Articles

De God van tweede kansen – Ezau

Ezau: DE GOD VAN TWEEDE KANSEN
INLEIDING
De komende twee keer dat ik preek, wil ik kijken naar een van mijn favoriete thema’s in de Schrift. Het is het prachtige thema van ’tweede kansen’. De God van de Bijbel schrijft ons niet af, zelfs niet als we de boel verprutsen. Hij is bereid ons te verlossen als we ons in vertrouwen tot Hem wenden.
Deze morgen wil ik kijken naar het karakter van Esau. Hij is iemand die zwaar faalt. Maar hij is ook iemand die, geloof ik, een verandering van hart heeft. En dus wordt hij door God verlost.
Laten we dus luisteren naar het verhaal van Esau.
De GEBOORTE VAN EEN TWEELING
Esau’s vader, Izaäk, is 40 jaar oud als hij trouwt met Esau’s moeder, Rebekka. De Bijbel vertelt ons dat Izaäk en Esau de eerste 20 jaar van hun huwelijk geen kinderen kunnen krijgen. Maar na gebed wordt Rebekka zwanger van een tweeling.
Laat me het Schriftgedeelte voorlezen dat ons een stukje van dat verhaal vertelt:
Genesis 25,23-27: 23 En de HEER zei tegen haar: “De zonen in je schoot zullen twee volken worden. Vanaf het allereerste begin zullen de twee volken elkaars rivalen zijn. Het ene volk zal sterker zijn dan het andere; en je oudste zoon zal je jongste zoon dienen.”
24 En toen de tijd was aangebroken om te bevallen, ontdekte Rebekka dat ze inderdaad een tweeling had! 25 De eerste was heel rood bij de geboorte en bedekt met dik haar als een bontjas. Daarom noemden zij hem Esau. 26 Toen werd de andere tweeling geboren met zijn hand die de hiel van Esau vastpakte. Daarom noemden zij hem Jakob. Izaäk was zestig jaar oud toen de tweeling werd geboren.
ESAU’S VOORDELEN
PRIMOGENITUUR
Eén van de dingen die het verhaal van Esau ons leert, is dat we onze zegeningen gemakkelijk voor lief kunnen nemen. We kunnen de voorrechten die God ons geeft aannemen en zelfs verkwanselen.
Esau is geboren met voordeel. Hij is de eerstgeborene van Izaäks kinderen. Hij is de oudste van de tweeling die uit Rebekka is geboren. Hij heeft het geboorterecht van de eerstgeborene. In de 21e eeuw beseffen we niet helemaal wat dat betekent.
Als je de eerstgeboren man was in een oude bijbelse cultuur, dan had je speciale eerstgeboorterechten (wat eenvoudigweg betekent: het recht om als eerste geboren te zijn). Dus, bijvoorbeeld, zou je het recht hebben op het ambt van je vader. Dus, als hij het stamhoofd was, was dat rechtmatig van jou. Je hebt het recht op je vaders eigendom. Dit betekende vaak dat je twee keer zoveel erfenis kreeg als je broers en zussen. Best goed, eigenlijk! Maar de eerstgeborene zijn was niet het enige voordeel dat Esau had. Hij had fysieke kwaliteiten die in de oude wereld als zeer waardevol zouden zijn beschouwd. Luister naar hoe de Bijbel Esau beschrijft:
Genesis 25.27: Toen de jongens opgroeiden, was Esau een vaardig jager, een man van het veld, terwijl Jakob een rustig man was, die in tenten woonde
Esau is een toonbeeld van ‘mannelijkheid’. Hij is goed in de jacht. Hij is goed in het werken op het veld. Esau was het soort man dat vlees en graan op tafel kon zetten om te eten. Esau was het soort man dat zijn familie en zijn clan fysiek kon beschermen. En dit waren belangrijke kwaliteiten in de oude wereld waar voedsel schaars was, en het leven constant bedreigd werd. Dat is het soort voordeel dat Esau had.
