Cochise
Geboren waarschijnlijk in zuidelijk Arizona, groeide Cochise uit tot een imposante man. Een krantencorrespondent beschreef hem in 1870 als 1,80 m lang, 164 kilo zwaar, met brede schouders, een stevig postuur, zwarte ogen, een hoog voorhoofd, sluik haar, een grote neus, “over zijn hele lichaam littekens van hagel” en “voor een Indiaan rechtop”.
Als leider van de Chiricahua Apache vocht Cochise meedogenloos tegen de Mexicanen, zoals al eeuwenlang de gewoonte van zijn stam was. Vaak werden deze rooftochten uitgevoerd in samenwerking met de Warm Springs Apache, die werden geleid door Mangas Coloradas.
Cochise onderhield een sterke vriendschap met de Amerikanen toen deze in de jaren 1850 in groten getale in Arizona arriveerden, tot de “Bascom-affaire” van 1861, toen Cochise er ten onrechte van werd beschuldigd de stiefzoon van een veeboer uit Arizona, John Ward, te hebben ontvoerd en Ward’s vee te hebben gestolen. Troepen onder bevel van Lt. G.N. Bascom werden vanuit het nabijgelegen Ft. Buchanan gestuurd om de vrijlating van de jongen te bewerkstelligen. Bascom arresteerde Cochise, die ontsnapte, maar hing zijn andere zes gevangenen op, voornamelijk familieleden van Cochise. Dit zette Cochise op oorlogspad, vastbesloten om alle blanken in Arizona te doden.
In juni 1861 viel Cochise Ft. Buchanan aan, maar werd verjaagd. Toen de Amerikaanse troepen zich tijdens de burgeroorlog uit Arizona terugtrokken, leidde hij zijn dappere mannen in bloedige aanvallen tegen de Amerikanen. In 1862 viel hij 700 troepen van de Californische Colonne aan bij Apache Pass in het zuidoosten van Arizona, maar houwitservuur verdreef hem.
Toch kon Cochise uitzonderingen maken op zijn haat tegen de blanke man. Thomas J. Jeffords, regeringsopzichter van de post van Ft. Bowie tot Tucson, liep het kamp van Cochise binnen om te pleiten voor de veiligheid van zijn postdragers, wat Cochise toestond, en daarna werden de twee mannen hechte vrienden. In 1869 werd Henry Clay Hooker, een leverancier van rundvlees aan reservaten, omsingeld door Apache krijgers en reed moedig Cochise’s kamp binnen; daar vermaakte Cochise hem en gaf hem zijn geweren terug, en Hooker mocht in vrede vertrekken. Toen hij zich over deze behandeling verbaasde, zei Cochise dat hij niet was gedood omdat hij rundvlees leverde dat door de Indianen werd gegeten.
Jeffords leidde generaal Oliver Otis Howard, de speciale Indianencommissaris die door president U.S. Grant was gestuurd om vrede in het Zuidwesten te bewerkstelligen, in oktober 1872 naar het kamp van Cochise. Cochise tekende een vredesverdrag dat de Chiricahua een reservaat gaf van zo’n 55 mijl in het vierkant in zuidoostelijk Arizona met Jeffords als agent.
Cochise bracht zijn laatste 2 jaar in vrede door, waarbij hij het verdrag eerbiedigde. Hij stierf op 8 juni 1874, tijdens een bezoek aan Jeffords in het reservaat en werd daar begraven.