Articles

Genesis 11:7 Parallelle Verzen [⇓ Zie commentaar ⇓]

Op dit punt in de geschiedenis bleven de volken van de aarde onverdeeld, met één taal en cultuur. Zij hadden ook besloten verenigd te blijven en groot en machtig te worden door hun eigen kracht en vermogen. Zij aanbaden God kennelijk niet en riepen Hem niet om hulp aan.
Dus “daalde” God “af,” en zag de grote stad en toren die zij hadden gemaakt. Het vers gebruikt de formulering “laat ons” met betrekking tot God. Soortgelijke taal wordt gebruikt in Genesis 1:26 en 3:22. God kan tot Zichzelf spreken binnen de drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. Een andere mogelijkheid is dat Hij de engelen beveelt om te komen en deel te nemen.
In beide gevallen erkent God dat door samen te werken, niets onmogelijk zou zijn voor de mensheid. Meer in het bijzonder wijst God erop dat de mensheid in staat is tot enorm kwaad, wanneer hun zondige naturen op één lijn komen. God probeert niet het potentieel van de mensheid om “iets” goeds te volbrengen te verstikken, maar Hij is zeer bezorgd over hun potentieel om “iets” kwaads te volbrengen.
God besluit hun vooruitgang te stoppen door de mensen te verdelen naar taal, om te beginnen. Mensen die verschillende talen spreken hebben een onmiddellijke barrière voor communicatie, waardoor het moeilijker wordt om samen te werken. Verder zou dit natuurlijk beginnen met het scheiden van mensen in groepen, gebaseerd op die talen, en in vervulling van Gods bedoeling voor de mens na de zondvloed (Genesis 9:1).