Before and after the Wolfenden Report
Homoseksualiteit in de jaren vijftig
In het begin van de jaren vijftig werden homoseksuele handelingen nog steeds door de wet als strafbare feiten beschouwd. Het aantal veroordelingen steeg snel in de naoorlogse periode, toen het ministerie van Binnenlandse Zaken de vervolging strenger instelde. In die tijd was homoseksualiteit ook het voorwerp van sensatieberichten in de populaire pers, en er waren een aantal geruchtmakende zaken waarbij publieke figuren betrokken waren. In 1951 liepen de Russische spionnen Donald MacLean en Guy Burgess, van wie bekend was dat ze homoseksueel waren, over naar de USSR.
The Wolfenden Report
Door al deze gebeurtenissen en controverses bleef het vraagstuk van de wetshervorming bovenaan de politieke agenda staan, waardoor druk ontstond om de strafbaarstelling van homoseksualiteit opnieuw te evalueren. In 1954 benoemde de minister van Binnenlandse Zaken, David Maxwell-Fyfe, de departementale commissie voor homoseksuele overtredingen en prostitutie in Groot-Brittannië onder leiding van Sir John Wolfenden.
Het rapport-Wolfenden werd in 1957 gepubliceerd. Het concludeerde dat de strafbaarstelling van homoseksualiteit een inbreuk op de burgerlijke vrijheid vormde. Hoewel de wet misbruik moet voorkomen en jongeren en andere kwetsbare personen moet beschermen, mag zij zich niet bemoeien met zaken van persoonlijke moraal. Homoseksuele handelingen tussen instemmende volwassenen in de privésfeer zouden niet langer strafbaar moeten zijn. Het kabinet verzette zich tegen elk voorstel om de aanbevelingen van Wolfenden uit te voeren.
Sexual Offences Act 1967
De decriminalisering van mannelijke homoseksualiteit moest wachten tot de meer permissieve omstandigheden aan het eind van de jaren zestig. In 1965 diende Lord Arran in het Hogerhuis een motie in ten gunste van de uitvoering van de aanbevelingen van het Wolfenden-rapport.
In 1966 sponsorde Labour-backbencher Leo Abse een wetsvoorstel inzake seksuele delicten. Het Labour kabinet nam een neutrale houding aan en stond een vrije stemming toe. De Sexual Offences Act van 1967 decriminaliseerde mannelijke homoseksualiteit tussen instemmende volwassenen boven de leeftijd van eenentwintig jaar. Samenzwering om homoseksuele handelingen te plegen of daarbij behulpzaam te zijn, bleef echter strafbaar.