caudillo
caudillo kd?ly? Span. kou??y? , type Zuid-Amerikaanse politieke leider die ontstond met de 19e-eeuwse onafhankelijkheidsoorlogen. De eerste caudillos waren vaak generaals die, aan het hoofd van particuliere legers, hun militaire macht gebruikten om de macht te verwerven in de pas onafhankelijk geworden staten. Velen waren grootgrondbezitters (hacendados) die hun particuliere belangen wilden behartigen. Zij hadden militaire vaardigheden gemeen en een persoonlijk magnetisme dat in staat was de trouw van de massa’s af te dwingen. Caudillos werden niet geassocieerd met bepaalde ideologieën of politieke filosofieën. Hoewel zij hun loopbaan vaak begonnen met verzet tegen de oligarchie, werden zij bijna altijd oligarchen en verstoorden zelden de bestaande sociale orde. Als ze aan de macht waren, was hun gezag grotendeels ongecontroleerd. Caudillos, of caudilhos in het Portugees sprekende Brazilië, drukten hun stempel op de geschiedenis van alle Zuid-Amerikaanse naties. Bekende caudillos waren Juan Manuel de Rosas en Juan Facundo Quiroga in Argentinië, Gabriel Garca Moreno in Ecuador, Antonio Lopez de Santa Ana en Porfirio Daz in Mexico, en Rafael Leonidas Trujillo Molina in de Dominicaanse Republiek. In Spanje gaf generaal Francisco Franco zichzelf de titel el Caudillo, waarbij hij de term letterlijk gebruikte zonder zijn geringschattende connotaties.