Een muur van menselijke botten in de kelder van een kathedraal
- Een kuil met een muur die volledig uit menselijke botten en schedels bestaat, werd onlangs blootgelegd in Gent, België.
- Mysterieus genoeg lijken de botten allemaal scheenbenen, dijen en schedelfragmenten te zijn, zonder dat er andere soorten aanwezig zijn.
- Onderzoekers zullen de botten verder onderzoeken om meer informatie te verkrijgen.
Archeologen die bezig waren met opgravingen in de Sint-Baafskathedraal in Gent, België, deden een grimmige ontdekking: een muur die volledig uit menselijke botten bestond – hoofdzakelijk botten van dijen en scheenbenen van volwassenen, met verbrijzelde stukken menselijke schedel ertussen. De botten werden blootgelegd toen arbeiders een put groeven voor de bouw van een nieuw bezoekerscentrum in de kerk.
Het is waarschijnlijk dat de botten, die naar schatting tot halverwege de 15e eeuw dateren, dicht opeengepakt en in een gestapelde formatie lagen om er zoveel mogelijk in te passen, maar het team dat de site bestudeert is er niet helemaal zeker van welk doel de bottenmuur dient.
“Op dit moment zijn we nog aan het onderzoeken welk idee dit veroorzaakt heeft. Is het alleen een praktisch iets of is er ook een religieuze spirituele dimensie?”, zegt hoofdonderzoeker Janiek De Gryse.
De Gryse voegt eraan toe dat de vondst bijzonder zeldzaam is omdat graven die in kuilen zijn gebouwd meestal “veel losse menselijke beenderen” bevatten, wat niet het geval was bij Sint-Baafs. De botten waren gerangschikt en netjes geordend in plaats van willekeurig rondgestrooid.
Kleinere botten, zoals vingers, ribben en die van kinderen, werden niet in de kuil gevonden, waarschijnlijk omdat ze te lastig waren om te verplaatsen. Bovendien werden kindergraven vaak slecht onderhouden en als er botten moesten worden verplaatst, grepen de doodgravers naar de grootste botten en lieten de kleintjes achter. Dit verklaart echter niet waarom er geen armbeenderen in de kuil werden gevonden, gezien hun grotere afmetingen.
Volgens De Gryse “geloofden de gelovigen in de wederopstanding van het lichaam,” en beschouwden ze het dus als heilig. Dit – en de schaarse begraafruimte – leidde tot de opkomst van ossuaria, ruimten waarin de beenderen van de overledene konden worden bewaard, soms in speciaal ontworpen schikkingen. Het grootste ossuarium ter wereld is het netwerk van catacomben onder Parijs, waar naar verluidt de beenderen van ongeveer zes miljoen mensen liggen opgeslagen.
De Gryse zegt dat de beenderen voorlopig zullen worden verplaatst en niet aan het publiek ter beschikking zullen worden gesteld, en voegt eraan toe dat “er nog heel wat onderzoek moet worden verricht.”