Articles

Cystitis

De arts zal naar uw medische voorgeschiedenis vragen en een lichamelijk onderzoek verrichten. U moet een klein urinemonster afgeven dat in een potje wordt opgevangen nadat u de helft van uw blaas hebt geleegd (de zogenaamde ‘mid stream urine collection’), zodat een ‘dipstick’-test kan worden uitgevoerd om te kijken of er tekenen van infectie zijn. De diagnose blaasontsteking kan meestal worden gesteld op basis van de symptomen en de resultaten van de urineanalyse, die beide in de spreekkamer van de arts kunnen plaatsvinden. Meestal wordt de urine dan naar de pathologie gestuurd om meer specifieke informatie te verkrijgen.

Een eerste episode van blaasontsteking bij een vrouw kan zonder verder onderzoek met antibiotica worden behandeld. Bij recidiverende infecties kan verder onderzoek nodig zijn om een afwijking van de urinewegen zelf uit te sluiten. Bij mannen of jonge kinderen moet elke blaasontsteking worden opgevolgd. In deze gevallen kan verdere follow-up plaatsvinden met een echografie of tijdens een procedure die cystoscopie wordt genoemd (waarbij een buis met een camera via de urinebuis in de blaas wordt ingebracht om de binnenkant van de blaas direct zichtbaar te maken). Andere onderzoeken die kunnen worden verricht, zijn onderzoeken naar het vermogen om te urineren en of er afwijkingen zijn tijdens het urineren (micturating cystourethrogram).

In alle gevallen van blaasontsteking wordt aangeraden veel vocht te drinken en de blaas regelmatig te urineren. Pijnlijk urineren kan worden verminderd door het drinken van bicarbonaatpreparaten of urine-alkilisatoren die bij uw apotheker verkrijgbaar zijn.

Als de klachten aanhouden nadat de antibiotica zijn uitgewerkt, raadpleeg dan uw arts.