Esau’s jongere tweelingbroer, Jakob, had daarentegen niet zoveel geluk. Jacob is niet gebouwd voor snelheid en kracht. Hij is gebouwd voor comfort, voor het leven ‘in de tenten’.
Het gevaar van onze zegeningen voor lief nemen
Esau heeft dus deze voordelen die hem echt voor het leven zouden moeten plaatsen. Als hij deze zegeningen niet voor lief neemt, kan hij voorspoed hebben. Hij kan het beste van God krijgen voor zichzelf en voor degenen die van hem afhankelijk zijn.
Maar in plaats daarvan zien we Esau zijn voordelen verkwanselen.
Daar ligt een belangrijke les voor ons allen. Laten we de zegeningen die God ons geeft niet voor lief nemen. Laten we Gods gaven aan ons niet als vanzelfsprekend beschouwen. Laten we de kansen die God ons geeft niet voor lief nemen.
Ik las onlangs een interessante statistiek. Wist u dat ongeveer 70% van de families die grote welvaart genieten, die rijkdom verliezen bij de tweede generatie? Wist u dat 90% van die families die welvaart verliezen bij de 3e generatie? Dat is een ontnuchterende statistiek.
Het zet me aan het denken. Wij mensen hebben de neiging om onze privileges als vanzelfsprekend te beschouwen. En als we ze als vanzelfsprekend beschouwen, lopen we het gevaar ze te verkwanselen.
ESAU VERKOOPT ZIJN GEZEGDHEID
Nu doet Esau precies dat. Hij verkwist zijn zegen.
Er zijn 2 incidenten die ons vertellen hoe Esau dat doet.
Het RODE LENTILTAAL
Hier is het eerste. Laat me het voorlezen uit de Bijbel:
Genesis 25,29-34: 29 Toen Jakob eens een stoofpot aan het koken was, kwam Ezau binnen van het veld, en hij was uitgehongerd. 30 Esau zei tegen Jakob: “Laat mij wat van dat rode spul eten, want ik ben uitgehongerd!” (Daarom werd hij Edom genoemd.)
31 Jakob zeide: “Verkoop mij eerst uw eerstgeboorterecht.”
32 Ezau zeide: “Ik sta op het punt te sterven; wat heb ik aan een eerstgeboorterecht?”
33 Jakob zeide: “Zweer mij eerst.”
Dus zwoer hij hem, en hij verkocht zijn eerstgeboorterecht aan Jakob. 34 Toen gaf Jakob aan Ezau brood en linzenstoofpot, en hij at en dronk, en stond op en ging zijns weegs. En Ezau verachtte zijn eerstgeboorterecht.
-Ezau komt dus van een dag werken op het veld terug en is uitgehongerd. Hij denkt bij zichzelf: ‘Als ik geen eten krijg, ga ik dood’. Je zou kunnen denken dat hij overdrijft. Maar dat doet hij niet. Hij denkt echt dat hij gaat sterven van de honger. Wat doet hij voor een beetje stoofvlees? Hij geeft zijn recht op als eerstgeborene.
Denk eraan, waarom eerstgeboren zijn zo’n grote zaak is voor Esau. Het is niet alleen dat hij het grootste deel van zijn vaders bezit erft. Het is niet alleen dat hij het hoofd van de clan en de stam wordt.
Dat Esau de eerstgeborene is van Izaäks zonen, betekent dat hij de zegeningen erft die God aan Izaäk heeft beloofd. Als eerstgeborene erft hij de zegeningen die aan zijn grootvader Abraham waren beloofd. Wat was Abraham beloofd? Hem was land beloofd dat groot genoeg was om een machtige natie te herbergen. Er was hem nageslacht beloofd dat die machtige natie zou worden. Hem waren zegeningen beloofd die zo overvloedig waren, zo veelomvattend dat zelfs de volken van de aarde door Abraham gezegend zouden worden.
Esau zou als jonge knaap alles over deze beloften hebben gehoord, zittend op de knie van zijn vader Isaak. En wat doet hij in plaats daarvan? Hij ruilt zijn geboorterecht in voor een kom cornflakes! Hij veracht zijn geboorterecht.
