Articles

2008 World Population Data Sheet

  • Dit gegevensblad ook in het Frans en Spaans.

De demografische kloof – de ongelijkheid in bevolkings- en gezondheidsprofielen van rijke en arme landen – wordt steeds groter. Er zijn twee sterk uiteenlopende patronen van bevolkingsgroei zichtbaar: Weinig groei of zelfs afname in de meeste rijke landen en aanhoudende snelle bevolkingsgroei in ’s werelds armste landen.

Het Population Reference Bureau’s 2008 World Population Data Sheet en zijn samenvattend verslag bieden gedetailleerde informatie over landen, regio’s en wereldwijde bevolkingspatronen.

“Bijna alle groei van de wereldbevolking is nu geconcentreerd in de armere landen van de wereld,” zei Bill Butz, PRB’s president. “Zelfs de geringe totale groei in de rijkere landen zal grotendeels het gevolg zijn van immigratie.”

In 2008 bedraagt de wereldbevolking 6,7 miljard: 1,2 miljard mensen wonen in regio’s die door de Verenigde Naties als meer ontwikkeld worden geclassificeerd; 5,5 miljard mensen wonen in minder ontwikkelde regio’s. “We zullen waarschijnlijk binnen vier jaar de grens van 7 miljard zien passeren,” zei Carl Haub, PRB senior demograaf en co-auteur van het gegevensblad van dit jaar. “En tegen 2050 zal de wereldbevolking naar verwachting zijn gestegen tot 9,3 miljard. Tussen nu en halverwege deze eeuw zal door deze uiteenlopende groeipatronen het bevolkingsaandeel dat in de huidige minder ontwikkelde landen woont, toenemen van 82 procent tot 86 procent.”

Het World Population Data Sheet 2008 bevat actuele demografische, gezondheids- en milieugegevens voor 209 landen en 25 regio’s in de wereld. Het wijst op sterke contrasten tussen ontwikkelde en ontwikkelingslanden, zoals weergegeven in de tabel.

“De verschillen tussen Italië en de Democratische Republiek Congo illustreren deze breder wordende demografische kloof,” zei Mary Mederios Kent, co-auteur van het gegevensblad van dit jaar. “Aan de ene kant liggen vooral arme landen met hoge geboortecijfers en lage levensverwachtingen. Aan de andere kant liggen vooral rijke landen met lage geboortecijfers en snelle vergrijzing.”

Verenigde Staten Italië Dem. Rep. Congo
Bevolking medio2008 305 miljoen 60 miljoen 67 miljoen
Bevolking 2050 (prognose) 438 miljoen 62 miljoen 189 miljoen
Geboorten per vrouw 2.1 1.3 6.5
Bevolkingspercentage jonger dan 15 20% 14% 47%
Bevolkingspercentage 65+ 13% 20% 3%
Levensverwachting bij geboorte 78 jaar 81 jaar 53 jaar
Jaarlijkse geboorten 4.3 miljoen 568.120 2,9 miljoen
Eenjarige sterfgevallen 2,4 miljoen 575.300 0.8 miljoen
Jaarlijkse geboorten min sterfgevallen 1,9 miljoen -7.200 2.1 miljoen
Percentage van bevolking ondervoed <2,5% <2,5% 74%

Andere hoogtepunten uit het World Population Data Sheet 2008:

De wereldbevolking zal een stedelijke meerderheid hebben. In 2008 zal voor het eerst de helft van de wereldbevolking in stedelijke gebieden wonen.

Ondanks enige verbetering is de moedersterfte in ontwikkelingslanden nog steeds zeer hoog. In deze landen sterft nog steeds 1 op de 75 vrouwen aan zwangerschapsgerelateerde oorzaken. Zowel in Afrika bezuiden de Sahara als in de 50 landen die door de Verenigde Naties als minst ontwikkeld worden gedefinieerd, is dat risico een schokkende 1 op 22. In schril contrast daarmee sterft in de ontwikkelde landen ongeveer 1 op de 6.000 vrouwen aan zwangerschapsgerelateerde oorzaken.

Wereldwijd krijgen vrouwen nu gemiddeld 2,6 kinderen tijdens hun leven, 3,2 in de ontwikkelingslanden met uitzondering van China, en 4,7 in de minst ontwikkelde landen. De vruchtbaarheid tijdens het leven is het hoogst in Afrika ten zuiden van de Sahara met 5,4 kinderen per vrouw. In de ontwikkelde landen krijgen vrouwen gemiddeld 1,6 kinderen. De Verenigde Staten vormen met een gemiddelde van 2,1 kinderen een uitzondering op dit lage vruchtbaarheidspatroon in de rijkere landen van de wereld.

In de minder ontwikkelde landen is 18 procent van de bevolking ondervoed. In de minst ontwikkelde landen verbruikt 35 procent van de bevolking minder dan het minimum aan calorieën dat nodig is om een gezond actief leven te leiden. In verschillende landen ten zuiden van de Sahara loopt dat cijfer op tot boven de 60 procent.