Oh, wat een grote zonde hebben deze mensen begaan! Zij hebben zich goden van goud gemaakt. (Ex. 32:31)

Mijn muziekprofessor op de universiteit, Garen Wolf I, maakte vaak de opmerking dat aanbidding eigenlijk “waardigheid” was. En hij had gelijk. De stam komt van het Oud-Engelse weorth dat “waardig” of “eervol” betekent. Het achtervoegsel -ship is de staat van zijn van wat er voor komt. Dus, aanbidden betekent “de staat van waardig zijn.” Wij moeten de God van de hemel aanbidden omdat Hij de enige is die dat waardig is. God is de schepper van alles. God de Zoon is degene die voor ons gestorven is. Geen andere vermeende godheid heeft dat gedaan en nog veel meer.

Ik hoorde eens een prediker zeggen dat “afgunst is willen hebben wat een ander heeft; jaloezie is willen hebben wat rechtmatig van mij is.” Dat is waar, althans in Gods geval. De Schrift maakt duidelijk dat Hij een “jaloerse God” is als het gaat om onze relatie met Hem. Hij is niet jaloers op een kleinzielige, pruilende manier, maar omdat Hij, als de bron van alle waarheid, weet dat niemand anders onze aanbidding verdient. Wij moeten Hem aanbidden omdat het juist is en anders doen is een grote zonde.

Exclusieve aanbidding behoort toe aan Hem die het waard is. Er is geen ander die daarmee kan worden vergeleken. De Israëlieten waren het snel vergeten. En dat zijn wij soms ook. Maar morgen heb je een nieuwe kans om ware aanbidding te beoefenen met andere gelovigen in zijn huis. Gebruik die ten volle en goed.

Baseer uw aanbidding op Gods waardigheid.

Valorie Quesenberry is een vrouw van een pastor en moeder die in Indiana woont en zich graag oplaadt met koffie en tijd met vrienden.