Articles

De boze buurman van de godsdienst

Het lijkt verblindend voor de hand liggend om te zeggen, maar de geest van de godsdienst begint met het besef dat God bestaat. God is de primaire werkelijkheid, en daaruit vloeit een reeks waarden en ervaringen voort: gebed, lofprijzing, naastenliefde, berouw, genade en het verlangen om dichter naar heiligheid toe te groeien. Oprecht geloof begint met nederigheid ten opzichte van de Almachtige en een gevoel gesterkt te worden door zijn oneindige liefde.

In zekere zin is de uitdrukking “islamitisch radicalisme” verkeerd, omdat terrorisme geen radicale uitbreiding is van dit soort geloof. Mensen beginnen niet met dit soort geloof en veranderen dan in terroristen omdat ze geloviger zijn geworden.

De geest van heerschappij begint daarentegen niet met een besef van God. Hij begint met een gevoel van verwonding en een verlangen om de verwonding te genezen door wraak en overheersing.

Voor de terrorist is een gevoel van vernedering de primaire werkelijkheid. Terrorisme komt voort uit een psychische toestand, niet uit een geestelijke. Dit verandert in een grief, de overtuiging dat een externe vijand de oorzaak is van deze verwonding, in plaats van een interne zwakte.

Dit leidt dan tot wat de forensisch psycholoog Reid Meloy “plaatsvervangende identificatie” noemt – de morele verontwaardiging die voortkomt uit de overtuiging dat mijn slachtofferschap verbonden is met het grotere slachtofferschap van mijn groep.

Pas op dit punt in het traject komt religie in beeld, of beter gezegd een absolutistische, alles verklarende politieke ideologie die het onkruid is dat naast religie opgroeit. Het Bin Ladinisme verklaart de hele geschiedenis, en geeft de gewonden een handelwijze die hen grandioos en heldhaftig doet voelen. Het is de menselijke drang naar dominantie en wraak die een rechtvaardig kleedje leent.