ESAU’S CANAANSE WIJVEN
Maar er is nog iets dat Esau doet dat je een indruk geeft van hoe weinig hij de grote erfenis beschouwt die hij van zijn vader Isaäk en zijn grootvader Abraham heeft gekregen.
Laat me nog eens voorlezen uit de Schrift:
Genesis 26,34-35: 34 Toen Esau veertig jaar oud was, trouwde hij met Judith dochter van Beeri de Hethiet, en Basemath dochter van Elon de Hethiet; 35 en zij maakten het leven bitter voor Isaac en Rebekka.
Dus, wat is hier het probleem? Nou, afgezien van het feit dat hij met twee vrouwen is getrouwd en dat zijn huwelijk het leven van zijn ouders ellendig maakt.
Hier is het probleem. Zie je, hij trouwt met Hethietische vrouwen, of Kanaänieten. De Kanaänieten stonden onder de vloek van God vanaf de tijd van Noach (Gen 9,25-27). De Kanaänieten vertegenwoordigden alles wat God verafschuwde. Zij vertegenwoordigden het kwaad. Zij vertegenwoordigden alles wat het tegenovergestelde was van wat Esau’s familie waardeerde.
Met andere woorden, Esau, toont een totale minachting voor de zegeningen van God. Hij laat een totale minachting zien voor alles waar zijn vader Isaak en zijn grootvader Abraham voor stonden. Zijn prioriteiten liggen scheef. En zo veracht hij opnieuw, door zijn huwelijken, zijn voorrecht. Hij verkwanselt zijn voordeel.
ESAU’S ONAFHANKELIJKHEID
Nu zijn Esau’s slechte keuzes niet allemaal zijn schuld. In sommige opzichten is Esau ook een slachtoffer van het onrecht van anderen. Hij wordt onrecht aangedaan door anderen. Er zijn een paar dingen die Esau overkomen waar hij geen controle over heeft.
FAVOURITISME IN HET HUIS
Hier is het eerste. Esau groeit op in een huis waar de ouders vriendjespolitiek bedrijven.
Genesis 25,28: Izaäk hield van Esau, omdat hij dol was op wild; maar Rebekka hield van Jakob
Je ziet, de broers groeien op in een huis waar de ene ouder het ene kind boven het andere verkiest.
Ik ben blij te kunnen zeggen dat ik nog niet vaak vriendjespolitiek in huis heb gezien (waar de ene ouder het ene kind boven het andere verkiest). Maar als het gebeurt, is er veel pijn. Er is veel verdriet. Soms is er agressie. Vriendjespolitiek in gezinnen verplettert het gevoel van waarde dat kinderen van zichzelf hebben.
Esau ervoer (net als zijn broer) vriendjespolitiek in huis.

DECEPTIE IN HET FAMILIE
Voor Ezau uit zich deze vriendjespolitiek in het gezin in bedrog. En laat me nog eens lezen. Nu, Izaäk, op dit punt, is oud. Hij vindt dat hij, voordat hij sterft, zijn favoriete zoon moet zegenen. Dus roept hij Esau en zegt tegen hem:

Genesis 27.4-8: 4 Bereid dan voor mij smakelijk voedsel, zoals ik het lekker vind, en breng het mij te eten, opdat ik je zegen voordat ik sterf.”
5 Nu luisterde Rebekka mee toen Isaäk tot zijn zoon Esau sprak. Toen Esau dus naar het veld ging om wild te jagen en het te brengen, 6 zei Rebekka tegen haar zoon Jakob: “Ik heb je vader tegen je broer Esau horen zeggen: 7 ‘Breng mij wild en bereid voor mij smakelijk voedsel om te eten, opdat ik je voor het aangezicht van de HEER zegen voordat ik sterf.’ 8 Nu dan, mijn zoon, gehoorzaam mijn woord zoals ik je beveel.
