty Training Solution, legt in een fragment op Child Development Info uit dat de meeste peuters vier tot acht keer per dag plassen. Bovendien hebben peuters één of twee keer per dag een stoelgang. Maar elke peuter is een individu. Sommigen zullen vaker gaan dan dat, en anderen zullen een paar dagen duren zonder een stoelgang helemaal.

Om uw peuter daadwerkelijk op het potje te krijgen, stelt Pantley voor om een potjesroutine op te zetten. Als eerste ’s morgens op het potje, na het eten, en voor andere activiteiten, zoals autorijden of slapen gaan. Natuurlijk kun je deze routine aanpassen aan je eigen levensstijl, maar je moet wel opletten voor signalen dat je peuter eerder op het potje moet dan gepland. Als hij of zij er kriebelig uitziet, breng hem dan naar het potje. Maar als je het signaal mist en er een knoeiboel ontstaat, is er niets aan de hand. Oefening baart kunst, tenslotte. Laat je niet leiden door emoties, zelfs niet als je kleine meid of jongen op een duur meubelstuk plast.

Probeer je peuter regelmatig naar het toilet te brengen, maar vergeet niet dat het niet erg is als ze een dagje vrij nodig heeft. Volgens Becoming the Parent You Want To Be van Laura Davis en Janis Keyser is het normaal dat kinderen heen en weer gaan – de ene dag hebben ze liever een luier om en de andere dag kiezen ze ervoor om naar het toilet te gaan. Zij raden aan om “ongelukjes” te zien als “kansen”.

Pantley stelde ook voor om nieuwe toiletten te bezoeken als je onderweg bent. Regelmatige bezoeken aan toiletten ver weg en dichtbij kunnen helpen uw kind te laten wennen aan zelfstandig toiletgebruik. Houd er rekening mee dat niet alle kinderen vreemde toiletten willen gebruiken, en forceer niets. Davis en Keyser benadrukken dat het belangrijk is om je eigen emoties onder controle te houden tijdens het zindelijkheidstrainingsproces.

Het komt erop neer: als het aankomt op potjestijd, is er geen magisch getal, maar het is een goed idee om je peuter vaak naar het toilet te brengen. Begin met het volgen van een schema – ’s ochtends plassen, voor het dutje plassen – en vergeet niet om te kijken naar tekenen dat ze het ophouden. Je kunt je kind alleen te vaak naar het toilet brengen als het stressvol of bestraffend begint te voelen. Als het naar het toilet gaan negatieve emoties oproept, is het goed om een pauze in te lassen. Het kan even duren voordat je dat ‘nooit-meer-luiers’-feest bereikt, maar dat is prima. Dan heb je net zoveel langer om een goed feest te plannen.