Articles

De Baltimore Therapeutic Equipment werksimulator: biomechanische en fysiologische normen voor drie hulpstukken bij gezonde mannen

Doelstellingen: De Baltimore Therapeutic Equipment (BTE) werksimulator wordt routinematig gebruikt door ergotherapeuten bij de evaluatie van functionele capaciteiten. Momenteel is er een gebrek aan normatieve gegevens voor verschillende hulpstukken op dit instrument. Het doel van deze studie was om (a) normen vast te stellen voor de biomechanische en fysiologische reacties tijdens drie taken op de AHO-werksimulator, namelijk wiel-omdraaien, push-pull, en overhead-reach; (b) deze reacties te vergelijken tijdens de drie taken, en (c) de onderlinge relaties van deze reacties tijdens de taken te onderzoeken.

Methode: Twintig gezonde mannen deden vijf testsessies: (a) taakgewenning op de AHO-werksimulator om de werkintensiteit te bepalen, die als zwaar werd ervaren op de Borg-schaal; (b) een incrementele armergometer-oefentest om hun piekzuurstofopname (pVO2) en piekhartslag (pHR) te bepalen; en (c) een van de drie taken op de AHO-werksimulator gedurende 4 min in elk van de volgende drie sessies.

Resultaten: Variantie-analyses gaven aan dat het koppel, de arbeid en het vermogen tijdens de bovenhandse reiktaken significant hoger waren (p = .000) in vergelijking met de wiel-draai en duw-trek taken. Er werden echter geen significante verschillen (p > .05) waargenomen tussen de taken voor de VO2 en HR, die respectievelijk ongeveer 50% en 70% van pVO2 en pHR waren. Hoewel er een significant verband (p < .05) was tussen de taken voor de torsie, arbeid en vermogen, varieerde de gemeenschappelijke variantie slechts tussen 38% en 67%. De relatieve pVO2 was alleen significant gerelateerd aan arbeid (p = .028) en kracht (p = .027) tijdens de duw-trek taak, maar niet tijdens de wiel-draai en overhead-reach taken.

Conclusies: Deze resultaten suggereren dat ergotherapeuten zoveel mogelijk taken moeten opnemen bij het ontwerpen van testbatterijen voor functionele capaciteitsevaluatie, en dat er geen consistente relatie is tussen cardiorespiratoire fitheid en het uitvoeren van verschillende taken op de AHO-werksimulator.