COLLECTIE VAN MONSTERS

Een nuttige dienstverlening op het gebied van bodemonderzoek begint met het verzamelen van representatieve grondmonsters. Een bemestingsadvies dat na analyse van de grond wordt gegeven, kan slechts zo goed zijn als het monster waarop het is gebaseerd. Eigenlijk moet de één tot tien gram grond die voor elke chemische analyse wordt gebruikt, zo nauwkeurig mogelijk de gehele oppervlakte van zes inches grond vertegenwoordigen, met een gewicht van ongeveer 2 miljoen pond per acre. Het belang van het nemen van een representatief samengesteld monster spreekt dan ook voor zich. Een veld kan alleen als een enkele bemonsteringseenheid worden beschouwd als het betrekkelijk uniform is en niet meer dan ongeveer vijf acres beslaat. Er moet rekening worden gehouden met variaties in helling, kleur, textuur, beheer en gewaspatroon en afzonderlijke samengestelde bodemmonsters die het veld adequaat vertegenwoordigen, kleine porties van de oppervlaktegrond moeten worden verzameld tot een diepte van zes inches van ten minste tien goed verdeelde plekken op het veld, goed gemengd, en ongeveer ½ kg van het representatieve monster moet naar het laboratorium worden gestuurd.

Goed bemonsteringsgereedschap is essentieel voor het verzamelen van goede bodemmonsters. Voor een zachte. Voor een zachte, vochtige bodem zijn de grondbuis, de phowda (spade), of de khurpi (troffel) gewoonlijk heel bevredigend.

Voor hardere bodems kan een schroefboor, of een adze handiger zijn. Boorkronen zijn handig voor de bemonstering van overmatig natte gebieden zoals rijstvelden. Een voorlichter die bodemmonsters moet nemen, zou ten minste een paar van deze gereedschappen en een plastic emmer moeten hebben. De phowda, khurpi en adze zijn heel gewone werktuigen die in de meeste ijzerwinkels verkrijgbaar zijn, zodat het geen probleem zou moeten zijn om deze werktuigen aan te schaffen.

De landbouwers moeten hulp krijgen bij het invullen van het informatieblad over de bodemmonsters, met een voorbeeld van alle zaken die zij niet begrijpen. Er zij aan herinnerd dat het informatieblad een zeer essentieel onderdeel vormt van de procedures die leiden tot een goed bodemonderzoeksadvies. Dit blad moet alle achtergrondinformatie bevatten die, in combinatie met de resultaten van de analyse, een nauwkeurig bemestingsadvies voor een bepaald gewas, voor dat bepaalde veld mogelijk maakt. Factoren zoals de variëteit van het gewas, de helling van het land, irrigatie- en drainagefaciliteiten en eerdere teeltseizoenen zijn van invloed op de hoeveelheden meststof die aan een bepaald gewas moeten worden toegediend. Eventuele bijzonderheden die in de bodem of in de groeikracht van het gewas worden geconstateerd, zouden zeer waardevolle informatie op het informatieformulier voor het bodemmonster vormen als basis voor een adequate bemestingsaanbeveling. Bij gebrek aan deze informatie moet de bodemchemicus zijn aanbeveling uitsluitend op de waarden van de bodemtest baseren, en zal de landbouwer vaker wel dan niet een adequate meststofaanbeveling krijgen.