Articles

CL = 4

(a) TECHNISCHE SPECIFICATIE

Stratocumulus cumulogenitus; Cumulus kan ook aanwezig zijn.

(b) TOELICHTING

(i) Stratocumulus cumulogenitus ontstaat meestal door het uitspreiden van Cumulus wanneer de verticale ontwikkeling (extent) een stabiele laag bereikt.

(ii) Wanneer deze laag zeer stabiel is, houdt de convectie op en verspreidt de hele wolkenmassa zich.

(iii) In sommige gevallen is de stabiele laag niet sterk of diep genoeg om de convectie volledig te stoppen. Cumulus, na tijdelijk te zijn uitgespreid, hervatten dan hun groei boven de stabiele laag, althans op sommige plaatsen. Stratocumulus cumulogenitus kan dus voorkomen op elk niveau tussen de basis en de top van de Cumuluswolken.

(iv) De omvorming van Cumuluswolken in Stratocumulus cumulogenitus is een continu proces, dat in het algemeen gekenmerkt wordt door een geleidelijke verbreding van de Cumuluswolken in de richting van de stabiele laag waar ze zich uitspreiden.

(v) Stratocumulus cumulogenitus kan ontstaan door het uitspreiden van het bovenste gedeelte van Cumuluswolken ten gevolge van sterke windschering.

(vi) Stratocumulus cumulogenitus treedt dikwijls op in de late namiddag en avond, wanneer de convectie ophoudt en de koepelvormige toppen van Cumuluswolken afvlakken en het uiterlijk aannemen van flarden Stratocumulus.

(vii) Stratocumulus cumulonimbogenitus en Stratocumulus cumulogenitus worden gecodeerd als CL = 3, of CL = 9 terwijl er Cumulonimbus wordt waargenomen.

(viii) Als de Cumulonimbus is verdwenen, vereist de aanwezigheid van Stratocumulus cumulonimbogenitus de codering CL = 4.

(ix) Wanneer reeds bestaande Stratocumulus door Cumulus wordt gepenetreerd (binnengedrongen of binnengedrongen en gepasseerd), verbreedt deze zich naar boven toe niet naar de Stratocumulus toe en kan een verdunde of zelfs een vrijgemaakte zone de Cumulustoren omringen. De codering is CL = 8.