Kaart van Sierra Leone met daarop aangegeven de hoofdstad Freetown

Freetown, 1.070.200 inwoners ( 2004), is de grootste stad en hoofdstad van Sierra Leone, gelegen op het schiereiland Freetown aan de Atlantische kust. De stad is een havenstad aan de Atlantische Oceaan. De economie van Freetown draait grotendeels rond de haven, waar de belangrijkste exportproducten van het land worden verwerkt. Industrieën zijn onder meer het verpakken van vis, het malen van rijst, het raffineren van aardolie en de fabricage van sigaretten.

Geschiedenis

Het gebied werd in 1787 voor het eerst bewoond door bevrijde slaven die vanuit Engeland en Canada werden gestuurd, evenals Jamaicaanse marrons en zwarte Amerikaanse loyalisten. Het zou vroeger een slavenmarkt zijn geweest, door Britse abolitionisten, die de Sierra Leone Company begonnen. Het werd in 1790 door de plaatselijke bevolking onder koning Jimmy in brand gestoken.

Slaven die uit de pas onafhankelijk geworden Verenigde Staten naar Engeland waren gevlucht, werden hier door de Britse regering hervestigd. In 1792 werd Freetown gesticht door voormalige slaven uit Nova Scotia. Het overleefde de plundering door de Fransen in 1794. De inheemse bevolking kwam in 1800 in opstand, maar de Britten hernamen de macht en begonnen met de expansie die leidde tot het ontstaan van Sierra Leone. Van 1808 tot 1874 was de stad de hoofdstad van Brits West-Afrika. De stad breidde zich snel uit doordat veel bevrijde slaven zich er vestigden, vergezeld van Afrikaanse soldaten die in de Napoleontische oorlogen voor Groot-Brittannië hadden gevochten. Tijdens de Tweede Wereldoorlog onderhield Groot-Brittannië een marinebasis in Freetown. Afstammelingen van de bevrijde slaven, Creolen genoemd, spelen een hoofdrol in de stad, ook al vormen zij een minderheid van de bevolking.

De stad was eind jaren negentig het toneel van hevige gevechten. In 1998 werd de stad veroverd door ECOWAS-troepen die president Ahmad Tejan Kabbah in ere trachtten te herstellen, en later werd ze zonder succes aangevallen door rebellen van het Revolutionary United Front.

NB: Het verhaal van de vestiging van Freetown wordt verteld in Simon Schama’s boek ” Rough Crossings, Britain, Slaves and the American revolution”, ISBN 0-563-49365-8.

Reizen

Gezicht op Freetown vanaf Tower Hill

Luchthavens

Lungi International Airport is de internationale luchthaven van Sierra Leone. Freetown een helihaven op Aberdeen Island, die de stad met de luchthaven verbindt. Er is een frequente helikopter-, hovercraft- en veerdienst naar Lungi.

Kenmerken

Een van de meest herkenbare kenmerken van Freetown is de beroemde katoenboom. De katoenboom staat naar verluidt al op dezelfde plaats sinds kolonisten zich in 1787 in het gebied vestigden, toen de boom nog een jong boompje was. Hij staat nu buiten het Freetown Museum.

Notabele gebouwen in de stad zijn onder meer het Freetown Law Courts, de Slavenpoort en Portugese Trappen, St John’s Maroon Church (gebouwd rond 1820), St George’s Cathedral (voltooid in 1828), Foulah Town Mosque (gebouwd in de jaren 1830) en de rooms-katholieke Sacred Heart Cathedral. Ook in Freetown zijn diverse stranden en markten, en het Sierra Leone Museum met de Ruiter Stone, nomoli en maskers.

De buitenwijken van Freetown strekken zich uit langs de kust, van de East End Wellington, Kissy, Cline Town, Fourah Bay, Kossa Town en Foulah Town en een West End van Congo Town, Murray Town, Wilberforce en Aberdeen.

De stad is de plaats van de permanente thuisbasis van Fourah Bay College en de tijdelijke thuisbasis van Njala University college (dat deel uitmaakte van de Universiteit van Sierra Leone).

Het is gejumeleerd met:

• Kingston upon Hull in Noord-Engeland en
• New Haven, Connecticut, USA.