Terwijl Esau op jacht is naar wild, geeft Rebekka Jakob enige instructies. Ze zegt tegen hem: ‘Ik ga je vader zijn lievelingsmaal bereiden. Dit is wat ik wil dat je doet. Terwijl je broer Esau aan het jagen is, ga jij, en vermom je als je broer, Esau.’
Nu is Esau toevallig een harige man, dus Jakob doet zichzelf de vacht van een dier aan. Jakob trekt ook Ezau’s kleren aan, want die hebben de geur van het open veld op zich. Als zijn oude, blinde vader aan zijn armen voelt, denkt hij dat Jakob Ezau is. Wanneer hij Esau’s kleren ruikt, twijfelt hij er niet aan dat dit in feite zijn lievelingszoon Esau is (hoewel om de een of andere reden Esau’s stem nu een beetje klinkt als die van zijn broer).
Maar, het plan werkt. Jacob brengt het eten naar zijn vader. De oude man zegent Jakob.
27.28-29: 28 Moge God u geven van de dauw des hemels, en van de vettigheid der aarde, en overvloed van graan en wijn. 29 Laat volken u dienen, en volken zich voor u buigen. Wees heer over uw broeders, en mogen de zonen uwer moeder zich voor u nederbuigen. Vervloekt zij een ieder die u vervloekt, en gezegend zij een ieder die u zegent!”
Jacob wordt gezegend met Gods voorspoed, met internationale betekenis en met gezag over zijn broer.
Esau keert terug, in de verwachting van een zegen. Luister naar wat er daarna gebeurt:
27.32-33: 32 Zijn vader Izaäk zei tegen hem: “Wie bent u?”
Hij antwoordde: “Ik ben uw eerstgeboren zoon, Ezau.”
33 Toen beefde Izaäk hevig en zei: “Wie was het dan die wild heeft gejaagd en het mij heeft gebracht, en ik heb het allemaal opgegeten voordat u kwam, en ik heb hem gezegend?”
Ja, en gezegend zal hij zijn!”
De zegening is definitief. Een bindende wettelijke transactie heeft plaatsgevonden. Het kan niet worden herroepen. De maaltijd is opgediend, de zegen is ontvangen. Het bedrog is compleet. Esau wanhoopt. Laat me het verhaal nog eens oppakken:
27:34-38: 34 Toen Ezau de woorden van zijn vader hoorde, schreeuwde hij het uit met een buitengewoon grote en bittere kreet, en zei tegen zijn vader: “Zegen mij, ook mij, vader!” . . . Toen zei hij: “Hebt u geen zegen voor mij gereserveerd?” … “Hebt u maar één zegen, vader? Zegen mij, ook mij, vader!” En Esau verhief zijn stem en weende.
Als ik deze woorden uit de Schrift hoor, hoor ik het hart van de arme Esau breken. Hij kijkt naar het leven dat hij dacht te hebben, maar dat hij nu kwijt is. Hij kijkt naar het leven dat hij als vanzelfsprekend beschouwde en dat hem nu is ontnomen omdat hij aan het dutten was.

ESAU’S REACTIE
Wat doe je als je het gevoel hebt dat het leven dat je had kunnen leiden je nu door de vingers is geglipt? Je dacht dat je het in de zak had, maar je werd zelfgenoegzaam, nam je zegeningen voor lief. Wat doe je als je het gevoel hebt dat je door verkeerde prioriteiten de kansen hebt gemist die God voor je had weggelegd? Wat doe je als je het gevoel hebt dat je Gods beste bedoelingen voor je leven hebt gemist omdat je betrapt werd op een dutje?
Wraak
Esau’s reactie is wrok en wraak (in het begin). Luister nog eens naar het Woord:
27.41: 41 Ezau nu haatte Jakob vanwege de zegen waarmee zijn vader hem gezegend had, en Ezau zei bij zichzelf: “De dagen van rouw om mijn vader naderen; dan zal ik mijn broer Jakob doden.”
Ik veronderstel dat één manier waarop je zou kunnen reageren op de catastrofale fouten van het leven is door wraakzuchtig, verbitterd en wrokkig te worden. Maar dat is niet de weg van God. Maar dat is niet de weg van de hoop.
Ik denk dat het Confucius was die zei: ‘Voordat je aan een wraakreis begint, denk er dan aan twee graven te graven’. Wraak doet je evenveel pijn als de persoon die je hoopt te verwonden. Wraak en wrok zullen geen weg voor je banen. God wel.
Hoe dan ook, Rebekka hoort van Esau’s verlangen naar wraak. Dus draagt ze Jakob op om te vluchten en veiligheid te zoeken bij haar broer, Laban. Ze zegt tegen Jakob dat hij, zolang hij bij oom Laban is, een goede vrouw voor zichzelf moet zoeken.
Jakob vlucht voor zijn leven.
Esau’s eerste reactie is wraak. Maar Esau verandert van gedachten.
Nou, als je het boek Genesis leest, zul je merken dat het verhaal van Jakob een prominentere plaats inneemt dan het verhaal van Esau. En dus, wanneer Jacob zijn huis ontvlucht, volgt het verhaal Jacob en niet Esau.
Maar er zijn 2 incidenten met Esau die lijken te suggereren dat er iets ten goede is veranderd in Esau. Hij is van gedachten veranderd.
ESAU’S DERDE VROUW
Hier is het eerste voorval. Esau trouwt opnieuw. Dit is zijn derde vrouw. Maar deze keer trouwt hij, niet uit eigenbelang, maar uit belangstelling voor zijn ouders. Hij trouwt met iemand die in overeenstemming zal zijn met de waarden die zijn familie van hun grootvader Abraham heeft geërfd. Luister nog eens naar de Schrift:
28.8: Toen Esau dus zag dat de Kanaänitische vrouwen zijn vader Izaäk niet behaagden, 9 ging Esau naar Ismaël en nam Mahalath, dochter van Abrahams zoon Ismaël, en zuster van Nebaioth, tot zijn vrouw naast de vrouwen die hij had.
Esau haalt iemand in zijn tent die zich de beloften aan zijn grootvader Abraham zou herinneren. Hij trouwt met iemand die de dingen koestert die gekoesterd moeten worden.
Esau is veranderd.
JACOB KOMT TERUG
Maar hier is de echte test of Esau veranderd is of niet. Jaren gaan voorbij. Esau ontmoet Jakob opnieuw. Laat me uitleggen wat er gebeurt. Je vindt het verslag in Genesis hoofdstukken 32 en 33. Dus, Jakob, die 20 jaar van huis is geweest, keert nu terug. Hij is, nu, zeer welvarend. Hij is getrouwd en heeft nu een groot gezin. Hij heeft vee.
Als Jakob zijn huis nadert, hoort hij dat zijn broer Ezau hem tegemoet komt met 400 man. Dit klinkt niet als het soort ‘ontmoeting’ dat Jacob wil. Dus denkt hij bij zichzelf, laat ik mijn broer gunstig stemmen door hem een geschenk te geven. Hij selecteert 30 kamelen, 40 koeien, 10 stieren en 30 ezels. Hij stuurt ze voor zich uit naar Esau als een geschenk.
Jacob is doodsbang. Nu is het de nacht voordat Jakob zijn broer zal ontmoeten. Dus wat doet Jakob? Hij worstelt met God in gebed. Hij smeekt God om hem en zijn familie te beschermen tegen de woede van zijn broer Esau. God verzekert hem dat.
De volgende morgen kijkt Jakob over de horizon en ziet zijn zeer manhaftige broer naderen met 400 man. Dit ziet er helemaal niet goed uit. Dus, Jacob splitst zijn familie op. Zijn concubines en hun kinderen gaan eerst, daarachter komt Lea, zijn vrouw, en haar kinderen. Tenslotte gaan zijn lievelingsvrouw Rachel en zijn lievelingszoon Jozef voorop.
Jacob leidt zijn gezin als hij Esau nadert. Hij is in totale ontzetting. Hij loopt een stukje en buigt dan 7 keer op de grond, loopt een stukje, buigt 7 keer op de grond tot hij Esau nadert. Jakob is in tranen op dit punt. Hij ziet het beest van zijn broer naar hem toe rennen. Jakob lafjes om omver te worden geworpen. In plaats daarvan krijgt hij een berenknuffel van zijn forse, harige, mannelijke, roodharige broer. Hij kijkt op en ziet Esau huilen. Dit zijn niet de boze tranen die Esau 20 jaar geleden huilde. Het zijn tranen van vreugde. Er is iets veranderd in Esau.
Laat me lezen wat Esau nu zegt:
Gen 33.8-9: 8 Esau zei: “Wat bedoel je met al dit gezelschap dat ik heb ontmoet?”
Jacob antwoordde: “Om in de gunst van mijn heer te komen.”
9 Maar Esau zei: “Ik heb genoeg, mijn broer; houd wat je hebt voor jezelf.”
Esau zegt: “Ik ben gezegend. Ik heb genoeg. De God van onze vader Isaak, de God van onze grootvader heeft mij al die jaren voorspoed gebracht terwijl jij weg was. Het is waar, ik voelde me bedrogen door jou. Ik had het gevoel dat ik niets meer had omdat jij alles van me gestolen had. Maar ik heb meer dan genoeg. God heeft me gezegend. Jacob zet Esau onder druk. Ik wil dat je luistert naar wat hij vervolgens zegt:
Gen 33.10: 10 Jakob zei: “Nee, alsjeblieft; als ik bij jou in de gunst kom, neem dan mijn geschenk uit mijn hand aan; want waarlijk, jouw gezicht te zien is als het gezicht van God te zien – aangezien je mij met zo’n gunst hebt ontvangen
Jacob zegt: ‘Jou te zien is als God te zien. Jou te zien, is als iemand te zien met de genade van God over zijn hele gezicht geschreven. Jakob is Esau niet alleen maar aan het bedanken dat hij zijn leven heeft gespaard. Jakob ziet God in Ezau. Jakob ziet een man die door God is aangeraakt, een man die door God is veranderd, een man die door God is vergeven. Een man die, ondanks al zijn verkeerde keuzes, door God is hersteld.

EPILOOG
Laat me hier eindigen.
Esau begint met zijn voorrecht als vanzelfsprekend te beschouwen. En zo verspeelt hij de zegeningen die hem rechtens toekomen. Het vernietigt hem bijna. Maar onderweg verandert er iets in zijn hart. Hij begint weer waarde te hechten aan de dingen die God waardeert. En aan het eind van het verhaal krijg je het gevoel dat God Esau heeft hersteld in een plaats van zegen.
Je komt bij de slotscène in Genesis 35. Wat zie je daar? U ziet twee broers, die ooit van elkaar vervreemd waren door hun bedrog en verkeerde prioriteiten. Nu staan ze verzoend bij elkaar om hun oude vader te begraven.
Dat is wat God in staat is te doen voor hen die zich tot Hem wenden. God herschrijft hun verhalen, zodat wat zij verloren menen te hebben, door God wordt verlost. God herstelt. Nou, Esau’s verhaal eindigt daar niet helemaal. Je gaat naar het volgende hoofdstuk, Genesis 36. En daar vind je deze woorden in vers 1:
Gen 36.1: ‘Dit zijn de nakomelingen van Esau (dat is Edom)’
De nakomelingen van Esau worden de natie Edom aan de grenzen van Israël.
In feite, eeuwen later, rond de tijd dat Jezus in Palestina wordt geboren, zullen er koningen zijn met de naam Herodes. En weet je waar zij vandaan komen? Het zijn Idumeeërs, uit Edom, de lijn van Esau. Want op een gegeven moment omarmt Edom (als natie) het geloof van Israël.
Je ziet, God kan onze fouten goedmaken als we ons tot Hem wenden in berouw.